Afgelopen week meende ik een geluidje te horen onder de motorkap van mijn VW Golf, een geluidje dat er niet thuishoort. Sinds de jaren ’70 zijn wij daar nogal op gefocussed want geluidjes, rookpluimpjes, rode lampjes, het hoorde bij de auto’s van toen en er was altijd wel iets aan de hand. Mijn vriendin is ooit met de trein van een autovakantie in Zuid-Frankrijk thuisgekomen en hoort, ruikt en ziet altijd en overal wel iets verdachts. Ik heb zelf in de jaren zeventig gemiddeld een auto per jaar versleten, gewoon, omdat ie was doorgeroest, de motor was opgeblazen, een enkel ongeluk of om financiële redenen. ‘De auto’s in mijn leven’, daar kan ik op zich al een boek over schrijven. Ook over de wegen trouwens. De jaren zeventig telden zo’n 3.000 verkeersdoden per jaar en nu, met driemaal zoveel auto’s, amper vijfhonderd. Bochtige wegen met veel bomen, waar je overal mocht inhalen met krakkemikkige voertuigen, ja, dat wil wel lukken. Gelijkvloerse kruisingen, zelfs met snelwegen. In 1972 was ’t mijn tijd blijkbaar nog niet, toen ik met een vriend in mijn Eend een voorrangsbord niet had gezien en zo maar de A1 ergens overploepte. Tja, op dat moment had ’t zomaar gebeurd kunnen zijn, net als al die keren dat je zwaar bezopen achter het stuur zat omdat ’t toen (tot 1974) nog ‘mocht’… Toch denk ik met veel weemoed terug aan de twee mooie Renaults 16 die ik had, heerlijke Franse auto met stuurversnelling en een geweldige zit. Een Simca 1501, vreselijk slecht geval, ging in vlammen op en met een vroege Nissan Cherry heb ik ooit met een hele familie op de achterbank een afstand van dik 100 km afgelegd met alleen een derde versnelling. Mijn auto’s hadden doorgaans een ‘TADW’-(tot aan de weg) garantie van een doorgaans dubieus autobedrijf dus ja, dan was ’t vaak al snel weer de spaarpot op kop houden voor een nieuw, althans ander vehikel. Zo reed ik ooit een witte Fiat 850 Sport Coupé, die met zwarte plakbandstroken zo ongeveer bij elkaar werd gehouden, met brede banden en met 12 lampen aan de voorkant. De binnenkant was één groot carnaval door alle schakelaars, geweldig.
Wat dat betreft is het saai op de weg. Wat staat er nu langs de kant op een gemiddelde dag? Stelt niets voor! We doen het dus met de herinneringen en rijden voorzichtig onze huidige kilometers op gescheiden rijstroken met camera’s langs de weg en met een bijna permanent inhaalverbod. Vreselijk saai, maar wel beter voor de gezondheid.
Een vrij lange intro voor een weekend in Leiden, waar we uiteraard gewoon veilig arriveerden en nu nog genieten van deze prachtige stad. Maar goed dat ik recent een boek over Willem van Oranje heb gelezen, dan haal je de geschiedenis weer op en weet je weer dat Leiden in oktober 1574 door de geuzen van de Spanjaarden werd bevrijd, waarbij ze als voedsel haring met wittebrood serveerden. Heerlijk, en er zal niemand hebben geklaagd dat ie liever een bakje kibbeling had gewild.
Zo’n weekend is ook wel prettig om de informatiestress, behandeld in de blog van afgelopen vrijdag, wat kwijt te raken. Er was bijna een oplosmiddel nodig om de verkleving met de Ipad ongedaan te maken en dan helpen al die bezienswaardigheden in zo’n fijne stad enorm. Tussen de bedrijven door nog even Brimstone gezien, de nieuwe western/thriller van Nederlandse makelij, en ik zal het bekennen: ik was onder de indruk, vooral door de enorme chaos van het script, de slechte regie, de deels beroerde acteurs en de overdosis aan verkeerd geweld. Westerns waren altijd mijn favoriete genre maar doorlopend verkeerd geweld, vooral naar kinderen…..sorry, we zijn een half uur voor het einde weggelopen en dat is me nog nooit overkomen.
Verder vormen terrastaferelen altijd een decor voor ontspanning en afleiding, waardoor je Trump en zijn trawanten zomaar een dag of twee vergeet…nou ja, bijna dan. Waar je ook zit, waar je ook verblijft, je hoort de naam steeds weer opduiken. Ik wil geen gelijk halen maar mijn voorspelling dat ie de eerste honderd dagen niet vol gaat maken, blijft intact. Dat ’t een soort van zelfmoord gaat worden eveneens. Nu de vorm nog.
Verder zagen we een briljante Lubach gisteravond gehakt maken van Wilders, z’n manier van werken en het volledig ontbreken van een een programma. Z’n interview met Rik Nieman van een week geleden was de ultieme bevestiging van zowel het lage niveau van de interviewer als dat van de lijsttrekker en Wilders’ uitspraken tijden de aftrap in Spijkenisse hebben nu geleid tot de laagste PVV-peiling van de laatste maanden. Het komt toch nog goed, denk ik, mede dankzij de dagelijkse onbenulligheden van Trump.
Wij gaan nog een museum doen in Leiden en hebben de museumjaarkaart er al bijna uit…..
Fijne week.
See you.
Geef een reactie