Wat nou? De parkeerplaats staat helemaal vol, een onheilspellend voorteken. Wat is er in Godsnaam aan de hand, waarom moet iedereen net op dit moment boodschappen doen, waarom is de sfeer bij binnenkomst gespannen en loopt het voltallige personeel, toch een man-vrouw of twaalf, zenuwachtig heen en weer te drentelen? Ik zie stress, veel stress, bij vooral de meiden achter de kassa’s. Op de vloer liggen her en der kapotgevallen flessen en fruitresten, er staan slordig achtergelaten winkelkarretjes en mandjes in de gangpaden en het beeld roept associaties op met een terreuraanslag, al ken ik die niet uit eigen ervaring. Na een informatierondje bij een paar schappenvullers blijkt dat zich een rampzalige pinstoring heeft voltrokken, waardoor de chaos van vanochtend is ontstaan en die de klanten radeloos heeft doen besluiten het pand te verlaten en thuis uit te huilen. Tientallen doelloze klanten zijn met suïcidale gedachten onverrichterzake vertrokken, met achterlating van de net daarvoor in de karren gedrapeerde pakken melk, doosjes maandverband en zakken mandarijnen. Toch resteert er een lange rij voor de kassa met berusting uitstralende lotgenoten die het slachtoffer zijn geworden van een gebeurtenis die in de nabije toekomst schering en inslag gaat worden, zo luidt de boodschap van veel onheilsprofeten. Ik stel na tien minuten indrukken vergaren vast dat de pinbetaling weer actief is geworden en er slaat een golf van opluchting door het winkelend publiek. Bij het bepalen van de juiste rij maak ik zoals gebruikelijk de verkeerde keuze, want net voor me staat een echtpaar dat op de valreep 16 volgeplakte zegelboekjes denkt te moeten inleveren, waarna ze te horen krijgen dat deze kassa te weinig contanten bevat om de bliksemse boel uit te betalen. ‘Wat-bedoel-u?’ ‘Ik heb te weinig geld in de kassa voor deze stapel zegelboekjes’, herhaalt de vermoeid ogende caissière een tikkeltje chagrijnig, waardoor de helft van de spaarzaam bijeen gesprokkelde boekjes weer in moeders ribbeltasje verdwijnt en waarbij, na het indalen van deze onverwachte tegenvaller, pas kan worden gestart met het inpakken van de tientallen in mijn optiek veelal overbodige grutterswaren. Hij laat daarbij nog een flesje huismerk-afwasmiddel op de tegelvloer donderen, dat vervolgens vervelend begint te lekken, met een spiegelgladde vloer tot gevolg, reden waarom de schoonmaakploeg aan het werk gaat en we weer een paar minuten verder zijn. Het geduld, niet echt mijn grootste deugd, wordt mateloos op de proef gesteld en ik denk daarbij aan leuke en vrolijke dingen die ik later op de dag nog wil ondernemen, als compensatie voor deze zinloze dag-invulling, want eigenlijk kwam ik alleen maar voor een paar lege doosjes, een pak halfvolle yoghurt en een volkoren brood. Het publiek dunt uit en ook het gezegelde oude stel sjokt gelaten het pand uit, nog dagenlang van de kaart door het verhaal van de geweigerde boekjes.
We zijn dus totaal onvoorbereid op dit soort incidenten en ik ga de hoeveelheid contant geld maar eens aanvullen, net als de noodrantsoenen water, blikken bruine bonen, speciaal bier en nog paar andere primaire levensbehoeften. Het onheil nadert immers en dit was een klein voorproefje van wat ons te wachten staat als de stroom uitvalt, straks, morgen, volgend jaar, niet voor een paar minuten, maar misschien wel een uur, een dag of een week. Nog even de snelcursus koken-op-een-houtvuur-voor-dummies scannen en dan kunnen we het onheil rustig achterover leunend op ons aflaten komen, van een kleine chaos bij de super naar een super-chaos. ’t Is onvermijdelijk, denk ik, net als het afschaffen van die verdomde zegelboekjes.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie