Er zijn van die perioden dat je je verplicht voelt om, zoals al mijn naasten in de wijk, een aannemer voor te laten rijden om een klus te doen. In mijn straat struikel je doorgaans over de busjes, van schilderbedrijven, van hoveniers, van installatiebedrijven, want het geld klotst hier in veel gevallen tegen de plinten en veel tweeverdieners of anders gevormde gefortuneerden weten bij God niet wat ze soms moeten doen om met nog eens een overtollige ton de keet te verbouwen, de tuin op te sieren of intern wat vertrekken te herinrichten.
’t Is amusant om dat schouwspel door het jaar heen te aanschouwen en het werkt blijkbaar aanstekelijk. Wij doen er dus even aan mee, ook al maak ik niet echt deel uit van de groep ‘klotsers’. Onze badkamer is pakweg 25 jaar oud en behoudens wat kleine aanpassingen is de tijd voor een grote beurt gearriveerd. Het nutteloze, vrijwel ongebruikte bad gaat eruit, net als alle tegels, de kastjes en de accessoires. Afgelopen vrijdag stond de sloopploeg op het middernachtelijk tijdstip 07.15 uur op de stoep, net na onze laatste douche, waardoor we nu twee weken een noodvoorziening hebben aangetrokken via een mobiel buitengeval, waarvan een haperende thermostaatkraan de komende tijd gaat zorgen voor met warm water gevulde tuingieters die wij wederzijds in de cabine over elkaar heen storten, waarna wij spoorslags in de blote kont naar binnen vluchten en waarvan de werkelijke weergave alleszins de moeite waard zou zijn om er een koddig filmpje van te maken.
De kwaliteit van de aantrokken werklui was deels bekend, deels ook onbekend, en dan is ‘t wel eens lastig in te schatten wat je er aan hebt, waar je ze mee kunt dienen, op welke manier je jezelf nog nuttig kunt maken, dat alles zonder hen voor de voeten te lopen omdat elke tegenwerking immers invloed kan hebben op het humeur van deze stoffige lieden. Na een uur of twee met de kango bleek één van de tegelwandjes een onverwoestbaar karakter te herbergen, gevolgd door het voorstel van ‘tegelmans’ om die dan maar te laten zitten. Protesteren helpt dan niet, merk je al snel, want ’t is aangenomen werk en een centimeter minder badkamer is ook niet echt een probleem. Twee zijmuurtjes met een dikte van slechts zeven centimeter zijn na het frezen voorzien van een ongeplande luchtige opening waardoor wij vanuit onze slaapkamer nu rechtstreeks de badkamer in kunnen gluren. We noemen dat relativerend humor, want dan is er in elk geval nog wat te lachen, en mijn ‘ja, maar….’- protesten werden vrij eenvoudig gebagatelliseerd en weggewuifd. Wat frisse lucht bracht de betrekkelijkheid van dit soort akkefietjes weer op het gewenste peil, want uiteindelijk moeten de dingen immers vaak eerst slechter worden voor ze beter zijn en die ontzettende dooddoener kan ik de komende week nog wel wat door-oefenen, schat ik in, net als geduld, uithoudingsvermogen en wat competenties op het communicatieve vlak.
’t Wordt vast mooi straks.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie