In een periode dat intimiteiten tot genietingen uit het verleden lijken te behoren, vraag ik me af hoe het verder moet straks, vanaf 2021. De crisis resulteert in een massa veranderingen voor onze samenleving en als het aan Japie van Dissel ligt keert de ongedwongen vrijheid van weleer nooit meer terug. ‘Je weet maar nooit’ lijkt de lijfspreuk te zijn van deze personificatie van het begrip voorzichtigheid. Groot voordeel is dat die verdomde driedelige begroetingskus voor eeuwig uit het straatbeeld verdwijnt. Het was natuurlijk ook nergens op gebaseerd en ik ben persoonlijk even kwijt hoe die ontwikkeling ooit zo uit de klauwen is gegroeid. Die vluchtige hatseklasjes op de wang kunnen best vervangen worden door een kus op de hand, mits die ontsmet is, of anders op het voorhoofd. En verder….weg ermee, naar de vergetelheid. Wat resteert is de inniger variant, voorbehouden aan echte vastberaden intimi, en bedoeld als ondersteunend gebaar bij hechte vriendschappen of het onderdeel liefde. De zoen hoort sowieso niet thuis op de wang, maar vol op de bek, met de tongzoen als overtreffende trap. Die tongzoen gaat dan doorgaans snel gepaard met een sterk toenemende behoefte aan andere intieme handelingen, al snel resulterend in gefrunnik aan kledingstukken en het betasten van lichaamsdelen, waarvan het vervolg niet thuishoort in een column als deze, maar overgaat over naar de fantasie van elke individuele lezer en via deze uitvoerige omweg namen mijn eigen gedachten onlangs weer eens de vrije loop en kwam ik in een moment van reflectie uit bij een historisch dagje uit een ver verleden, dat – pas op! – een licht erotisch tintje bevat en daarom wel voor wat luchtigheid kan zorgen in deze donkere dagen. Een anekdote dus.
’t Was in de derde klas van de HBS, toen de schoolprestaties onder invloed van andere, veel belangrijker zaken, fors onderuit gingen en de aandacht verschoof naar andere liefhebberijen. Ik was in m’n herinnering net zestien op de dag dat het klassenfeest was gepland, inclusief wat frivole activiteiten die in duaal verband moesten worden afgewikkeld. Het ging in dit geval om een fietstocht, dwars door de groene velden rondom Aalten en daarvoor had klasse- en aardrijkskundeleraar Keizer duo’s samengesteld die – al dan niet met voorbedachte rade – een soort puzzeltocht dienden te volbrengen, om toch nog een zinvol element toe te voegen aan deze, aan de wilde avond voorafgaande overbruggingsuurtjes. In mijn klas zat ook Sjoerdje, blond, fris en Fries, waarvan het strakke gerucht rondging dat ze er nogal van hield, al wist niemand daar het fijne van. Dat maakte ‘t eigenlijk nog spannender. Sjoerdje en ik werden gekoppeld en we fietsten die dag met nog een ander tweetal en met prachtig weer doodsaai door het buiten-Aaltense coulissenlandschap, totdat Sjoerdje een kwartier voor terugkomst verklaarde: ‘Roel en ik gaan hier even uitrusten, we zien jullie straks weer, doei’, waarna de twee anderen – iets van Joop en Gerdien – zwaar verbouwereerd doorpeddelden en wij een aangenaam rustplekje opzochten onder een grote beuk, in het lange gras en vooral buiten het zicht van andere recreanten. Sjoerdje bleek er inderdaad van te houden, leerde me binnen het uur behoorlijk volwassen worden en bezorgde me bij terugkomst een nauwelijks te omschrijven soort van overwinningsgevoel, waardoor de rest van de dag in een gelukzalig roze roesje werd ondergedompeld, dat op gezette tijden nog even voorbij komt.
Ach, sweet memories, en dat dus in een tijd waarin we het spontane kusje moeten gaan vervangen door een schouderklopje, een elleboog, een high five of een minzaam knikje-met-buiging, gecombineerd met een glimlach. Het wordt nooit meer wat het was, en ik denk nog even een beetje weemoedig terug aan toen, onder die boom.
Fijn weekend.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie