In mijn omgeving wappert tegenwoordig op veel plekken de Achterhoekse vlag en ik loop me al wekenlang af te vragen wat mensen bezielt als ze dat regionale dundoekje zo opzichtig aan de voorgevel monteren. Het groenwitte stukje textiel flappert en floddert aan vlaggenmasten van huizen, flatgebouwen, boerderijen in dorpen en steden, terwijl er niets te vieren is, waarna blijkbaar een merkwaardig gevoel van chauvinisme als argument resteert dat ervoor zorgdraagt dat de enigszins gefrustreerde Achterhoeker voor zichzelf een stukje erkenning in de paal hijst, een fenomeen dat zich ook voordoet in Friesland en nog enkele andere gebieden in ons land. Is het gewoon trots omdat je puur toevallig in deze regio bent geboren? Wat maakt het dat de Achterhoeker zichzelf moet bevestigen via zo’n opzichtig stukje vlagvertoon. Is dat bekrompenheid, een ondervonden gebrek aan waardering of zit er iets anders achter? Zo ja, wat is dat dan? Ik ben zelf geboren en getogen Achterhoeker, heb gewoond in achtereenvolgens Silvolde, Varsseveld, Doetinchem en Lochem, verkering gehad in de overige plaatsen dus ik ben een kenner, ik spreek prima plat-Achterhoeks als ’t moet, maar nooit heb ik het gevoel gehad dat de veelal bezongen en uitvergrote eigenschappen van de Achterhoek nu zo bijzonder afsteken bij de rest van onze polder. Men kijkt hier doorgaans erg lang de kat uit de boom – net als in Drenthe – is standaard nogal terughoudend bij de toenadering door ‘vremd volk’, behalve uiteraard als er geld aan kan worden verdiend – net als in Brabant – we hebben het ‘noaberschap’, een soort van eerste burenhulp bij ongelukken waar ik persoonlijk slechte herinneringen aan heb en verder ‘bezitten’ we uiteraard een geweldig stuk natuur, weliswaar doorspekt met de onvermijdelijke en soms indringend stinkende megastallen, maar doorgaans nog aantrekkelijk genoeg om heerlijk doorheen te fietsen.
Persoonlijk vind ik chauvinisme een vervelend begrip omdat de grens met nationalisme snel vervaagt en die ontwikkeling past voor geen meter in het snel veranderende wereldbeeld. Een stukje realisme is dus op z’n plaats. Ik gun iedereen z’n vlag en ik denk en hoop dat deze commerciële hausse over een jaar wel weer voorbij is, dat we dan beseffen dat we vooral gewone Nederlanders zijn, net als de Groningers, de Limburgers en Zeeuwen. Dat zijn waarschijnlijk wel weer typische Achterhoekse brokjes nuchterheid, maar dan op een wat minder enge wijze, mag dat ook? Overigens, voor de liefhebbers, de vlag symboliseert het coulissenlandschap van de Achterhoek met ‘kronkelende wegen met bomen erlangs’. Kronkelende wegen met bomen erlangs…een merkwaardig stukje eigenzinnigheid.
Het kan qua vlaggen trouwens nog gekker. De vlag van mijn eigen gemeente staat hiernaast afgebeeld en niemand, helemaal niemand weet iets te zeggen over de oorsprong van het belabberde ding. Het geval roept in elk geval iets op van ‘Lochem…je kunt er alle kanten mee op, vooral per trein!’
Als er dan toch gehesen moet worden is het tijd voor de Europese vlag, want dat getuigt in mijn optiek van erkenning van de geglobaliseerde wereld en ik denk dat ik vanuit Londen maar eens een stapel laat aanrukken binnenkort. Voor de uitzondering, en vooral op de valreep van deze column dan toch nog een flinterdun stukje driekleur via Max Verstappen na z’n zege op Hockenheim en de podiumplek van Steven Kruijswijk in Parijs. Chapeau!
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie