Een paar dagen geleden keek ik naar de documentaire over de Stones in Zuid-Amerika. De nummer 1 op de kandidatenlijst ‘hoogstwaarschijnlijk binnenkort overleden muzikanten’, is Keith Richards, en die positie bekleedt hij al een jaar of twintig. Hij heeft er echter allemaal schijt aan en naast het feit dat je simpelweg wat geluk moet hebben met het ouder worden, is het ook helder dat plezier in hetgeen je doet, aanmerkelijk bijdraagt aan de betere kansen op een stukkie doorleven. Met z’n bejaardenarmpjes, rokend en drinkend en voorzien van z’n derde kunstgebit is Keith inmiddels 73, staat stralend op de bühne, toont zijn grote genieten aan met 1.842 lachrimpels en lacht hij alles en iedereen uit als het weer gaat over het wonder van zijn bestaan. Uiteraard krijgen de voorspellers een keer gelijk, maar dan heeft ie al zeker vier levens geleid en er dus nogal ruim uitgehaald wat erin zit. Mick Jagger is een gezondheidsfreak en zo mogelijk nog een groter mirakel. Ook een vermelding waard is de manier waarop Charly Watts, de 75-jarige drummer, al 60 jaar z’n ding doet. Wars van elke vorm van publiciteit, showbizz en andere flauwekul weet hij op de enige aan hem gestelde vraag zijn leven in twee zinnen te schetsen. ‘Tot m’n dertiende had ik nog een banjo en speelde ik wat piano. Toen kreeg ik van m’n vader een drumstel en daarop speel ik nu 60 jaar’. Einde verhaal. Geen anekdotes, geen escapades, geen drugs, geen vrouwen, nog een stuk saaier zelfs dat ‘t leven van landbouwer Piet Ploeg te Oude Pekela. Wat een schitterende documentaire en wat een mooie verhalen, groot contrast met de treurige artikelen deze week over al die artiesten die in 2016 naar hogere sferen zijn vertrokken, waardoor 2016 het predikaat ‘rampjaar’ krijgt. Wat een onzin. De meesten, van David Bowie tot Cohen en van Prince tot George Michael hebben tijdens hun leven mooie dingen gedaan – smaken verschillen trouwens – en dat werk krijgt na hun stoffelijke vertrek alleen maar meer glans, zo werkt het. De gemiddelde leeftijd van muzikanten ligt waarschijnlijk lager dan dat van de doorsnee-burger, maar er zijn nog ongelooflijk veel grootheden volop actief, ook vanuit de sixties, dus laten we direct stoppen met dat dramatische geneuzel.
Tussen Kerst en Nieuwjaar is het altijd prettig TV kijken. WK Darts, de Top 2000, terugblikken in 100 soorten en maten, veel muziek, veel drama in de wereld en een flinke hoeveelheid nostalgie zorgen er, samen met een beperkte bewegingsvrijheid, voor dat ik aan de buis zit gekluisterd. Zo kwam ik erachter de lengte van de muzikale USA-carrière van Herman Brood and his Wild Romance in 1979 exact twee minuten duurde. Toen donderde hij, stoned en dronken, het publiek in en was de voorstelling ten einde. Verder zorgen op dit moment de naweeën van een stevige narcose, in combinatie met een waslijst aan medicatie ervoor dat ik binnenkort helemaal van de drank af ben en dat gegeven vormt dan weer direct een belangrijk voornemen voor 2017: opnieuw zorgvuldig opbouwen!
Toch nog even over de toespraak van de koning die door iedereen als verrassend realistisch is beoordeeld. Ik heb ‘m inmiddels twee keer afgeluisterd, je doet eens wat met die dagen. De eerste keer denk je aan een versie van Lucky, maar omdat de tweede versie toch wel behoorlijk identiek was, denk ik dat ie ‘t meende toen hij ons allen aansprak op verdraagzaamheid en andere normale waarden, die ook alle politici in ons land, zouden moeten najagen. Over een paar dagen begint de echte verkiezingscampagne en gaan we kijken of mijn gevoel – populariteit Wilders zakt iets – uitkomt.
Politiek gezien hoop ik dat de Europese leiders gaan luisteren naar de de Duitse filosofe Ulrike Querot, die een reddingsplan voor Europa heeft opgesteld, een reddingsplan met 50 gelijkwaardige republieken met dezelfde munt, hetzelfde bankenstelsel, dezelfde rechten maar ook dezelfde plichten. Europa ligt op z’n kont, verkiezingen beloven vooralsnog veel foute uitslagen maar als we vanaf nu een aantal grote denkers, waaronder deze Duitse dame, een podium geven, kunnen we misschien nog net op tijd de teloorgang van onze democratische verworvenheden uit de puinhopen redden, zonder vijfentachtig muren, zonder obstakels, maar op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Ik weet het, het klinkt naïef en ik pieker me af en toe suf over onze planeet, maar toch denk ik dat er mogelijkheden zijn. Ons eigen politieke stelsel met de zestien splintertjes van dit moment is niet zo belangrijk in dat grote geheel. Wel belangrijk is het gegeven dat wij in dit poldertje heel erg hard roepen om verandering en revolutie, terwijl we het hier in alle opzichten zo ongelooflijk goed voor elkaar hebben. Op de social media trof ik deze week een staatje met onze nationale scores op allerlei gebied, waaronder levensgeluk, betaalbare zorg, goeie pensioenen etc. Vooral koesteren….. ik kom er nog op terug.
Fijne laatste dagen van 2016 gewenst.
See you.
Geef een reactie