Presentatoren vormen een TV-gilde, dat zich in een jaar of twintig een nogal overdreven status heeft aangemeten, beheerd en geregeerd door populariteit en dus kijkcijfers.
Als je maar hoog genoeg op de popu-ladder klimt kun je ook hard vallen, daar weet Matthijs alles van. Daaronder rommelt en rotzooit het op dit moment als een tierelier, een ontwikkeling die wordt gevoed door jaloezie en misplaatste stemmingmakerij.
Twee lieden die in dat opzicht de aandacht trekken zijn het duo Pauw en Schimmelpenninck, waarbij de eerste onlangs in een VK-column nogal kinnesinnig werd afgebrand door de tweede, onder meer omdat ie als jongere oudere nog een lederen armbandje draagt en op de golfbaan te vinden is. Diezelfde Pauw werd afgelopen week nog eens gefileerd daar tal van andere betweters omdat ie tijdens het verkiezingsdebat van 12 maart met slechts drie partijen aan tafel gaat zitten. Pauw is arrogant genoeg om zich daar niks van aan te trekken, een eigenschap, die hij deelt met diverse soortgenoten op de publieke zender. Ze zijn allemaal niet te beroerd om de ander af te vallen, zolang dat hun eigen ego ten goede komt.
Een gebrek aan dossierkennis kun je de heren meestal niet verwijten. Het besef dat je zonder grondige voorbereiding net zo goed Pietje Puk op de praatstoel kunt zetten is volop aanwezig. Uiteindelijk zijn er dus overeenkomsten, maar ook grondige verschillen. Jeroen kan qua diepgang en pure kennis redelijk mee, opgebouwd door z’n langere staat van dienst. Qua sociaal inlevingsvermogen schat ik Sander hoger is, zelfs vanuit de wetenschap dat een deel van z’n performance gespeeld is, geil als ze beide zijn op kijkcijfers en publieke waardering.
Grote overeenkomst binnen het genre presentator is dat ze allemaal een trucje doen. Ze hebben een slimmigheidje bedacht waarmee vooral de eigen persoonlijkheid wordt gestreeld en gemasseerd. Verbale handigheid is eigenlijk de enige voorwaardelijke eigenschap en dat zit wel goed. Pientere vragen, liefst vergezeld van een kwinkslag zijn elementen van het verdienmodel van de twee en daarnaast bevat de bagage nog een vleugje snobisme, een snufje eigendunk en nog een handvol arrogantie.
Schimmelpenninck, afkomstig uit het inmiddels beladen Diepenheim, werpt zich graag op als een klokkenluider, als de grote bellentrekker. Het gekke is dat hij er een dubbele moraal op nahoudt. Enerzijds is hij niet te beroerd om mensen af te zeiken, zoals hij dat nu dus deed jegens Pauw, deels terecht, deels overtrokken, maar het grappige is dat hij in een aantal opzichten exact lijkt op z’n slachtoffer, qua doen en denken. Dat spiegelen van zijn zelfbeeld slaat hij gemakshalve over, waardoor z’n column het karakter krijgt van afgunstige haarkloverij. Sander breekt via Sander en de kloof wel eens een lans voor de minder bedeelden in de samenleving, maar hij maakt daarnaast reclame voor de bank Brand New Day, een instelling die geldt uitleent, daarvoor rente vraagt en dus in feite niets anders doet dan de traditionele geldschieters in dit land. Hij maakt daarvoor reclame te midden van de 28 alsmaar aanwezige en deels in financiële nood verkerende perrongasten, die nu ruimschoots te lang op die vermaledijde trein wachten.
Overeenkomsten zijn er genoeg tussen deze twee gasten. Zo vormt de spiegel waarschijnlijk een belangrijk hulpmiddel tijdens het dagelijkse uurtje ego-oefeningen. Daarbij hoort ook ongetwijfeld wat training van de retoriek, want een paar forse cliffhangers, pikant gepeperde citaten zijn een vereiste om pittig en origineel over te komen, met daarnaast het poneren van een zorgvuldige geselecteerde niet alledaagse stelling.
Schimmelpenninck heeft het financiële geluk aan zijn zijde gehad waardoor hij zich schrijvenderwijs en met hulp van zijn antecedenten kon manifesteren bij de Quote, en hij het zich ook kon permitteren om daar weer afstand van te nemen. Als je good-looking bent, redelijk slim en daarnaast een vlotte pen bezit kun je een eind komen, dat blijkt maar weer.
Op medianiveau bivakkeren een hele rits gelijkwaardige en mindere praatgoden als van den Brink, Kelder, Kokkelman en Huys, maar steeds vaker denk ik weemoedig terug naar de echte enige topper die in mijn optiek boven iedereen uitstak en waarschijnlijk soms ook wat meewarig kijkt naar het huidige gefriemel op de beeldbuis. Dat was uiteraard Sonja Barend, die naast messcherp en humoristisch ook nog eens wars was van trots en hoogmoed. Heimwee dus, veel heimwee!
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie