Lastig hoor, om in een periode als deze boeiende items te verzinnen waarover ik a. iets kan melden en b. dat ‘iets’ ook de lezer boeit. De sport ligt op z’n kont – nou ja, Wüst en Kramer trekken nog wat baantjes, waardoor zelfs Atje Keulen-Deelstra een rentree overweegt – en er wordt deze week niet geregeerd omdat alles en iedereen met reces is. Ik heb nog niemand gehoord, die enig verschil waarneemt. De week staat wel in het teken van muziek, een maatschappelijk belangwekkend onderwerp dat eigenlijk nog veel belangrijker wordt naarmate ander, vervelend nieuws overheerst. Muziek heeft, net als sport, een sterk verbroederend en verbindend effect. Deze week had ik al de optredens van de Stones in Zuid-Amerika genoemd, maar er zijn tal van andere voorbeelden – de blues zelf voorop – die op een prachtige manier bijdragen aan de positieve ontwikkeling van de mens, beetje filosofie van de kouwe grond.
Niet alleen beluisteren van muziek, maar ook het spelen ervan, heeft veel meerwaarde. Het ontspant en relativeert. Ok, je moet ‘t een beetje in je hebben, het moet je liggen, er moet van huis uit iets gestimuleerd zijn en je moet er tijd en gelegenheid voor hebben. Spelen in een band was al sinds 1965 mijn jongensdroom, maar ’t is er nooit van gekomen. Op dat moment zat ik nog in de fase ‘Heinzelmänchenswachtparade’ van Kurt Noack op de Kriebel-piano bij m’n ouders (in die tijd klonk dat vreselijk klassiek, maar ik was er best trots op dat ik ‘m onder de knie had) en daarna is mijn muzikale bijdrage beperkt gebleven tot een beetje geklooi op de electrische gitaar (als de buren weg zijn, via de Marshall-versterker) of het akoestische exemplaar. Jazeker Ben, Gerhard en anderen, ik weet het, het blijft behelpen, maar met een dertigtal akkoorden kom je in principe een heel eind en het gebrek aan spannende rifjes compenseer ik met een briljant stemgeluid…., de covers vliegen door de kamer, heerlijk. Dat mijn drumstel vorig jaar een kort leven beschoren was, was heel spijtig maar zo’n ding haal ik in 2017 nog een keer op, terwijl daarnaast nog ergens een mondharmonica in een laadje ligt te wachten op wat revival. Dat musiceren geweldig boeit en verbindt, zag ik gisteravond nog tijdens een weergave van een uitverkocht Carré-concert van het gelegenheidstrio Boudewijn de Groot, Henny Vrienten en George Kooymans, zo’n beetje elkanders tegenpolen in hun persoonlijk muziekleven, maar nu gebundeld tot een tijdelijke, nieuwe sound waarbij vooral de adoratie van de Groot en Vrienten richting Kooijmans opviel, sinds 1965 de belangrijkste en fors onderschatte Earring-gitarist. Gezien? Anders gauw even terugkijken – het uur van de Wolf, van donderdag 29-12.
Het jaar zit er nu echt bijna op en ik vind het jammer dat ik vandaag niet kan deelnemen aan de traditionele, fraaie, regionale winterwandeling, ditmaal rond Breedenbroek en Voorst. Een licht winters landschap en een beetje bijpraten met een aantal bekenden, wat ouwe koeien uit de sloot halen met een hapje en drankje vormen fijne ingrediënten op zo’n dag, al waren met name de slokjes in het verleden in combinatie met enige gladheid nog wel eens de oorzaak van een fors geschonden aangezicht bij thuiskomst. Volgend jaar ben ik er weer bij. M’n heuprevalidatie loopt lekker en m’n van nature nogal beperkte portie geduld is nog net voldoende groot om januari te halen. De jaarwisseling zorgt ongetwijfeld voor een soort gereguleerde aanvulling van dit saldo.
Nou gaat Obama op de valreep nog allerlei maatregelen nemen jegens de Russen in verband met de recente hacks op de Democratische Partij. Logisch, maar wel wat laat en ’t heeft ook veel weg van pesterij naar Trump, die daar vanaf januari weer veel last van heeft als hij vanaf dat moment Vladimir’s schoenen wil gaan poetsen. ’t Wordt sowieso een jaar om met afgrijzen aan te beginnen, maar aan de andere kant: times they are ‘achangin, en je kunt ook zeggen dat de situatie in de wereld niet veel slechter kan dan op dit moment. Ooit zal de bom wel barsten, maar ’t is nu de week van de relatieve pais en vree.
Vorige week was ik bijna klaar met een kerstverhaal, een vertelling over zwarte en witte schapen, maar vooral over herders, in al hun maffe verschijningsvormen van deze tijd. Net niet op tijd af, maar gezien de verwachting dat de absolute gekte op deze planeet nog wel even zal voortduren, pas ik ’m over een jaar nog iets aan.
Ik wens iedereen een fantastisch mooie jaarwisseling en een in alle opzichten voorspoedig, gelukkig en liefderijk 2017, we’ll meet again.
See you.
Nog even een gouwe ouwe van The Guess Who, vanaf de sixties de Canadese tegenpool van de Europese bands en onmetelijk populair in Noord-Amerika. ‘American Woman’ was een grote hit en de band tourt nog steeds door grote delen van Noord- en Zuid-Amerika, technisch begeleid door mijn volle neef Gary uit Winnipeg, grappig!
American Woman
voor de echte liefhebbers het ultieme toetje: had mijn pianoconcert kunnen zijn
Geef een reactie