Godsamme, veel te vroeg voor m’n afspraak in het ziekenhuis, dat wordt koffie met een gevulde koek, of toch een saucijsenbroodje.
‘Dag Roel’.
Shit, nee toch….maar jawel, ze is het toch.
‘Dag Truus, hoe gaat ’t? Vrij overbodige vraag eigenlijk, zeer retorisch ook, want: ‘slecht’, denk ik.
‘Nou, niet best, want ik heb last van’: aankruisen maar – been, voet, rug, elleboog, hoofd, ‘moet naar de poli en ik ben beetje te vroeg door die vervelende regiotaxi’.
‘Ja, ik ook’, mompel ik, intussen om me heen spiedend naar een excuus voor een andere zit- en wachtplek.
‘Wilt u koffie met iets d’r bij?’
‘Oh lekker, doe maar thee met een saucijsenbroodje’.
‘Gaan we regelen’, want ik ben nu eenmaal zeker de beroerdste niet.
Intussen speelt de vrij klungelige, doch vrijwillige pianiste Hey Jude op het halve tempo, zonder dat de wachtenden in de centrale de neiging hebben om massaal mee te zingen. Ik laat ’t zelf ook maar even lopen, hoewel m’n herinnering teruggaat naar 1968, het jaar van productie, beste Beatlenummer ooit, ook bijna het laatste trouwens. Oeps, kleine hapering bij de overgang naar ’t refrein.
‘Zo, wat heerlijk, wat krijg je van me’. ‘Laat maar zitten, gulle bui vandaag’.
‘Nou goed, succes maar ik moet nog even aan ’t werk, dus ik zoek even een werkplekje, dag Truus, tot bij de volgende taxirit’, waarbij ik haar regelmatig van a naar b breng, maar dan als vrijwilliger.
De hal van het regionale ziekenhuis bevat een leestafel met bladen zonder inhoud. Een paar glamourachtige en dus volkomen overbodige tijdschriften, twee oude kranten en een puzzelblaadje, dat vrijwel geheel is ingevuld. Is toch niet zo moeilijk om daar iets in te verbeteren?
Verder loopt vrijwel elke minuut wel iemand een bult op z’n kop op door de grote glazen draaideur, die plotseling stagneert omdat er iemand te laat binnenstapt, waardoor de automatische rem in werking treedt. Hoezo, veiligheid? Bij de uitgang staat iemand met een dikke lap voor z’n oog al een half uur op de regiotaxi te wachten, schreeuwt een flink uitgedoste, gehandicapte bejaarde in een rolstoel onverstaanbare woorden in een mobieltje uit 1999 en strompelt een echtpaar van eerbiedwaardige leeftijd naar de automaat, waar ze geholpen wordt door een verder volkomen overbodige gastvrouw (met sjaaltje) bij het printen van de afsprakenbon, die uitgespuugd wordt door een apparaat dat dermate gebruiksonvriendelijk is geprogrammeerd, dat dat feit alleen de aanwezigheid van genoemde hostess rechtvaardigt. ‘Moet toch anders kunnen’, denk ik altijd oplossingsgericht bij dit soort taferelen.
Terwijl ik wat heel en weer loop en het halve ziekenhuis verken, beland ik per ongeluk op een voor de hand liggend niveau nul, dat echter uitsluitend het mortuarium en de wasserij bevat, waardoor ik me afvraag waarom deze verdieping niet beter beveiligd is om ongewenste confrontaties met de ons ontvallen medemens te vermijden.
Inmiddels ben ik weer waar ik zijn moet, is de wachtruimte gevuld met meer wachtenden dan zitplaatsen, waardoor de temperatuur alleen al door de voelbare spanning rond de 30 graden schommelt en ik nog even de rest van het ziekenhuis scan. Daarbij is het prettig dat andermans leed je eigen relatief kleine beperkingen flink nuanceert, waarna je al bagatelliserend weer welgemoed het hospitaal verlaat. Soort van repressieve genezing eigenlijk, gebaseerd op het geestelijk herstelvermogen van lichaam en geest, waardoor de dienstdoende specialist in mijn geval zich eigenlijk afvroeg waarom ik nou kwam opdraven.
Op de parkeerplaats doet nog even iemand enorm z’n best om wat andere voertuigen te beschadigen, blijkt daarbij sprake te zijn van een WBW-tje en verlaat menigeen hoofdschuddend de locatie. Bij dit ziekenhuis bivakkeren verder nog wat leeftijdgenoten van de gastvrouw omdat zowel de slagboom als de betaalautomaat elke tien minuten dienst weigeren en in een storing schieten. Bij thuiskomst zie en hoor ik iemand iets roepen over de ‘rocket-man’ en de plannen voor het vernietigen van Noord-Korea, waardoor de betrekkelijkheid van bovenstaande tafereeltjes flink wordt aangewakkerd. Nog een paar kleine stapjes en mijn sympathie en begrip voor Kim zijn groter dan die voor de onbenul uit Washington!
En dan, na een zorgvuldige voorbereiding en met ongelooflijk veel klasse op de bagagedrager wint Tom Dumoulin de tijdrit op het WK in Noorwegen. Magistraal, onoverwinnelijk en majestueus, hulde, chapeau, met overigens dezelfde complimenten aan het adres van Annemiek van Vleuten, die een dag eerder dezelfde prestatie neerzette. Mijn wielerhart klopt!
Laten we verder vooral genieten van de resterende mooie september-dagen, vooral omdat koning Willem geruststellende woorden over ons heeft uitgestort. Het gaat hier fantastisch!
See you.
Geef een reactie