Afgelopen week kreeg ik een bericht via de buurt-Whatsapp over een inbraak bij mij in de straat. Daar word ik ongelooflijk onrustig van, omdat onze wijk in een alleszins redelijke buurt staat met weinig instantcriminaliteit, waar zelden of nooit iets aan de hand is en die nu plotseling in trek is bij dat verdomde inbrekersgilde, op hun zoektocht naar buit.
Vanaf zo’n moment overweeg ik beveiligingscamera’s, extra sloten, prikkeldraad, een kalasjnikov en een honkbalknuppel, kijk ik regelmatig spiedend door het keukenraam de straat over, of loop ik met speurende blik een blokje om. De enige keer dat ik iemand langzaam fietsend en met een merkwaardige blik in de ogen zag rondstruinen, bleek het te gaan om een nog niet geheel geïntegreerde asielzoeker die het fietsen nog niet volledig beheerste, zijn ongelooflijke best deed om te acclimatiseren en niet van z’n stalen rosje te donderen, daarbij dus ook nog eens argwanend nagekeken. Kortgezegd: je zit in een mum van tijd op een verkeerd oordeel en voor je ’t weet ben je vandaag de dag een discriminerende racist. ’t Is een wat lange intro, maar via dat lokale speurwerk, noem het persoonlijke betrokkenheid, viel het oog vanochtend op de krantenjongen, normaliter een scholier of student, op zoek naar wat reservepegels om het uitgavenpatroon te bestrijden, armoedzaaiers pur sang dus, want opstaan voor dag en dauw om de buurt te plezieren met een ochtendblad – dat in de meeste gevallen pas in de avond wordt gelezen en dan qua nieuwswaarde al weer zo achterhaald is dat de meerwaarde van het fenomeen, met uitzondering van achtergrondverhalen, steeds kleiner wordt – is eigenlijk niet meer van deze tijd. Een lastige zin die desondanks klopt en voordat we nog verder uitweiden, het gaat dus om die krantenjongen en dan heb je toch al gauw een beeld van een schriel ventje uit een sociaal karig milieu, een beeld dat vorig jaar al aan het kantelen was omdat ik toen voor dag en dauw een bejaarde dame op een krakkemikkige fiets deze duivelse ochtendactiviteit zag uitvoeren. Ze had zichtbaar moeite met het lezen van de juiste adressen en het kwam een keer voor dat er een briefje in de bus lag met de beverige vraag of we de fout bezorgde NRC even aan de buurvrouw wilden overhandigen, maar verder diep respect voor dit moedige gedrag, in regen en wind uitgevoerd, tegen een absurd lage vergoeding en op tijdstippen dat ook de wat verlate crimineel nog op pad is.
Het standaardbeeld is de afgelopen twee dagen nog verder aan diggelen gegaan. Op beide dagen reed er een hoog op de poten staande SUV de straat door, waarbij het na enig Googlewerk bleek te gaan om een Volvo, type XC 40. Achter het stuur van het ‘karretje’ zat een gedistingeerde heer in grijs kostuum van rond de 50. De krantjes werden, weliswaar iets later dan gebruikelijk, keurig afgeleverd, waarbij hij even later in omgekeerde richting de even nummers afwerkte, weliswaar met enkele achteruitrij-vergeetmomentjes, maar desondanks alles naar behoren ingevuld. De vraag die opdoemt: is dit de krantenjongen 2.0, of de vader van een zieke bezorger, misschien de zoon van de aan corona overleden oudere dame of toch die aan lager wal geraakte ZZP-er? Ik kijk het nog een paar dagen aan, zo in de ochtend rond 6.00 uur, en bij twijfel trek ik misschien nog eens onverhoeds de voordeur open als hij aan komt lopen, omdat mijn nieuwsgierigheid nu eenmaal enorm ongedurige trekjes bevat.
Verdere onthullingen volgen.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Hoi Roel, het allemaal te maken met ons referentiekader dat in de loop van de tijd erg beïnvloed wordt door de vaak populistische verslaggeving.
Leuk voorbeeld vind ik altijd als je hondenbezitster bent en ’s avonds laat nog over straat loopt met je hond is dat gewoon, maar als je zonder hond ‘ s avonds laat nog over straat loopt denkt men vaak aan heel dingen. Groet uit Ruurlo