Wekenlang had ik me er al op verheugd. De conjunctie van 21 december 2020 zou onvergetelijke momenten opleveren. Saturnus en Jupiter, de twee reuzenplaneten van ons zonnestelsel, met bij elkaar pakweg 150 manen, stonden op die datum bij elkaar, over elkaar, naast elkaar, konden elkaar raken, als je de echte afstand van zeshonderd miljoen kilometer even buiten beschouwing laat.
Eens in de paar honderd jaar voltrekt deze gebeurtenis zich en dan maak je dat ook nog eens mee tijdens je eigen beperkte leventje van pakweg een jaar of 80. Enige randvoorwaarden: de blik op het zuidzuidwesten, vrij uitzicht en bij voorkeur geen of alleen lichte bewolking. De voorbereidingen waren getroffen, de plek was bepaald, al lastig genoeg want in deze weliswaar vrij vlakke, maar desondanks conjunctieonvriendelijke regio beland je niet zo snel op een locatie die aan alle voorwaarden voldoet. De buien- en wolkenradar voorspelden weinig goeds en op de dag zelf, gisteren dus, was het somberheid troef rond het als ideaal aangekondigde tijdstip van 17.30 uur. Met die vooruitziende blik ging ik dus een dag eerder op pad, waarbij bleek dat veel van die soms als schitterend beschreven Achterhoekse bomenrijen de horizon verdomd sterk vertroebelen en het zicht op het zwerk ontnemen. Verder kunnen wolkenpartijen soms prachtige zonsondergangen toveren, maar in dit soort gevallen pakken ze ernstig belemmerend uit. De locatie was gesitueerd op vrijwel dezelfde breedtegraad als die van de zonsondergang in dit jaargetijde, dus dan denk je eindelijk dé lichtvlek te hebben gespot, is het slechts de nasleep van dat andere hemellichaam, dat weliswaar vrij essentieel is voor ons voortbestaan, maar niettemin vrij nutteloos staat te hinderen.
Mijn zoektocht ging dus verder, tot rond 20.00 uur de lucht klaarde, de maan tevoorschijn kwam en ik toch het immense tafereel, ergens vrij ver weg in het fraaie buitengebied, aan de oever van de Berkel, heb kunnen aanschouwen. Op zondagavond, 20 december, een etmaal voor het ultieme ideaalmoment, raakten de twee gigaplaneten elkaar bijna, kon ik zelfs met m’n onbenullige Samsung-telefoon een plaatje maken en was ik daar, in alle stilte, getuige van iets groots, iets onmetelijks. Ik stond op een brug, even niet gehinderd door lawaai, lichtvervuiling, corona of andere aardse beperkingen en het gevoel van nietigheid die over me heen kwam was indrukwekkend. Iets verderop scheen de maan en tien minuten later was het weer bewolkt, maar de beleving was er niet minder om en de ontspanning die de aanblik van die versmelting met zich meevoerde zorgde ervoor dat ik de hele weg huiswaarts in de tweede versnelling reed, in mijn geval bijna verontrustend beheerst.
De eenwording van de twee planeten, door fatalisten uitgelegd als een voorbode van naderend onheil en misschien zelfs een verlate effectuering van Nostradamus’ voorspellingen over het einde van de wereld, was een imposant en fascinerend fenomeen, dat ons nog een week zal blijven boeien. Het verschaft ons in deze tijd van onzekerheid en duisternis een letterlijk lichtpuntje, net als de wetenschap dat vanaf vandaag de dagen weer gaan lengen en de vaccinaties gaan starten. Hoop, veel hoop!
Een fijne kerst gewenst.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Mooi geschreven! Zen, dat is bij jou een bijzonder moment, denk ik.