Albert en Mina Holkenborg waren nog zo van plan geweest om dit jaar voor het eerst sinds 1978 met vakantie te gaan. Albert had in februari zijn kleine kippenboerderij aan de Boomakkerweg in Lunteren verkocht, verpatst aan buurman Henk te Grotenhuis, en van die centen hadden ze een bungalow gekocht aan de Hoge Veenweg, want erg avontuurlijk ingesteld waren de Holkenborgjes niet opgegroeid en er moesten ook nog wat muntjes overblijven voor de vakantie en twee elektrische fietsen. Duitsland zou het gaan worden, met de boot.‘Wel oubollig’, hadden de kids nog wat gezeurd, maar ach, dan loop je ook geen risico en voor alles werd gezorgd. De rug van Albert was al niet meer toppie en de spataderen van Mina namen zodanig in omvang toe dat ze er bijna het circus mee in kon. Binnenkort zou huisarts Gerda even langskomen voor een trek-adviesje. Bovendien had Mina nogal last van winderigheid de laatste tijd en met dat soort zaken is het goed oppassen als je naar ‘t buitenland wilt. Nee, dan kwam zo’n reisje vanuit Arnhem best goed uit en ‘t ach, ‘t was maar een weekje, dus ze waren ook weer snel thuis. Albert had ooit vroeger wel eens zo’n tochtje gemaakt, lang geleden, ergens in 1962 dacht hij, samen met z’n moeder die toen al flink aan de diabetes was en kort daarna al de nog resterende adem uitblies.
Eind februari hadden ze geboekt bij rederij Feenstra, van de Rijn Lijn in Arnhem, met een annuleringsverzekering, ‘want je wist maar nooit’, had de dame van ’t boekingskantoor hun nogmaals op het hart gedrukt. Het was op 11 mei dat ’s ochtends de telefoon ging en dezelfde dame belde met de mededeling dat het reisje niet doorging. ‘Voorlopig hebben we alles moeten annuleren door het coronavirus’ luidde de boodschap, dus klaar waren ze ermee. Ze kregen nog iets van een ‘foutsjer’– of zoiets, een soort tegoedbon waarmee ze later nog eens een poging zouden kunnen doen.
Wat nou.., gewoon thuisblijven in hun riante optrekje met uitzicht op het Lunterse Buurtbosch of toch nog iets anders? Albert en Mina waren bepaald niet ondernemend aangelegd, maar helemaal niks doen met die centen van de boerderij was ook hen wat te gortig en ze keken wel eens naar dat leuke B&B-programma van Max. Daar waren hele aardige adresjes bij waar ze best eens naar toe wilden met hun inmiddels wat aftandse rode, maar intussen wat gebleekte Opel Corsa. Albert had, kippig als ie was, net vorig jaar met veel moeite z’n rijbewijs verlengd en Mina had na haar rijexamen in 1982 hooguit een paar honderd kilometer per jaar achter het stuur gezeten. Misschien konden ze de vakantie wel eens gebruiken om wat meer ervaring op te doen, en dan het best in een rustige omgeving met zo’n mooie B&B-locatie. Samen met dochter Ans en schoonzoon Wim werd uiteindelijk iets gevonden in de Achterhoek, in de buurt van Zieuwent. Het zag er mooi uit, er liepen ook nog eens kippen op het erf en op 10 augustus was het zover. De reis van Lunteren naar Zieuwent stond op punt van beginnen en de afspraak was dat Albert het eerste stuk voor z’n rekening zou nemen, gewoon binnendoor, veilige route via Hoenderlo. ‘De laatste 20 kilometer’, had Mina gezegd, ‘ga ik het weer eens proberen’, en ondanks de enorme hitte van die dag verliep de 71-kilometer lange tocht perfect, al hadden ze wel het idee dat veel mede-weggebruikers meer haast hadden dan zij. Er had al een paar keer iemand de middelvinger opgestoken en ook waren verschillende automobilisten de koplampen aan het testen. Mina en Albert werden er flink nerveus van…..
Gisteren reed ik, op pad voor wat sociale bezoekjes, in het buitengebied van Ruurlo, op de Tolhutterweg, bijgenaamd Psalm 199, toen voor me het verkeer stagneerde en zich een kleine file vormde tussen Ruurlo en de afslag naar Halle Heide. Na wat inhaalmanoeuvres, zat ik even later achter een aftandse Opel Corsa, die bij nader inzien met een snelheid van 28 kilometer per uur midden op de vrij smalle weg voortraasde en de rest van het verkeer hevig frustreerde. Het lange rechte stuk van Psalm 119 bood soelaas en daar kon ik het vehikel passeren, waarbij een schalkse blik naar rechts duidelijk maakte wat en waarom zich dit tafereel voordeed. Achter het stuur, en met de neus tegen de voorruit, zat een grijs-gepermanente dame van pakweg 75 lentes, op de achterbank stond de gemeenschappelijke hutkoffer en op de trekhaak hingen, wat schuin, twee ogenschijnlijk vrij nieuwe e-bikes. Het hoofd van de dame vertoonde gelijkenissen met een rijpe tomaat en in de spiegel zag ik de één na de ander passeerbewegingen maken. De Corsa is vermoedelijk intussen in Zieuwent aangekomen en ik denk dat beide inzittenden een aantal dagen volledig van de leg zijn, toe aan wat rust op het zorgvuldig geselecteerde B&B-adresje in de mooie Achterhoek.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie