Als je in Zeeland, rondfietsend, de eindeloze einder aftuurt, vraag je je onwillekeurig af waarom we steeds weer vaststellen dat Nederland vol is. Datzelfde ruimtelijke gevoel heb ik ook in Drenthe, Oost-Groningen, sommige stukken van de Achterhoek en in een paar delen van Brabant, waaruit blijkt dat er nog plek zat is in deze polder, mits je daar oog voor hebt.
Wij zaten dus de afgelopen dagen in Zeeland, Schouwen Duiveland om precies te zijn en die locatie was een wat slap alternatief voor onze voorgenomen vrijetijdsbesteding in Schotland, die om bekend veronderstelde redenen geen doorgang kon vinden. Schotland en Zeeland hebben beide veel water en vergezichten, maar daarmee houdt de vergelijking wel zo’n beetje mee op. Vakantie 2020 is vooral zoeken naar alternatieve tochtjes, naar andere opties om wat muntjes te spenderen en dan loop je tegen allerlei opvallende zaken aan, als je daar oog voor hebt althans. Zo wordt het centrum van Renesse gekenmerkt door een zwaar gereformeerd kerkgebouw waarvan het dienstdoende college notabelen een tijdje geleden onder druk van de lokale VVV akkoord ging met het voorstel om bij de entree van de kerk de oorspronkelijke, statige kastanjebomen te vervangen door een vijftal slappe olijfbomen in onooglijke potten, gecombineerd met een achteraf wel erg armetierig gebleken solitaire palmboom, waardoor duidelijk is geworden dat zeelucht niet alleen maar gezonde bestanddelen bevat. De wil om er mediterraan bij te horen krijgt daardoor een nogal geforceerd karakter, maar dat zal de doorsnee toerist in het dorp uiteraard worst wezen, een artikel dat gretig aftrek vond bij de grote verzameling horeca-bedrijven dat onder het motto luctor et emergo nog iets probeert te redden van het verloren seizoen. Bij die pogingen had de lokale ijsventer de naam van zijn loket plotseling voorzien van een corona-C, dat nu dus als IJswinckel door het leven gaat, waarschijnlijk vanuit de onvermijdelijke gedachte dat die mutatie ambachtelijkheid suggereert, en dus verkoopstimulerend uitpakt.
Verder hadden we een paar overnachtingen geboekt op een Fletcher-locatie, als vanouds met een geweldige landgoedligging en met het traditionele interieur uit de jaren vijftig, waarin uit nostalgische overwegingen de geur van nicotine nogal halsstarrig wordt gekoesterd.
Omdat het briesje van 31 januari 1953 een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten in het Zeeuwse land bezochten wij verder het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk, mooi gehuisvest in een vijftal voormalige gebruikte caissons, waar op tientallen creatieve wijzen de ramp inzichtelijk wordt gemaakt met indrukwekkende beelden en visualisaties als herbeleving.
De echte ouderwetse vakantiedrukte ervoeren wij tijdens een bezoekje aan Zierikzee, mooi dorp aan de Oosterschelde, dat bij ons vanaf gisteren vooral bekendheid heeft gekregen door het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen, zodat wij noodgedwongen het volledige centrum via éénrichtingsverkeer vijfmaal per auto doorkruisten om vervolgens in het verderop gelegen Bruinisse de beoogde lunch te bestellen. Het leven heeft ons, kortom, in al z’n facetten weer in z’n recreatieve greep en het lijkt al weer tijden geleden dat de krapte aan IC-bedden hèt nationale discussiethema was.
Prachtige week gewenst.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie