Over drie weken moeten we alweer stemmen, mogen we kiezen, een vakje inkleuren van de favoriete partij, een stem uitbrengen op de meest geschikte lijsttrekker, de beste items bepalen uit het aanbod van 37 snippers in ons verdeelde land. Het is nog nooit zo lastig geweest om die keuze te maken, althans niet in mijn leven. Dat ligt voor een deel aan de crisis, aan corona, maar ook voor een deel ook aan die batterij van nieuwe ideeënverzamelaars, en niet zelden aan de volkomen kansloze eenmanskluitjes, die het dagelijks nieuws ontsieren, zoals dat van Baudet. Binnen elk thema waarin deze doorontwikkelde joker figureert bewijst de man zichzelf en ons land een dienst door volkomen plat te gaan, zelfs na de meest stompzinnige vragen van interviewers, zoals onlangs van Emma Wortelboer. Dat is op zich best een slimme tante, fors omhooggevallen sinds De Slimste Mens, maar haar verschijningsfrequentie loopt de spuigaten uit en krijgt straks onherroepelijk een hoog uitkotskarakter. In de mediaprogramma’s gaat het immers al lang niet meer over de boodschap van de gasten, maar veel meer over de slim geformuleerde, puntige en spitsvondige stellingen en antwoorden van de pienter geselecteerde en aangestelde presentatoren, die in toenemende mate zichzelf zitten te verkopen en allemaal geilen op een eigen praatprogramma als het nogal gezwollen en geforceerde gedoe straks bij bijvoorbeeld Op1 weer over is. Baudet, we lichten hem er nog even uit, is het sowieso met niemand eens, niet met de zittende club, niet met de media, niet met zijn eigen achterban en nu ook niet met de opiniepeilers, waardoor hij via Twitter afgeeft op Maurice de Hond, die hem op 17 maart maximaal 4 zetels toedicht. Thierry doet nog drie weken mee en gaat dan piano spelen.
We gaan dus stemmen, een keuze maken en hoewel ik na een stuk of vier van die sterk manipulerende richtinggevers toch elke keer uitkomen bij de Partij voor de Dieren, de PvdA, Groen Links of D’66 worstel ik nog met de vragen over kernenergie, waarvan het vermoeden bestaat dat we straks toch echt niet zonder kunnen, mits aangepast, mits veilig, mits nog wat in te vullen randvoorwaarden. Van het clubje partijleiders is Rutte de slimste, Ploumen de aardigste, Kaag de intelligentste, Klaver de groenste, Marijnissen de meest sociale, Hoekstra de meest zakelijke, Wilders de meest controversiële en Baudet, nog één keer, met voorsprong de meest onmogelijke.
Het worden dus onzalige weken en over kolder gesproken, misschien is er ooit binnen dit circus nog ruimte weggelegd voor André van Duin, kolderkoning bij uitstek en kandidaat lijsttrekker dus voor de Partij van de Humor. Van Duin weet wekelijks de schijnwerpers op zich gericht, trekt voortdurend aandacht met zijn nieuwe zang- en kookkunsten en is nu – toch wat merkwaardig – zelfs gevraagd voor een toespraak op 4 mei a.s. op de Dam. Van Duin is (in 1947) geboren om gekke bekken te trekken en hoewel het een faliekant foute gedachte is hoop ik dat de man straks na zijn ongetwijfeld aandoenlijk vertelde oorlogsherinnering spontaan van z’n katheder dondert, waarna de jongelui van de harmonie in plaats van het Wilhelmus spontaan het Pizzalied over het plein laten klinken. Nog effe wachten….
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie