Volgens mij loopt het uit de hand.
Tot vorig jaar wierpen wij ruimhartig pakweg elke maand een paar muntjes in de analoge collectebus. Het goede doel was daarmee in een enkele klink-klonk gediend, de bus rammelde ouderwets en we konden weer verder met onze dagelijkse flauwekul.
Er is de afgelopen periode iets heel erg misgegaan, want de-deur-aan-deur-collecte is dramatisch geprofessionaliseerd.
Een korte weergave van een recente en waarschijnlijk al breeduit geïmplementeerde gebeurtenis.
Trriinngg…
‘Goedemiddag, ik ben Tim van de Leprastichting, heeft u daar iets voor over?’
‘Natuurlijk Tim, ik haal een paar muntjes.’
‘Mag ik eerst even iets vertellen over de leprastichting.’
‘Mmmm, kan ’t kort?’.
‘Leprapatiënten hebben voor hun behandeling deze hele strip met pillen nodig – toont strip – en blablabla…
‘Goed, ik geef je 5 euro, kan ik pinnen?’
‘Nou nee, dat ga ik u uitleggen en dat doen we tegenwoordig digitaal op de tablet.’
‘Vooruit, als t niet te lang duurt.’
‘Mag ik uw gegevens noteren?’
‘Allemaal voor die 5 euro…..?’
De tenen beginnen al flink te krommen en in mijn aanzienlijke voorhoofd vormt zich een forse rimpel.
‘Omdat bij ons veiligheid voor alles gaat nemen we dit gesprek even op, ok? Dan hebben we daarna geen last meer van elkaar. Mag ik uw bankrekeningnummer?’
‘Nee.’
‘Oh, jammer, maar dan doen we ’t anders, dan krijgt u na afloop van dit gesprek een mail en een telefoontje om alles door te nemen. Gaat u daarmee akkoord?’
‘Diepe zucht….doe maar.’ Mijn frustratiedrempel is inmiddels zwaar overschreden en ik kijk de straat af naar meer lijdende voorwerpen.
Tim noteert zich ijverig bijkans een rotje en meldt tussen de bedrijven door dat het vandaag goed gaat met de ledenwerving. ‘We hebben vandaag al 25 nieuwe donateurs gevonden, met z’n drieën.’ Hij glimt van trots en ik ga een tijdje op m’n andere been staan.
‘Gewoon met de bus gaat ‘t toch sneller volgens mij’.
Ik tuur naar zijn rond de knieën sterk gehavende spijkerboek en hou me in.
Tim doet onverstoorbaar nu al 20 minuten zijn promotionele werk en gaat – heel verstandig – niet in op mijn inmiddels fors opgelopen en waarschijnlijk zichtbaar verhoogde bloeddruk, waarvoor wellicht straks het Rode Kruis nodig is om die weer in het gareel te krijgen, een stichting die ik jaarlijks giraal een warm hart toedraag.
Tim doet tot slot nog een vragenrondje waarop ik via een bandje drie maal akkoord moet inspreken en geeft nog wat Hiltermanniaans en volkomen overbodig uitleg over de toestand in de wereld ten aanzien van lepra in het algemeen en die van Afrika in het bijzonder, verstrekt aanschouwelijk wat ongevraagde ellendige beelden van leprapatiënten-in-de-eindfase en neemt afscheid met nog eens driemaal dank.
Tim is natuurlijk een hartstikke aardige jongen, maar ik heb een bloedhekel aan ‘m gekregen.
Na Tim’s vertrek krijg ik per direct een mailtje en een sms over het fijne gesprek dat ik met Tim heb gevoerd en de melding dat hij met volle teugen heeft genoten van het winderige halfuur aan de voordeur.
Een dag later volgt een telefoontje met een prettig klinkende dame die me andermaal de hemel inprijst voor mijn enorme bereidwilligheid om een paar euro te betalen, per maand….
‘Super, fantastisch, enorme steun, etc etc.’ Die babbel duurt nog eens 10 minuten en aan het eind heb ik 20 euro toegezegd. Het omslachtige gedoe betaalt zich dus uit omdat veel mensen waarschijnlijk overstag gaan als gevolg van de sterke mediatraining die het wervende klootjesvolk heeft gevolgd.
Waarschijnlijk zitten we middenin het goede-doelen-seizoen, want in dezelfde week komen nog wat verzoeken binnen van Greenpeace, Amnesty en Slachtofferhulp om mijn reeds bestaande donaties – ‘waarvoor veel dank!’ – te accentueren via een nieuwe, en vooral periodieke bijdrage. Ik ga de komende maand al mijn goede doelen screenen, maar dat voornemen had ik vorig jaar ook al, en het jaar daarvoor.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie