Gadverdamme, we hadden afgelopen week te maken met een verstopping. Bij elke toiletgang of bij het afpompen van de wasmachine hoorden we wat gebrubbel, ergens ver weg, diep in de krochten van onze woning, waarbij je niet weet waar de oorzaak zit, maar dat de kans groot is dat ie zich onder het huis bevindt, in de afvoerbuis naar het gemeentelijk riool.
Van die wetenschap kan ik knap onzeker worden, want het probleem leek hardnekkig en ik weet van een paar jaar geleden dat de ontstoppende lieden zich doorgaans bewust zijn van hun monopolie-positie en daarop hun uurtarief baseren. Zijn ze eenmaal binnen, dan is terugkeer niet mogelijk, zo ook dit keer. De kruipruimte ging open, Gerrie de ontstopmeneer lag al binnen een minuut horizontaal op 70 cm diepte en begaf zich in tijgersluipgang verkennend naar de ellendige oorzaak van het euvel, voorzien van een mijnlamp en gewapend met een boormachine en nog wat langdradig spul. Dan sta je bij dat gat te koekeloeren, waarin het heerschap zojuist is verdwenen en waarbij hij een meter of vier verder wat ondergronds gemompel produceert dat a. niet te herleiden is, b. geen antwoord vereist blijkbaar en c. ook niet leidt tot een vraag van mijn kant of ie suiker in de koffie wenst.
Oeps, hij komt er aan, sluipt terug.
‘En, iets gevonden?’
‘Mompel-de-mompel-kreun-en-steun, ditheknognooitezeen, hejdaoreenteekningvan?’
‘Nee.’
‘Mmm, d’rziterguseenpiepkemet‘ngekketrommeldran, nooiteerderezeen, wetnogniethoekdatmotoploss’n’
‘Tja, ‘t is net zo’n woning als de rest in de straat’, probeer ik de boel wat te nuanceren.
Gerrie mompelt en pruttelt wat na, waarschijnlijk vooral om zijn aanstaande factuur te rechtvaardigen, en verdwijnt met lamp en kabel weer ondergronds. Ik hoor wat boren of schroeven en laaf me aan de gedachte dat ik ooit een andere studierichting heb gekozen. Er komen weer wat hardnekkige werkgeluiden uit het onderaardse, maar de buren bellen nog steeds niet met een lekkagemelding. Tien minuten later is ie er weer, met toch een redelijke opgeklaarde tronie, ook al is ie helemaal besmeurd door rood zand en wat zich doorgaans in een kruipruimte allemaal verzamelt in een jaar of twintig.
‘Ksnaprniksvanhoezeda’edoanhebt,moar kiek’s, hier hek’ttoch met op’elost’, en hij toont een lange ontstoppingsslang annex trekveer met aan het einde een wat vochtig-bruine rioolkleur.
Even later doen we nog een evaluerend bakkie en mag ie z’n verhaal nog even doen, dramatisch afgevend op z’n vorige werkgever en de bouwer van onze woning, en vooral inzoomend op de romantiek van het ontstoppersvak.
Hoe dan ook, Gerrie did it, een ogenschijnlijk onoplosbaar probleem in no time naar het verleden helpen, dankzij doortastend vermogen, oog voor de situatie, juiste analyse en een plan van aanpak, plus een forse dosis doorzettingsvermogen. Het zijn, valt me op, allemaal kenmerken die de formateurs in ons land zo node missen. Gerrie for president, denk ik even, maar dat dacht ik een dag later ook van de bezorger van een nieuwe wasmachine die het defecte exemplaar vrijwel in z’n eentje twee trappen naar beneden tilde, een tafereel dat ik met m’n kantoorpostuurtje slechts met veel bewondering aanschouwde en een klaterend applaus nauwelijks kon onderdrukken. Hulde aan alle stoere werklui.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie