‘Hoi, ik kan heel goed springen met m’n fiets’. Met zijn blauwe ogen en blonde krullen roept het 6-jarige jochie me spontaan en van afstand aan als ik door een bosje in mijn wijk loop. ‘Zal ik ’t laten zien?’ Met een hupje komt z’n voorwiel 10 centimeter van de grond en ik klap enthousiast in m’n handen. Kinderen, spontaniteit, onschuld, heerlijk is het en wat moeten we vooral dat tijdvak koesteren, de periode dat ze nog niet worden beheerst door de telefoon, dat ze nog niets weten van de ellende die hen straks via de socials gaat overspoelen. Ik aai ‘m nog eens over de bol en met een ‘doei’ maakt hij nog wat vervolgsprongetjes, op weg naar straks, naar later, naar ouder.
Vorig weekend waren wij getuige van een hoogtepunt voor mijn kleindochter van 5,5. Samen met 50 andere kinders mocht ze afzwemmen voor het A-diploma, een geweldige gebeurtenis voor de schare zelf en voor de ruim aanwezige aanhangende meute van ouders, grootouders en andere supporters. Ik zat met vochtige ogen van ontroering naar het prachtige gespartel te kijken en de hoeveelheid trots was immens, met de complimenten voor al het bad-personeel dat er een festijn van maakte. Ik moest nog even terugdenken aan die ene keer dat ik honderd jaar geleden een poging deed in het bad van ’t Walfort te Aalten en na een halve minuut uit het water werd gesommeerd wegens smokkelen bij het watertrappelen. Die levenslange frustratie vloeide voorgoed weg bij het kijken naar mijn Nova, en het was om van te smullen toen de voltallige gediplomeerde schare nog eens een ererondje om het bad liep met het omhoog geheven diploma richting uitbundige supporters. Week werd ik ervan, geweldig!
Dit soort gebeurtenissen staan in schril contrast met hetgeen zich verder in de grote-mensen-wereld voltrekt, waardoor ik vorige weekend nog even meedeed aan de nationale vogeltelling, het summum van nationaal faunagetrut, waarbij je als volwassen Nederlander wordt gevraagd in een infantiel half uurtje wat rondfladderend grut in je stadstuintje te registreren? Traditiegetrouw deed ik toch mijn twijfelachtige plicht, volkomen in strijd met mijn redelijk ontwikkelde gevoel voor flauwekul en tussen 12 en 12.30 turfde ik op de tablet vijf huismussen, twee merels, een houtduif en drie koolmezen, waarbij het zwerk in diezelfde korte periode werd doorkruist door negen straalvliegtuigen en een paar vluchten buiten mededinging koersende wilde eenden, waardoor het maffe gehalte van de gebeurtenissen nog eens werd uitvergroot, qua gekte die dag nog slechts overtroffen door een in het plaatselijk dagblad beschreven reddingsactie van de Ugchelse brandweer die in haar goedbedoelde pogingen om teckel Pipa uit een dassenburcht te redden het volledige ledenbestand van Das & Boom over zich heen kreeg. Door dat soort berichten is de landelijke vraag naar de pil van Drion waarschijnlijk weer toegenomen, maar verder bevatte de afgelopen week veel prachtige momenten, zoals die in het zwembad of in het bos. Dat verdrijft het negatieve sentiment, daar kun je dan weer een tijdje op teren, dan krijgt zelfs de hervatte X-terreur van Wilders een betrekkelijkheid die je eenvoudig kunt parkeren, voor misschien wel een week, als we gaan horen wie de hoofdschuldigen zijn van de mislukte Plasterk-pogingen.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie