Het fenomeen vorst sloeg tijdens de kerstdagen onbarmhartig toe. De ene na de andere variant kwam voorbij en door de gedwongen omstandigheden ga je daar, onderuit gezakt, wat kennis van nemen.
Fijn heette het te zijn voor de marathonslovers, die op een natuurijsbaantje in Groningen een rondje of tachtig de ijskoude vruchten plukten van de plotselinge vorst. De schaverdijnende zwoegers trotseerden Siberische omstandigheden door een rondje of tachtig kwiek en fier te zwieren om daarna met een ’jao, ’t ging wel lekker, prachtig dat ‘t weer een keer kon’, in datzelfde troosteloze, vlakke decor nog vijftig rondes na te rijden, soort van cooling down.
Een andere als matige vorst te kwalificeren variant stond ons op Eerste Kerstdag te woord vanuit Huis Ten Bosch. De regisseur had gekozen voor veel afleiding, waardoor de 830 woorden tellende speech glans en waarde verloor door weinig majesteitelijk gefriemel met de handjes, een paar achtergrondschilderijen en een immense vaas met bloemen. De woorden en zinnen kwam er zonder haperingen uit, en Willy deed z’n stinkende best bij het benoemen van wat zaken, die hem zo hard hadden geraakt in de afgelopen periode. ’We geven het een naam’ had de speechschrijver gedacht, en liet een boerengezin uit het Groningse Overschild met lekkende melkkelders, alsmede wat zorgverleners spontaan uit de pen vloeien. Jammer dat nergens een zweempje zelfreflectie voorbij kwam, met wat aandacht en/of excuses voor de persoonlijke corona-dwaaltochten van hem en z’n gezin. Het tonen van een stukje kwetsbaarheid maakt immers meer los dan duizenden gladgepolijste woorden, maar omdat Rutte in een vlaag van kerstzwakte heeft gememoreerd aan het inzetten van de koning tijdens volgende formatiepogingen, had het monarchiale ego blijkbaar een te forse boost gekregen.
De derde vorst met kunstjes zat in Monte Carlo, waar een immense verzameling Russische en Chinese circus-atleten aan de jetset mocht tonen hoe ingewikkeld het menselijk lijf zich in allerlei complexe bochten kan wringen, bewonderenswaardig als je daar een half uur naar zit te koekeloeren. De oplettende kijker kon ook helder waarnemen dat prins Albert op verschillende momenten van het gala meer over zijn buitenechtelijke kinders zat na te denken, dan over de prestaties van de trapezewerkers, en dat was dan weer prettig camerawerk!
De vorst met de meeste indruk werd toch die van de kerk, de paus dus, Franciscus, die op een bijna leeg Pietersplein vrijwel geen onderdrukt volk of beschadigde natie ongenoemd liet, waardoor de toespraak ons deed beseffen dat de noodlijdende wereldbevolking met vele procenten is toegenomen, en waarbij hij opriep tot dialoog bij het zoeken naar oplossingen, zoals al z’n voorgangers dat ook al vruchteloos deden, en eveneens vanuit de wetenschap dat die dialoog er niet gaat komen. Hij houdt wel de illusie van het geloof nog even in stand, want waar hoop is gloort een horizon en in dat opzicht was hij ook wel te duiden als strenge vorst. Ik mag ‘m wel.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie