Binnenkort reis ik weer eens af naar een kliniek, omdat het fysiek wat forse steekjes laat vallen. Een kleine medische correctie moet leiden tot minder pijn en meer energie om m’n resttijd op deez’ aardkloot wat aangenamer te kunnen beklijven. Dat klinkt vrij zwaar aan het begin van een column op maandag, maar op een bepaald moment, bijvoorbeeld na wat gesprekken met leeftijdgenoten, verwordt de toekomst soms tot iets waar we ons zo aangenaam mogelijk doorheen moeten worstelen, zeker in de maand december. Na de kerst heb ik die relatieve somberheid doorgaans weer aan de weg gezet en richten we de bik op wat een mooi jaar moet gaan worden, ook al is het nog even zoeken naar de juiste positieve signalen, die daarbij behulpzaam kunnen zijn. We’ll wait and see.
Goed, tijdens dat bezoek aan ’t hospitaaltje – waar wij maar amper tijdig arriveerden omdat oma Tut en opa Grut de kar op de A12 weer nauwelijks in de vierde versnelling wisten te krijgen, waardoor de bloeddruk tot vervelende proporties steeg – had ik een gesprekje met de behandelend geneesheer, een neurochirurg in dit geval, waarvan je op voorhand denkt: ‘hele piet’! Het ontzag en de bewondering groeiden gestaag, vooral toen ie mijn MRI op het scherm toverde en nadrukkelijk het probleemgebied wist te determineren, luisterend naar de naam hernia nuclei pulposi . Zittend in stropdas en witte jas achter z’n bureau en de laptop hielden die begrippen eenvoudig stand. Tien minuten na het gesprek zag ik ‘m van achteren door de gang sjokken, dus het gedeelte met z’n burgerkloffie, de aftandse sportschoenen, de x-benen en een slome, wat waggelende tred en op dat moment was ie gewoon een kwetsbaar mensje en werd gek genoeg mijn positieve verwachtingspatroon rond de ingreep plotseling naar beneden bijgesteld. Volkomen belachelijk natuurlijk, maar blijkbaar draagt het uiterlijk, in dit geval alleen dat stukje witte textiel, overdreven sterk bij aan beelden en vooruitzichten.
In afwachting van die verdere gebeurtenissen zijn wij ons dus mentaal en fysiek aan het voorbereiden op de kerst, de dagen met doorgaans meer verplichtingen dan levensvreugde, maar omdat ik ooit traditioneel protestant ben opgevoed staat er straks weer een echte boom in de kamer, de laatste jaren zelfs een Nordmann. Dat zijn mooie exemplaren met een prachtig naaldenpatroon en verder gevuld met ongeveer 20.000 spinnen, wantsen, springstaartjes en mijten, die, volgens een recent artikel van een gerespecteerd bioloog, door de warmte van de huiskamer nog eens extra actief worden, waardoor een deel van die dierentuin tijdens het zorgvuldig draperen van de ballen verhuist naar de pluche mouwen van mijn vriendin, die dat gelukkig nog niet weet en daarna slaan wij ons manmoedig door de dagen heen, in dit geval grotendeels vanuit een comfortabel revalidatiebed, met de restanten van chocoladeletters, amandelstaven en pepernoten, luisterend naar de TOP-2000 en kijkend naar de hoogte- en dieptepunten van ballend, boerend en bouwend Nederland.
Nog maar een dag of negenentwintig voordat de, ondanks alle verboden, toch weer ontstoken vreugdevuren in Scheveningen het jaar 2020 inluiden. Ik kan niet wachten.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie