Sinds een jaar ben ik door maatschappelijk plichtsbesef èn de vraag van een leuke buurvrouw gestart met vrijwilligerswerk. Per slot van rekening zijn er grote doelgroepen die in toenemende mate vragen om aandacht en ondersteuning en voor je ’t weet wordt je zelf die doelgroep binnengeschoven en ben je blij met een chauffeur, een fietsmaatje of een gesprekspartner-in-barre-tijden. Vanuit de invalshoek taxichauffeur rij ik regelmatig met oudere dames een rondje over ’s Heren wegen, op weg naar een poli, een ziekenhuis of andere hulpverlenende adresjes, waar je vervolgens de tijd moet zien te lenigen tot de klant de terugreis weer kan aanvaarden. Nou is geduld niet mijn best ontwikkelde competententie en dat is nu juist de deugd die je daarbij nodig hebt, al was ’t maar om de bloeddruk een beetje onder de duim te houden. Afgelopen week zat ik weer eens in zo’n oefensessie in de wacht-ophaal-koffieruimte van een regionaal ziekenhuis. De dame in kwestie was een leuke kletstante, die zich had laten ontvallen geen enkel idee te hebben hoe lang de afspraak zou duren, dus wat extra lectuur voor de wachtperiode was geen overbodige luxe. Nadat ik de Volkskrantbijlage al twee keer had doorgenomen kwam de vriendelijke dame mij even melden dat ‘t nog wel even kon duren omdat de medicatie nog moest landen om vervolgens op de uitwerking te worden getest. Details laat ik buiten beschouwing met het oog op de wet op de privacy. Na 1,5 uur een aantal schrijnende gevallen van gebroken heupen en armen, scheurbuik, melaatsheid, tuberculose, doof- en blindheid en enkele Fibrodysplasia ossificans progressiva voorbij te hebben zien scharrelen, een tweetal sudoku’s te hebben opgelost en op mijn smartphone nog een aantal volkomen overbodige apps te hebben geïnstalleerd, liep ik nog wat rond te struinen, me daarbij verbazend over het aantal functies dat in zo’n hospitaal in stand wordt gehouden omdat een aantal mensen nu eenmaal deel uitmaakt van het meubilair. Zo viel mijn oog op een tweetal ongetwijfeld lieve dames, dat, voorzien van stewardess-achtige gelijkkleurige rokken en sjaaltjes, dienstdoet als gastvrouw of wellicht hostess, maar die ik tijdens m’n hele wachttijd niet één keer kon betrappen op daadwerkelijke ondersteuning omdat het duo alleen maar, redelijk verscholen, aan de koffie zat te leuteren, waardoor ik mezelf maar net kon bedwingen bij het stellen van een paar recalcitrante vragen. Inmiddels zag ik op het digitale mededelingenbord dat de afspraken van de specialist van mijn klant geen uitloop kenden, een gegeven dat me nauwelijks geruststelde en bovendien leidde tot de ongestelde vraag voor wie deze info eigenlijk is bedoeld, als je als passant toch niet weer hoeveel tijd er staat voor een ontmoeting of behandeling. Er valt nog veel te verbeteren in deze wereld… Verder had een amataurpianiste het plan opgevat om in die 1,5 uur het volledige 27-delige klavierrepertoire van Mozart te spelen, in de volslagen misplaatste overtuiging dat het redelijk chagrijnig-ogende publiek daar wat vreugde aan kon ontfutselen, een veronderstelling die door een onjuiste afstelling van enkele hoger gelegen toetsen volledig de mist in ging en nu waarschijnlijk leidt tot wat extra drukte in de praktijk van de lokale KNO-arts. Tijdens de ouverture in opus D-mineur stuiterde er voor de derde keer een taxichauffeur binnen onder het roepen van ‘mevrouw Klossewinkel..?’, een Toon Hermans-achtige oproep die bij niemand een reactie deed ontstaan, waarna hij deze actie nog eens elke vijf minuten tevergeefs herhaalde, hetgeen hem zichtbaar teleurstelde en menigeen dan toch nog wat lachstuipen bezorgde.
Uiteindelijk kwam het goed en mocht ik met mijn goedgemutste 80-jarige bijrijdster naar huis, in de wetenschap dat de volgende rit wat extra bagage op de achterbank wordt gedeponeerd in de vorm van een dekentje en een hoofdkussen.
Een fijne koningsdag gewenst.
See you.
Geef een reactie