De al vrijwel niet meer te overbruggen kloof tussen de politiek en de burger is afgelopen week nog eens met duizend lichtjaren vergroot door intensief gehampel in de Tweede Kamer en het zoveelste aftreden van bewindslieden, al had Bijleveld daar nog een forse christen-democratische schop onder de kont voor nodig. Nu, pal na het drie maanden durende zomerreces, bleken Wilders, Baudet en van Haga op het strand nog stevig te hebben gebladerd in het handboek voor niet-sporende politici, zodat de ether weer in no time werd vervuild met termen die weinig van doen hadden met politiek, maar meer met egocentrisch, koeterwaals gebrabbel.
De start van het parlementaire jaar dus, waarin alleen Laurens Dassen prachtig wist te scoren met een aangenomen motie tegen vertrekkende bewindslieden die het met de regels van integriteit en zuiverheid van handelen niet zo nauw nemen. Dat mag gerust een topprestatie van Dassen worden genoemd, waar de traditionele linkse partijtjes alleen maar tijd lijken te hebben voor wat gezamenlijk geflikflooi en daardoor niet meer in staat zijn verder te komen dan wat loze kreten over een ‘eerlijker Nederland’, en ’tijd voor verandering’, slogans die anno 2021 geen hond meer aanspreken, laat staan de modale kiezer. Het gesukkel op links begint vormen aan te nemen van parlementaire bejaardengymnastiek, tot mislukken gedoemd, mits daar uit de rokende puinhopen plotseling een nieuw licht gaat branden. In elk geval profiteert Volt volgens de peilingen volop van deze ontwikkeling en dat is op z’n minst een wake-up call voor de rest.
Politieke deskundigen en columnisten geven dezer dagen hoog op van de kansen voor Pieter Omtzigt om straks, na de onvermijdelijke nieuwe verkiezingen, met de grootste partij in de Kamer te komen. Groep Omtzigt, vooralsnog met slechts één volksvertegenwoordiger, zou dan de vruchten gaan plukken van zijn vasthoudendheid tijdens de behandeling van misstanden van de toeslagen van rechthebbenden door de belastingdienst, een hele mond vol, maar ’t klopt. Omtzigt, gisteren door Bert Wagendorp de Wreker uit Enschede genoemd, zou dus klaar zijn voor een glorieuze comeback in de politiek, na een burn-out, na maandenlang herstel, en na het schrijven van zijn boekje Een nieuw sociaal contract, waarin wordt uitgelegd hoe het allemaal moet…straks….ooit. Een sociaal contract, waarmee het gapende gat tussen burger en politiek moet worden gedicht, de geloofwaardigheid terug moet, de integriteit wordt hersteld en waarmee de gewone man dus weer weet waar ie aan toe is. Ik geloof er geen donder van! Pieter Omtzigt is weliswaar een aimabele, deskundige vent, maar ook zachtaardig. Omtzigt heeft te weinig harde Fortuyntrekjes, heeft uiteraard gelijk, maar krijgt de actuele machthebbers niet achter zich en al helemaal niet de flinterdunne bestuurlijke laag aan en onder de top. Bovendien wordt ’t een helse klus om voldoende kwaliteit en kwantiteit bij elkaar te schrapen voor het bemensen van al nieuwe zetels. Pieter moest eergisteren nog een traantje menselijkheid wegpinken bij Tweebeeke aan tafel en daar wint ie vast nog wat sentimentjes mee. Hij voelt het als zijn plicht om de kruistocht jegens de traditionele gezagsdragers aan te gaan, maar ik ben bang voor allerlei vormen van nieuwe versplintering binnen het afbrokkelende Haagse bolwerk, waardoor straks een Don Quichot-achtig scenario dreigt. Desondanks wens ik hem en al zijn nabije Sancho Panza’s veel sterkte.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie