Meestal laat ik geen gelegenheid voorbij gaan om goed om me heen te kijken, te zoeken naar tafereeltjes en anekdotes, naar verbazingwekkende gebeurtenissen, soms klein, soms groot, af en toe geweldig positief, vaak ook teleurstellend, en steeds vaker verbijsterend.
Zo waren wij vorige week bij de expositie Good Looking in Ruurlo, waar een aantal portretschilders van het niveau Rembrandt-plus werkjes hadden tentoongesteld, waar de klasse zo hard van afdroop, dat ik bijna per direct besloot om m’n eigen goedbedoeld fabrikaatjes van het niveau Rembrandt-min/min/min op de stortplaats te dumpen, in m’n schulp te kruipen en een andere hobby te starten. Een paar keer dacht ik werkelijk naar een foto te kijken en bleek ‘t toch weer acrylverf-op-paneel te zijn, met een onwaarschijnlijke precisie. Heerlijke kunst was het, met een positieve impuls, ondanks mijn eigen inkeer, die de dagen daarna alweer verdween en heeft plaatsgemaakt voor het plan om ook maar eens portretten te gaan painten, soort van omdenken dus.
Deze verbluffende gebeurtenis maakte even later plaats voor een andere variant, toen wij een biertje deden op een terras in onze woonplaats, matig bezet, maar niettemin met wat reuring door vreemdsoortige bezoekers. Wij treffen het in dat opzicht vaak, maar ’t kan ook zijn dat ik een antenne heb ontwikkeld voor afwijkend gedrag. Een paar meter verderop zit een Engels duo wat te pimpelen, zij een forse witte wijn, hij een witbiertje, met wat brood. De telefoon gaat….bij haar, volume acht. Er wordt een soort xxl-formaat uit de tas getoverd, en ze begint vervaarlijk hard op de glasplaat te kloppen, net zo lang tot de verbinding weg valt. Ik hoor een Engelse vloek en halve minuut later een herhaling van zetten, nu met succes. Er is verbinding…en hoe. Via de luidspreker kan de rest van de bezoekers meegenieten van het vraag-en-antwoord-spelletje met het thuisfront te Cambridge, or where ever. Het gesprek duurt pakweg 15 minuten, waarbij ze niet de moeite neemt om zich heen te kijken of te informeren naar het storingsgehalte van haar individuele optreden, hoewel menig gast verstoord om zich heen kijkt, en nog net geen aanstalten maakt om een forse mep uit te delen. Ieder voor zich en God voor ons allen is langzamerhand verworden tot het levensmotto van steeds meer lieden. De Engelse heer zit ogenschijnlijk onverstoorbaar doch iets hoofdschuddend – maar dat kan ook Parkinson zijn geweest – om zich heen te kijken, als zij daarna nog kort – oh dear! – voor hem samenvat wat er gaande was…., want dat wist hij nog niet.
Gisteren was ik nog even in de fijne Hanzestad Deventer, vlakbij de IJsselkade, tegenover de Worp, toen plotseling acht waterscooters highspeed de rust kwamen verstoren, een enkeling met 100 km per uur, de rivier verziekend, het uitzicht belemmerend, de sfeer verpestend. Wij keken als pontjespubliek meewarig naar dit misselijke schouwspel, waarbij drie van ons als vanzelf en zeer synchroon de wijze, dikke middelvinger opstaken, als gezamenlijk protest, als teken van afkeuring. Niks doen is geen optie in dat soort gevallen, zonder dat iemand overigens de illusie had dat deze lui de scooters per direct gedwee, gevoed door wat voortschrijdend inzicht gingen terugbrengen naar de verhuurder. Dit soort staaltjes verbijstering over asociaal gedrag neemt raps in aantal toe, afgelopen week slechts overtroffen door de boerenprotesten in Stroe, waar sommige agrariërs tegenover de pers nog eens nadrukkelijk aantoonden er geen kloot van begrepen te hebben. ‘Wi’j bunt now eenmaol op de boerderi’j geboren en dus gaon wi’j deur met koeien melken’. Hoe stom kun je zijn? Verbijsterend stom dus.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie