Als je iets ouder wordt, denk je vaker terug aan vroeger. Dat klinkt verdomd oubollig, maar je hebt steeds meer herinneringen en zo lang je niet alleen blijft hangen in die vergetelheid is er weinig aan de hand. Ons geheugen is een gek ding, vooral door die scheefgroeiende verhouding tussen de lange en de korte termijn, waar ook de wetenschap nog steeds geen hout van begrijpt.
Het jaar 2019 telt voor mijn twee momenten om bij stil te staan. Het is bijna 15 jaar geleden dat mijn wijze vader overleed. Paps en ik hadden een wat lastige verhouding, vooral omdat we elkaar niet altijd even goed begrepen. Senior was vroom, heeft elk woord in de Bijbel z’n leven lang letterlijk geloofd en beleden en leefde dat leven conform de voorschriften en richtlijnen van de Nederlandse Hervormde Kerk. Niks mis mee natuurlijk, maar het betekende wel dat we nogal eens wat conflictjes hadden, meningsverschillen, wederzijds onbegrip en ik denk dat hij ‘t soms moeilijk met me heeft gehad. Toen ik nog thuis woonde en in mijn stoute periode nog wel eens volkomen lazarus het huis binnenviel was dat weleens aanleiding voor een stevige woordenwisseling, die zelden leidde tot begrip. Lastige onderwerpen als politiek kwamen sporadisch op tafel en nadat mams weer sussend haar rol als mediator had vervuld werd ‘t weer rustig, in elk geval tot het weekend daarna. Pa was in alles serieus, in z’n werk als huisschilder, als voorzitter van de christelijke gemengde zangvereniging, als vader, als echtgenoot en ook als opa. Z’n werkelijke mening kwam niet altijd uit de verf of werd gekleurd door die van mams, die hij tot aan z’n dood volgde in alles wat ze deed. De laatste jaren van zijn leven werd z’n wereld klein, steeds kleiner. Meneer Alzheimer deed z’n onzalige werk en plotseling was het te laat om de vroegere gebeurtenissen nog eens te evalueren. De overeenkomsten met het bestaan van m’n zoontje werden steeds groter. Het niet weten, het niet beseffen, de achteruit-ontwikkeling duurde bij Thomas bijna 9 jaar. Ons knuffeltje heeft nooit echt geweten dat hij er was en ik acht de kans vrij klein dat we elkaar ooit nog in een andere dimensie ontmoeten om eens even bij te praten. Zijn leventje eindigde bijna 20 jaar geleden en toen hij in m’n armen z’n laatste adem uitblies, was dat een moment van bevrijding, voor hem, voor ons. Het bijpassende verdriet was groot, maar er was ruimte voor voldoening na een zware, zorgzame periode. Deze gedachten laat ik maar even de vrije loop op een winderige, regenachtige zondagmiddag in maart 2019. Komende week ga ik op beide grafstenen maar eens een bloempje leggen, even terugdenken, even stilstaan, voordat we weer verder kachelen in de betrekkelijkheid van het mooie leven en ons weer mateloos opwinden, ook op deze digitale plek, over de samenleving in al haar absurde geledingen.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Wat een mooi geschreven stuk Roel. Oprecht en ontroerend.