De landelijke discussie over de traditionele medewerker van Sinterklaas heeft medio januari alweer een gevolg, jawel. De frustraties van een aantal gekleurde medeburgers krijgen nu ruim baan doordat de media plaats hebben vrijgemaakt voor de vraag: wat moeten we met onze helden, vertaald naar straatnamen, standbeelden en pleinen?
Behalve Balkenende weet vrijwel elke Nederlander dat het roemruchte verleden van de VOC steeds meer van zijn goudglans begint te verliezen, dat er door de eeuwen heen praktijken op na werden gehouden die niet allemaal even zuiver waren en dat men in de drang naar kolonisatie, vaak in naam van de Heer, soms over lijken ging, overigens niet alleen donkergekleurde exemplaren. We hebben dus een nieuw item, dat, identiek aan alle actuele issues, helemaal gaat doorslaan en wellicht leidt tot afschaffing van een woud aan straatnamen, want als alle helden met een dubieus verleden moeten worden geschrapt, inclusief die van het Koninklijk Huis – wat te doen met Bernard, Hendrik en diverse Willems? – resteren de flora- en faunawoonwijken met hier en daar lokale bekendheden en heeft de leverancier van straatnaambordjes een gouden toekomst. De talkshows spinnen er garen bij en ik denk dat dit een prachtig item is voor een nieuw referendum in Nederland. Kernvraag: houden we het verleden in stand als studieobject en mogen we daar namen aan koppelen of niet?
Helden komen overigens ook uit de sport voort en als we Bert Wagendorp mogen geloven in zijn nieuwe boekje Vals spel, dan is er vrijwel geen sporter die geen kunstjes heeft geflikt, ook binnen de schaatswereld en andere heilig verklaarde onderdelen. In de drang naar prestaties worden alle grenzen overschreden, dat weten we en dat moeten we accepteren. Ook geen straten naar benoemen dus?
Verder worden we deze week nadrukkelijk geconfronteerd met het fenomeen dekkingsgraad, althans de gevolgen daarvan. Om te beginnen die van de pensioenen, want Den Haag heeft ooit verordonneerd dat het noodzakelijke miljardenkapitaal van de pensioenplukkers niet alleen beschikbaar moet zijn, nee, luidt het beleid, er dient nog een rendementspercentage bijgeteld te worden – voor de zekerheid – voordat men kan overgaan tot een indexatie van de uitkeringen en pensioenen, een volkomen geschift standpunt, dat niemand kan uitleggen, maar waardoor alle rechthebbenden al jaren achtereen achter de feiten aan lopen omdat elk nieuw jaar de nettobedragen lager worden. Navraag heeft vorig jaar aangetoond dat met name het ABP in de uitleg van deze ontwikkeling een taal hanteert die een vergaande studie vereist voordat ie begrepen kan worden, en dat heeft niet eens alleen met de vestiging in Limburg te maken. Toch ga ik weer eens een poging doen binnenkort, want de constructie riekt naar onrecht en levert ongetwijfeld een mooie anekdote op.
Een andere gedevalueerde dekkingsgraad is die van ons geslachtelijk verkeer, kortweg seks genoemd. We doen het veel minder vaak, blijkt uit onderzoeken, en omdat niemand lijkt te weten waarom, ben ik niet te beroerd om een paar voorzetjes te lanceren. Vroeger, ver voor het digitale tijdperk, speelden we buiten, waren we fysiek actief, keken we elkaar aan tijdens de conversatie, ontstonden er prikkels, deed de natuur z’n werk en begonnen we rond het vijftiende levensjaar gemiddeld toch wel behoorlijk aan elkaar te frunniken. De laatste twintig jaar is de tendens digitaal geworden, wordt seks ook digitaal beleefd, zijn persoonlijke contacten spaarzaam, krijgt alle input via de bekende schermpjes voorrang en worden de analoge prikkels gereduceerd tot een aantal toevalsmomenten. Verklaring?
Verder zag ik dat de dekkingsraad van de verf van mijn voordeur ook niet meer is wat het zou moeten zijn, maar daar wachten we even mee tot alle stormen voorbij zijn. Die van gisteren maakte weer alle meteorologen nerveus en leidde bij manneke Munneke tot een evaluatie, waarin hij melding maakte van het feit dat met name de dichtbevolkte gebiedsdelen van Nederland de meeste overlast hadden ondervonden, vooral het westen, midden en oosten van het land. Ach ja, in de dunbevolkte steppe-gebieden van Friesland, maar ook in de bergen en dalen van Limburg was minder overlast ervaren. Tja, het verkeer stond hier stil, de treinen voorop, terwijl in Oymyakon (Rusland) het leven gewoon z’n gangetje gaat bij een temperatuur van minus 64 graden Celsius, waardoor de thermometers kapot vriezen en Prorail vast wel kan aankloppen voor een studiereis.
Vandaag is prinses Margriet 75 geworden en dat vind ik een tof mens, dus op de uiteindelijke lijst getolereerde straatnamen mag zij blijven staan. Marco Kroon mag blijven hopen, maar het optionele steegje met zijn naam wordt wel steeds smaller.
See you
Geef een reactie