Ex-judoka Henk Grol verdient een plekje in een column. Ter toelichting: Henk Grol ging na de OS in Rio via een dieet van kroketten en gebakken piepers over naar een andere gewichtsklasse. In Brazilië werd ie vroegtijdig op de mat gekieperd en de klasse boven de 100 kilogram, schoon aan de haak, ach, daar deden alleen maar vrij domme krachten aan mee, waardoor de kansen op goud met gezwinde snelheid naar grote hoogten stegen.
Grol, afkomstig uit het niet meest intellectuele deel van ons land, had de medaille slechts voor het oprapen. Hij ging er weliswaar nog even voor naar Tokio, maar ‘t begeerde kleinood had ook wel direct per aangetekende post naar Veendam kunnen worden gestuurd, formaliteitje, kwestie van drie rondjes en klaar.
Henk Grol is eigenlijk van het type half zwaargewicht, dus zonder die onnatuurlijke extra’s. Dat belangrijke plusje ontbreekt ook in z’n bovenkamer en niemand van de begeleiding van team Oranje heeft hem ooit verteld dat het er heel misschien een kansje was dat het mogelijkerwijs niet zo’n abc’tje zou worden, zoals ie zelf had uitgedacht.
Goed, de Spelen dus, en de Oezbeek Oltibojev had die natuurlijke kilo’s en de nuttige hersencellen wel.
De partij in ronde 1 was na 25 seconden voorbij via een ippon en het commentaar van Henk luidde: ‘ik ben een stomme lul’, waarmee alles wel gezegd is eigenlijk.
Henk mocht daarna nog even een scala aan grotendeels ook falende collega’s aanmoedigen, stond nog één keer op de mat tegen dezelfde Oltibojev in het kader van een teamonderdeel en lag toen na 19 seconden al op z’n rug, waarmee hij dus in elk geval z’n eigen record brak en de waterlanders weer overvloedig stroomden.
Omdat Grol dus wat beperkingen bevat, schoof hij ook nog even aan bij Derksen en van der Gijp, waar de fijnbesnaarde ironie vorm krijgt via onderbroekenlol en waar Henk nog eens door de gehaktmolen ging omdat humor nu eenmaal een lach en en traan bevat, zelfs die van genoemd duo.
Henk Grol heeft naar eigen zeggen behalve zes pagina’s met blessures niets overgehouden aan z’n sportieve loopbaan, moet nu z’n Olympische auto inleveren bij van den Hoogenband en rijdt de komende jaren wat op z’n solex rond de kerk in Veendam. Hij liet zich en passant nog even ontvallen dat hij wel een boek kan vullen met z’n verhalen, dus ‘t wachten is op een auteur die nog eens uitgebreid uit de doeken doet hoe een judoka kan falen, waarna het leven van Grol waarschijnlijk voortsukkelt en hij over een jaar of vijf uit ellende toch die flinke eik aan het Eexterveenschekanaal op draagkracht gaat testen.
Grol heeft dus hulp nodig en misschien – een bruggetje – kan ik hem nog inschakelen bij de bouw van een boot, gezien de onthutsende voorspellingen van het Intergovernmental Panel on Climate Change – zeg maar het internationaal klimatologisch zorgcentrum – over de oorzaken en gevolgen van de immense branden en overstromingen van dit jaar. Geen verrassing uiteraard, maar ik pieker me een ongeluk over maatregelen, ondanks het feit dat de hoogtemeter in mijn woon- en verblijfplaats nog een schamele 14 meter boven ANP noteert, een naburige berg zelfs 48.
Mijn al eerder aangegeven voornemen om een ark te bouwen krijgt een forse impuls door dit rapport en ik moet daar eens over gaan praten met bevriende klussers die op hun erf ruimte hebben voor een kleine scheepswerf. Noach werd immers ook uitgelachen toen hij destijds z’n scheepje bouwde, en toen kenden we slechts een zondeval. Vanuit Den Haag komen geen inspirerende daden om het tij te keren en dus denken we nog een paar jaar dat een beetje zandmotor bij Hoek van Holland ons wel afdoende gaat beschermen. Het klimaat huilt zich intussen een wolkbreuk om dit amateuristische tranendal en ik doe stiekem even mee.
See you.
Ik wil er nog wel ff op wijzen dat Henk Grol niet representatief is voor Veendam. Ik kan het weten, want ik kom er zelf vandaan. Lachen weer Roel, kostelijk.