Highway to hell gaat nog, Whole Lotta Rosie kan ik nog net aan, maar veel andere nummers van ACDC passen niet zo geweldig in een muziekcafeetje met een oppervlakte van nog geen 50 vierkante meter. Dat moet je dan wel aanvoelen als je een jonge-gitarist-met-branie bent en je wilt voor een wat gemêleerd, maar toch iets ouder publiek een beetje scoren.
Vorige week bezochten we een jamsessie in een lokale bruine kroeg, altijd leuk, en de eerste nummers beloofden vooral blues, van de vette soort. Via een paar oudere muzikanten kwamen Gary Moore en Cuby voorbij en een paar toonladderslippertjes zijn dan helemaal niet belangrijk. Lekkere sound en vooral spontaniteit, geweldig!
So far so good, weinig deelnemers, net voldoende voor twee volledige bezettingen.
Onder het publiek èn de deelnemers bevond zich een jongen met beperkingen, zowel fysiek als geestelijk, dat was volkomen helder. Hij trok zich ogenschijnlijk niets aan van die makke en drumde twee nummers mee, weliswaar op een manier die mijn oma van 96 destijds ook nog wel had aangekund, maar zijn deelname alleen al was aandoenlijk. Daarna ging het mis. Na wat wisselingen van de wacht, met onder andere een ouwe bassist met een spectaculaire, knalgele, vijfsnarige basgitaar, maakte de-jongen-met-beperkingen, we noemen hem Jaap, nogmaals zijn opwachting. Hij had inmiddels zijn rock’n-roll-hempie aangetrokken, een echte Fender van stal gehaald en was van plan zijn aanwezigheid nog even luister bij te zetten door de gisteravond verbeten ingestudeerde E, G en D-akkoorden door de kroeg te knallen. Met die intentie ging hij vervolgens aan de bar zitten, toen hem visueel helder werd gemaakt dat zijn verdere deelname niet zo erg op prijs werd gesteld en hij, steeds kleiner van stuk, maar een individuele jamsessie speelde, niet versterkt, niet hoorbaar, maar met de minuut sneuer, vooral toen de wel-spelende bandleden elkaar gevonden hadden via die foute ACDC-nummers en weinig plannen hadden om zich te laten vervangen. Het werd, kortom, wat sneu en gênant. Jaap pielde nog wat op z’n glimmende gitaar, maar niemand hoorde het en uiteindelijk trok hij zich terug en voegde zich bij z’n moeder, die zich ook iets anders had voorgesteld van deze middag. Even later bliezen ze gezamenlijk de aftocht.
Het lag niet aan het publiek, waarvan de gehoorapparaten langzaam maar zeker, één voor één uitvielen. Het lag ook niet aan de Iraanse dame die zich aan de bar te barsten stond te integreren, inclusief bellen witte wijn en veelvuldige schalkse blikken, die jammer genoeg voor haar geen respons ontvingen. Het lag aan mij. Ik voelde me er uiteindelijk best schuldig onder, want in plaats van de consumptie van een paar stukken niet te vreten stokbrood had ik best even in de bres kunnen springen voor Jaap en de twee langharige schreeuwers duidelijk kunnen maken dat hun tijd op de bühne erop zat.
En altijd is er dan weer de metafoor, die eeuwige, dekselse zoektocht naar vergelijkingen. De huidige politiek is net een jamsessie. Wisselende samenstellingen, sterk wisselende talenten ook, Rutte die ondanks vals spel het podium blijft beheersen en het oude liedje zingt richting publiek dat allang is uitgekeken, met uiteindelijk als belangrijkste, resterende conclusie: in dit kabinet zit geen muziek meer, time for a change. Ook de ontmoeting van vandaag tussen Trump en Kim zal veel weg hebben van een veredelde jamsessie. Twee narcistische solisten-met-een-beperking, beiden zonder talent en zonder kennis van zaken, die toch samen op het wereldtoneel willen spelen, vanuit een onbeheersbare drive om de geschiedenisboekjes te halen. Het oogt leuk, het lijkt spectaculair, maar het leidt tot niets.
‘Jaap’, mijn plaatsgenoot-met-beperkingen heeft vast nog een aantal slapeloze nachten gehad. Gisteren zag ik ‘m toevallig nog lopen, in de buurt van diezelfde kroeg en waarschijnlijk denkend aan de gemiste kansen. Volgende keer ga ik ‘m absoluut helpen.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie