‘t Is best lastig om in oorlogstijd een blog te schrijven over de normale dingen des levens. Nu Poetin bewezen seniel is en zijn minister Lavrov er inmiddels achter is gekomen dat ze zich in Moskou hebben vergaloppeerd, is de ongecontroleerde expansiedrift van de Russen een feit, doen wij straks misschien de tijgersluipgang in onze nog wat uit te diepen kruipruimtes, in afwachting van de bom, denk ik wel eens fatalistisch. In het nauw gedreven dictators doen immers de gekste dingen en hebben volkomen schijt aan mensen en de mensheid.
Vrijwel alle deskundigen hebben de laatste dagen ongelijk gekregen en de analisten, zowel aan militaire zijde als binnen de economische invalshoek, blaten en raaskallen zich een liesbreuk. De Rabobank heeft begin deze week uitgerekend dat het conflict in de Oekraïne ons, in Nederland, € 1.000 per persoon gaat kosten en die calculatie vormt met zekerheid de allergrootste onzin van 2022 tot dusver, al was het maar omdat ze bij die boerenleenbank pakweg 386 variabelen over het hoofd hebben gezien.
De oorlogsretoriek, vergezeld van afschuwelijke beelden, verbleekt alle toekomstverwachtingen op de planeet. Wat daarbij vaak frappeert is het verschijnsel betrokkenheid en de diversiteit aan beleving onder de doorsnee burger. Ik geef toe dat ik wat bovengemiddeld betrokken ben bij alles wat er gebeurt, maar gisteren hoorde ik een paar mensen – weliswaar met een lichte beperking – hun grootste zorg uitspreken: de benzineprijs, onze benzineprijs, en dat ie zo hoog is. Het was hun grootste pijnpunt, de brandstof. ‘Als die pijplijn er straks maar blijft liggen….’ Empathie, wat extra invoelingsvermogen richting Oekraïnse bevolking ontbreekt vaak volkomen, bestaat niet, en het empathisch vermogen van jan-met-de-pet blijkt nogal divers te zijn, ook al is dat wellicht een overbodige constatering.
‘Wat vind jij nou van Stefan de Vrij bij Inter. Ik vind ‘m hartstikke goed draaien, veel beter dan bij Lazio!’ Een flard van een gesprek in een wachtruimte van een naburig ziekenhuis, waar ik voor een akkefietje-met-gelukkig-goede-afloop nadrukkelijk zat mee te luisteren. Hardop en zonder gêne ouwehoerden twee simpele boerenpummels over de Nederlandse inbreng in het Italiaanse voetbal. Kan dat dan niet meer? Mag er niets meer dan en kun je ’t alleen nog over die verdomde Russen hebben? Ik weet het niet, maar mijn gevoel zegt: nu even niet, hou je harses, denk even na, of doe iets nuttigs en maak een tientje over naar het Rode kruis, zoiets. Waarschijnlijk is een leven zonder invoelingsvermogen een stuk gemakkelijker. Je slaapt een stuk beter zonder betrokkenheid, als je je niet continue probeert te verplaatsen in de ellende van een ander, als je slechts lult over jezelf en paar banale items als voetbal en ‘Wie is de Mol’? Teveel empathisch vermogen is ook verdomd lastig, dat besef ik. Je kunt immers als individu niet de last van de wereld op je schouders nemen. Je kunt het er echter wel over hebben, laten merken dat je er mee bezig bent, medemenselijkheid tonen.
Een andere invalshoek: Baudet heeft ons deze week laten zien weliswaar inlevingsvermogen te hebben, maar toonde andermaal aan geen flikker begrepen te hebben van de geschiedenis, het feit dat het verleden achter ons ligt, dat dictators doorgaans foute types zijn. Baudet is zelfs een paar maten gekker dan z’n maatje Poetin, heeft alle gevoel voor realiteit verloren en er is blijkbaar een wetswijziging voor nodig om z’n rol in Den Haag, in ons land, te elimineren. We zijn na z’n recente uitspraken en tweets in een andere fase terecht gekomen, zijn parlementaire eindfase vooral. Het laatste brokstuk Baudet bestaat uit een minuscuul pezewevend, hitserig mannetje dat, ondanks zijn vermeende kennis van Griekse wijsgeren op geen enkele manier nog in staat is te beseffen dat de tijd van de VOC voorbij is, dat vroeger vooral verleden tijd is en dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben, ongeacht kleur en religie. Baudet heeft zichzelf door zijn openlijke steun aan, en begrip voor Poetin toegevoegd aan de inmiddels immense lijst met overbodige en overtollige human beings, met Trump als koploper en waarvoor slechts een grondige en definitieve uitschakeling als enige oplossing resteert. Ook dat is gevoel, mijn gevoel, vooral tijdens de opwellende tranen bij het kijken naar de beelden uit Kiev. Daarbij gingen m’n gedachten terug naar eind 1971, toen ik uit m’n gammele schuttersputje kroop en m’n Uzi moest inleveren. De zestien maanden daarvoor hadden wij intensief geoefend in het bestrijden van de denkbeeldige Russen die weldra in werkelijkheid bij Winterswijk zouden binnenvallen. Toen kwamen ze niet. Nu, een halve eeuw later, staan ze voor de deur, huiveringwekkend beangstigend!
Toch peur ik op deze mooie zondagochtend moed uit de gigantische aantallen wereldwijde protesten die zelfs de conservatieve diehards in het Kremlin zouden moeten raken. Hoop doet leven, een klein stapje op weg naar het juiste gevoel.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie