Het was ergens begin 1964, denk ik. We stonden aan de vooravond van grote veranderingen, op allerlei gebied, van muziek tot kapsels, van eten tot educatie. Het was nog even een saaie bedoening met veel burgerlijk getrut, maar er borrelde van alles, van de hormonen tot aan het communisme, van rock’n roll tot aan biertjes 1.0. De toekomst zat er aan te komen, we wisten – heel prettig – nog weinig en ‘de’ oorlog was nog die van ’40-’45.
Ik was een puber, ging braaf naar de Hogere Burgerschool, deed best m’n best en had net in die periode toch al veel belangstelling voor die lui uit Liverpool, waarvan je hooguit in de Muziek Express af en toe iets las. Een pick-up hadden we niet en we moesten het doen met een krakkemikkige radio, die af en toe op Luxemburg mocht worden afgestemd, waarbij het dan aankwam op pure geluksmomentjes als net in die minuten She loves you of Twist and shout voorbij kwam. Het was gedaan met Conny Froboess en Anneke Grönloh.
De Koude Oorlog leefde nog wel volop en ons land werd vooral theoretisch verdedigd door mij bloedeigen vader in z’n maffe blauwe uniform van de BB. Er waren nog winters met natuurijs, al kon ik niet echt schaatsen en lag dat voortdurend aan het materiaal. In Aalten werd in 1964 de eerste jongen van school, gestuurd omdat ie met z’n haardracht z’n halve oor kon bedekken, als ie er flink aan plukte. Ons lerarenkorps was deels ruimdenkend, deels bekrompen, maar ook dat wist je niet, want je kon het vrijwel nergens aan afmeten. Je wist namelijk niks, je kwam net kijken en hoewel de meeste teksten van paps en mams niet meer klakkeloos werden aangenomen, waren trouw en gehoorzaamheid toch deugden die het nog net wonnen van de ontkiemende tegenhangers. De eerste verkering met Willy op het zwembad was heimelijk en vooral af en toe en het leven bestond uit niet meer dan huiswerk maken, de padvinderij, een beetje stoepranden met Els van de overkant en een potje tafeltennis in de garage van een vriendje. Het eerste drankje was in dat jaar een sneeuwwitje, merkwaardig mixje van bier en seven-up, ons aangereikt door de homofiele en alleszins toegankelijke leraar Frans, Nico voor intimi. De ontluikende mooie meiden in de klas, zoals al vaker bezongen in een column deden weliswaar hun hunkerige werk, maar verder dan speelse en verliefde blikken kwam ’t nooit, dat duurde nog een jaar. Ik zat dus in een soort overgang, van deugdzaam, vroom en nog net volgend naar stout, ondeugend en eigenzinnig. Dat vertaalde zich later in opstandig gedoe, in blijven zitten, in heibel aan het thuisfront.
We woonden in een huis, waarbij voor het gemak en uit kostenoverwegingen geen enkele rekening was gehouden met zaken als isolatie en wooncomfort, want je was doorgaans buiten, je at in ’t keukentje of je lag in bed. De periode werd ook vormgegeven door de eerste provo’s en een enkele op een Kreidler Florett rond de kerk scheurende ‘patatnozem’. Het was ook het jaar, denk ik, van de eerste automatiek in ’t dorp, waar je na inworp van een kwartje kon kiezen uit een assortiment dat bestond uit slappe knakworst of een klef slaatje. 1964 was ook het bouwjaar van mijn latere Eend, maar die reed ik vervolgens pas in 1972 in de prak….
Met Hemelvaartsdag 1964 fietsten we met drie vriendjes om 7 uur in de ochtend naar de Posbank, een met terugwerkende kracht vrij zinloze vrijetijdsbesteding, waarbij we rond 9 uur in druilerige omstandigheden bij Rheden wat kleffe broodjes consumeerden, nog eens 2 uur terugfietsten, waarna het avontuur ten einde was. Afgelopen donderdag, Hemelvaartsdag 2022, ‘dauwtrapten’ wij per auto naar Grolloo, onder meer de plek van het museum van Cuby and the Blizzards, de band van Harry Muskee, en opgericht in 1964, jawel! ’t Is een prachtige plek, boordevol nostalgie, herinneringen aan Eelco Gelling, Herman Brood, Herman Deinum, Erwin Java en daarmee is de cirkel van deze blog weer helemaal rond
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie