De laatste maand van het jaar kenmerkt zich door het hoge gehalte aan stressgevoelige zaken, een jaarlijks terugkerende rariteit, die zich in allerlei gedaanten van ons meester maakt. Dat begint al bij de aanloop naar die maffe december met de discussies over de 5-december-traditie en eindigt pas met een paar flinke klappen in de nacht van 1 januari. Daarna ontstaat de bevrijding, het overheersend opluchtende karakter van die dag, vooral als je traditiegetrouw rond 13.00 uur naar het schansspringen in Garmisch Partenkirchen mag kijken. Maar zover is het nog lang niet, beste mensen. Wat te denken van het schrijven van de kerst- en nieuwjaarswens, op het oog een eenvoudige gebeurtenis, waar echter in toenemende mate allerlei buren, kennissen, familieleden en anderen zich aan menen te kunnen onttrekken, met het excuus van apps, mails en andere afstandelijke alternatieven. Aan onze keukentafel begonnen we vorige week met de adressenlijst van vorig jaar, die andermaal niet bijgewerkt bleek en dus bol stond van de fouten, niet doorgevoerde verhuizingen, echtscheidingen en lui die zich vorig jaar nog mochten rekenen tot de vriendenschare maar door ‘eigen schuld’ daar nu geen deel meer van uitmaken.
Toen achteraf bleek dat het bestand wel was bijgewerkt maar zich stiekem in een ander digitaal mapje bevond, diep verborgen op een plek waar je ‘t niet verwacht, concentreerde de bilaterale discussie zich rond de vraag: etiketten of schrijven? Hoewel schrijven door ons beiden als persoonlijker wordt ingeschat, kozen we unaniem voor etiketten. Daarbij wordt van zowel het bestand als de printer enige medewerking verwacht en ik moet zeggen: beiden verzaakten. Het gevolg was blauwe vingers van het schrijven, selecteren van de kaartsoorten, inclusief restjes van vorig jaar, de keuze voor de tekst (met of zonder nieuwjaarswens), het eventueel aanvullen met een persoonlijk tintje, het dichtplakken en het frankeren met de kerstzegels, waarvan we er met wat schraapwerk nog een half dozijntje uit de oude doos opdiepten. Na het maken van de postcode-stapeltjes, bleek plotseling de printer weer spontaan te functioneren en konden we vaststellen dat enige handenarbeid de vingers toch ook wel weer soepel maakt. Op de bus en vervolgens afwachten wat er zoal binnenkomt. Dat is op zich al een belevenis want wij ontvangen nog steeds kaarten, gericht aan bewoners die hier al tien jaar niet meer wonen en waarop wij een tekst ontwaren die vanuit een ver verleden enige, nu dus volkomen misplaatste, intimiteit herbergen. Omdat pakweg 50% van onze huishouding prijsstelt op het zichtbaar maken van de binnengekomen ‘buit’ spannen wij tussen 18 december en 1 januari een draad door het huis, dan wel een artistiek gevlochten tak aan de wand, waar de dierbaar gekoesterde wensen uitbundig worden tentoongesteld. Vroeger gingen de kaarten na de kerst per jaar in een papieren archief, want je weet nooit. Tegenwoordig gaat de hele meuk direct per 1 januari bij het oud papier. Blijven we zitten met de vraag hoe we omgaan met de digitale wensen. Persoonlijk vind ik het afbreuk doen aan de welgemeendheid van de groet maar van tegenhouden is allang geen sprake meer. Verder blijven we elk jaar met een restant kaarten zitten die ons toegestuurd of aan de deur zijn gekocht vanuit goede doelen, veelal met de mond of grote teen geschilderd, waardoor wij het niet over ons hart kunnen verkrijgen om ze zo maar te dumpen.
Het tweede item van vandaag betreft Hans van Breukelen, de omhoog gevallen goeroe-keeper, die voetbalminnend Nederland wekelijks ergert met nieuwe, alternatieve middelen om de bal in het algemeen en die van Oranje in het bijzonder weer aan het rollen te krijgen. Geen kerststress dus maar een continue-belasting. Laatste wapenfeit: het aanstellen van een innovatie- en prestatiemanager in de persoon van Peter Blangé. Peter Blangé was een prima volleyballer, een toch heel andere discipline, maar dat maakt Hans geen moer uit. Het gaat volgens Hans namelijk om de gedachte, het omzetten van knoppen, het samen willen presteren, het teamgevoel dus en de spelsoort is van ondergeschikt belang, vindt Hans. Bij volleybal worden tot in het gěnante bij elk gewonnen of verloren punt de handjes geklapt, bijna zoiets als die opgestoken duim bij voetballers na weer een volkomen mislukte voorzet, maar Peter denkt nu – tegen betaling van een paar ton per jaar – hard na over andere mogelijkheden om die over het paard getilde miljonairs weer aan het werk te krijgen. ‘In topsport gaat het om details en continu verbeteren. In de functie die Peter gaat vervullen staat dat centraal’, aldus de opnieuw vage van Breukelen over de aanstelling van Blangé. Het feit dat de beoogde verbetering veel, zo niet alles te maken heeft met pure mentaliteit, gekoppeld aan basistechniek en het voornemen om vooruit te voetballen, is blijkbaar van geringe importantie. Innoveren en presteren, precies zoals Hans dat wekelijks uitlegt op ondernemerssessies, daarbij teruggrijpend op de gestopte penalty tegen Rusland in 1988, het belangrijkste wapenfeit van deze sterk overschatte KNVB-directeur. Ik hoop op een trekkende voorbeeldrol van onze senioren Sneijder en Robben bij het inzetten van een ontslagprocedure voor van Breukelen en Blangé, en de laatste mag zich tegelijkertijd gaan afvragen waarom zoveel andere sportcollega’s voor de eer bedankten, een mijns insziens zeer passend denkproces voor onder de kerstboom. Het is nog te ver weg voor een echte kerstwens in deze blog. Daarom volsta ik vandaag met het toewensen van veel succes bij alle voorbereidingen op de andere stressfactor, het kerstdiner, maar daarover volgende week meer.
Tot slot viel me het weerbericht op van Gerrit Hiemstra, zoals dat overigens wel vaker gebeurt. ‘Als in het weekend de temperatuur naar beneden gaat, kan het licht gaan vriezen’. Ja, Gerrit, en als dat niet gebeurt, dan blijft het dooien. ‘Het kan nat worden, maar alleen als ’t gaat regenen’, dat heeft ie ook al eens gezegd. Oud Achterhoeks spreekwoord: ‘als het regent in September, valt Kerstmis in December’.
See you.
Geef een reactie