Toch een beetje gek…. Ik lag in een prachtige kliniek bij te komen van een rugoperatie, een paar dagen geleden nog maar en de drang om via de ipad wat toe te voegen aan mijn website was al weer volop aanwezig. Met een beetje goeie wil zou je dat maniakaal kunnen noemen. Gek ook wat je dan te binnen schiet qua onderwerpen, vooral omdat ik daar op dat moment op geen enkele manier mee werd geassocieerd, behalve iemand op TV die het woord gebruikte. Ik heb het over het woord ‘kut’, tot voor enkele jaren nog bijna taboe in het dagelijkse woordgebruik. ‘Kut’ heeft zich de laatste tijd ontwikkeld tot een algemeen geaccepteerd synoniem voor wat zou kunnen worden aangeduid met abominabel, armoedig, jammerlijk, beroerd, deplorabel, slecht, treurig, vreselijk, verschrikkelijk, onplezierig, koud en nat, onaangenaam, verdorven, hopeloos of bedroevend.
Voordat er wordt gesuggereerd dat het peil van deze blog sterk daalt, even het volgende. In de jaren zestig was Jan Wolkers waarschijnlijk één van de eerste schrijvers, die het woord ‘kut’ op elke pagina wel een paar keer liet terugkomen, maar dan in de zuivere betekenis van het woord, dus als synoniem voor vrouwelijk geslachtsorgaan, doos, poes of spleet. Jan ging zich te buiten aan veel seks, toen nog terecht met een x, schreef dat ook nog eens allemaal autobiografisch op en scoorde daarmee z’n eerste literaire titels. Alleen op de wat ruimdenkende scholen van het voortgezette onderwijs mocht Jan schoorvoetend op de literatuurlijst worden geplaatst, maar dit terzijde. De bij-ontwikkeling van het woord ligt uiteraard in de kracht van de drie letters. Kort en krachtig kun je daarmee aangeven wat zoal het gevoel van de dag is en dat is gek genoeg altijd in de negatieve zin van het woord, toch vreemd, goed beschouwd. ‘Die laatste ronde van de vijf kilometer was toch iets minder, Sven? ‘Ja, die was kut’. ‘En Naomi, hoe komt dat nou dat het met de Olympische Spelen op alle afstanden zo dramatisch is verlopen. ‘Alles was gewoon kut tijdens dit toernooi’. In de sport is iets al gauw kut natuurlijk want alleen de winnaar is blij. Ik denk ook te kunnen stellen dat de korfballers van Turkije twee weken geleden pakweg 130 x ‘ma’ (kut in het Turks, maar zonder die echte uitstraling) hebben geroepen, want dat was het aantal geïncasseerde tegengoals.
Ook in allerlei praatprogramma’s wordt kut gebruikt alsof het al jarenlang in het ABN past, terwijl eigenlijk tot voor een jaar of drie nog gewoon ‘kloten’ al flink aan de grens zat. Een beetje vooraanstaande presentator weet zich zelf nog wel in te houden maar er zit vrijwel geen gast meer aan tafel die iets niet enorm kut vindt. De ontwikkeling zal ook onomkeerbaar blijken te zijn. Naast allerlei nieuwe betekenissen van de woorden vet en gaaf zal ook de kut-ontwikkeling slechts kunnen worden stopgezet door een nieuwe, korte en krachtige uitdrukking, een alternatief dus. Ik zou dan ook vanaf deze plek het woordenboek willen verrijken met de suggesties ‘zik’ of ‘qit’. Daar ziet ook die lekkere harde ‘k’ in, of anders iets met een p, maar de beginletter moet ik nog met Erben Wennemars overleggen. ‘Dag zuster, mag ik nog even dat glaasje water’? ‘Ach kut, helemaal vergeten, sorry meneer, hier is ie. Hoe gaat het verder met de pijn?’ ‘Nou, best een beetje zik….!‘ ‘t Klonk bijna waarheidsgetrouw in de kliniek…
De gebruikelijke omlijstende foto’s laat ik in dit geval maar achterwege want daar wordt deze blog veel te dubbelzinnig van.
We gaan er vanaf nu voor zitten. Pas morgenochtend zal blijken dat Clinton toch wel ruim heeft gewonnen en dat het gezond verstand uiteindelijk heeft gezegevierd, zelfs in de VS. Trump trekt zich terug in z’n optrekje van 200 miljoen en de rest van de wereld kan weer opgelucht ademhalen. Daarna zijn we hier aan de beurt en gaan we kijken hoe dit land steeds verder opsplintert naar een situatie waarbij elke hotemetoot de kans krijgt z’n eigen partij te stichten. Dat zal ook egotrippertje Monasch nu wel sterk overwegen. Een rustige nacht gewenst.
See you.
Geef een reactie