Ik geef het grif toe. Een stuk of twintig biertjes had ik achter de kiezen toen ik vrijdag eind van de middag nog even het stalen ros wilde bestijgen om een paar honderd meter verder de resterende dorst te lessen tijdens de jaarlijkse kermis in Varsseveld. Fout, fout, fout.want dan gaat het namelijk mis en ligt deze iets oudere man plat op z’n bek, simpelweg omdat ik een iets te korte draai wilde nemen, die vervolgens door de drukte niet lukte en dan ligt het daar, temidden van de meute. ‘Gaat het?’ Zal ik je even helpen?’, klonk het vanuit de vriendelijke omstanders die het tafereeltje hadden gadegeslagen. ‘Niet nodig hoor’ niks aan de hand’, mompelde ik dapper, terwijl ik een stekende pijn door mijn rechterschouder voelde trekken. Dapper liep ik met wat vrienden verder voor de laatste biertjes en het gebruikelijk vrijdagavond-menu bij wat ik nog steeds café Rothman blijf noemen. Afgelopen nacht weer helemaal doorwaakt omdat slapen, toch al niet mijn sterkste onderdeel, niet lukt omdar ik dat alleen maar kan op de rechter- en dus geblesseerde schouder.
Tja, misschien moet ik maar eens accepteren dat ‘innemen’ iets moet worden gedoseeerd na al die jaren training en misschien ook moet ik maar eens gaan leren om wat minder onstuimig gedrag te vertonen op bepaalde momenten. Misschien heet dat wel volwassenheid en daar zal ik weer eens over na gaan denken.
Nu ben ik alweer in staat om die stukkie te tikken, dus misschien valt het nog wel mee.
De Spelen zijn bijna afgelopen en daar zullen vanaf volgende week vast en zeker allerlei boeken over in de winkel liggen. Evaluaties, beschouwingen, samenvattingen, conclusies, verkenningen richting 2020 en nieuwe verwachtingen. Ze waren mooi, die Spelen. Vol van dramatiek, vol van mooie en minder mooie momenten en vol van successen, ook voor Nederland. Vooral onze vrouwen waren merendeels fantastisch en dat dat niet allemaal goud op leverde is even logisch als realistisch. Er was een drive, er was een flow. De meeste tegenvallers lagen bij de mannen, bijvoorbeeld de cavalerie, het paardenvolk dus. Daar deugt van alles niet en het feit dat de paarden zelf uiteindelijk bepalen of de ruiters een plak behalen is al voldoende reden om deze disciplines te schrappen, net als het boogschieten, golf eigenlijk ook – met enige tegenzin – en een flinke bezem door nog wat andere zaken. Zwemmen kunnen we terugbrengen tot 50, 100 en 200 meter zodat al die wisselslagen en andere bijkomende varianten, die alleen maar ten goede komen aan steeds diezelfde paar zwemmers.
Nog even over Dubbeldam, ons vermeende springwonder te paard. Er zijn met dat springen twee zaken waar je op moet letten. Het springen zelf, dat doet het paard, en de tijd, dat doet de ruiter. Gewoon naar het klokje kijken ervoor zorgen dat je netjes op tijd terug bent. Als je dan 0,02 seconde te laat binnen bent, dan is dat zo ongelooflijk stom, dat ie daar eigenlijk een flinke douw voor moet hebben, een boete, zelf de terugreis laten betalen of zoiets. Bezopen tafereel.
Ok, we gaan vanaf vandaag weer naar de Vuelta kijken, de ronde van Spanje, waarin Kruijswijk revanche gaat nemen op alles en iedereen, vooral op zichzelf. Wordt een volgend mooi evenement.
Fijn weekend.
See you
Geef een reactie