Afgelopen donderdag zond Nieuwsuur een item uit over bomen en bossen in Nederland, waaruit bleek dat de ontbossing in Nederland verhoudingsgewijs nog harder gaat dan in het Braziliaanse Amazonegebied, althans volgens Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar Europese bosbouw. Wat? Hoe kan dat? ‘Ja, dat is een heel vreemde wereld waar we in zitten, welkom in Nederland’, vervolgde Nabuurs, met een intonatie die naast ergernis en irritatie ook veel gelatenheid verried. Deskundigen in dit land buitelen over elkaar heen als het gaat om standpunten ten aanzien van de bosbouw in het algemeen, de aanleg van nieuwe natuurgebieden en de dringende noodzaak om nieuw hout te planten, vooral in het belang van de bijdrage in de CO2-reductie. Intussen worden in moordend tempo jaarlijks pakweg 3.500 hectares gekapt, terwijl onderzoek heeft aangetoond dat we voor een nieuwe bio-diversiteit juist 100.000 hectare extra nodig hebben. De kale feiten: lege vlakten door het hele land, vooral veel nieuwe heideplantsoenen met als voorbeeld de Sallandse heuvelrug, waar binnen de kortste keren hei- en zandverstuivingen de plaats gaan innemen van de schitterende, beboste hellingen.
De deskundigen stellen massaal, maar vooral ieder voor zich, vast dat we in een gekke wereld leven, waar vrijwel alle vlindersoorten, honderden keversoorten en de sprinkhaan spoorloos zijn verdwenen, platgespoten door de landbouw, de verderfelijke manier van veeteelt bedrijven en de immense houtkap, waardoor grutto’s en andere gekoesterde verenvriendjes niks meer te vreten hebben en het loodje leggen. De verbazing die dat teweeg brengt is ontluisterend door de naïveteit en het grote-ogen-gedrag van alle belangengroepen. Vijftig jaar ongebreideld kappen en dan plotseling beseffen dat bomen toch langzamer groeien dan gedacht, behalve de exemplaren van de industrie, die tot in de hemel groeien.
Ook andere geledingen van Fauna-Nederland zijn niet blij met deze ontwikkeling. Zo heeft de Stichting Wolven in Nederland laten weten zeer bezorgd te zijn over de toekomst van het enige tot dusver gesignaleerde en per toeval geïmmigreerde wolvenechtpaar, dat inmiddels heeft laten weten het zo vurig gewenste paringsgedrag te boycotten, als er nog minder beschutte plekjes resteren om het beoogde kroost te creëren en op te voeden. Ook de vos heeft doorgaans baat bij zichtluwe plekjes in door hout gekenmerkte bosgebieden en dreigt eveneens het land z’n rug toe te keren.
Departementen, instituten, hogescholen, bosbouwers, boswachters, natuurverenigingen en veelsoortige adviesbureaus werken volledig langs elkaar heen, en vooralsnog winnen alleen de houthakkers en de houtversnipperaars deze strijd glorieus door de bouwnijverheid op maat te bedienen, waardoor onze bossen in rap tempo gelijkenis vertonen met de Veluwe anno 1680, toen door de scheepsbouw voor de VOC al het groen in ons land was verdwenen.
Uiteraard spinnen altijd wel een paar groeperingen garen bij de huidige ontwikkeling. Zo heeft de de Stichting Herstel de Kabouterpopulatie verklaard de ontwikkeling toe te juichen, omdat de kans op een sterke aanwas van de vliegenzwam groot is.
Is het te laat? Het is nooit te laat om voortschrijdend inzicht te tonen. Het schijnt dat de eucalyptus en de populier snelgroeiers zijn, maar het gaat op z’n minst tien jaar duren voor de jonge aanplant van dit jaar de eerste liters CO2 kan opsnuiven en neutraliseren. Tot die tijd hebben we te maken met een woud aan jonge ‘babyboom-ers’, is het genoemde wolvenechtpaar allang met pensioen en blijven de resultaten beperkt tot een enkel teruggekeerd paars-geruit bladkevertje, een paar dozijn geel-groengestreepte spinakervlindertjes en een enkele kabouter.
Daarnaast begint deze week het politieke geraaskal over de inhoud van het klimaatakkoord, de werkelijkheid daarvan, de invulling van de maatregelen, inclusief kostenplaatje en het zal gaan wemelen van de verkiezingsslogans, want zetelwinst en imago zijn aanmerkelijk belangrijker dan realistisch en haalbaar (bos)beleid. Als we op deze wijze doorgaan met het naar de bliksem helpen van onze planeet in het algemeen en onze polder in het bijzonder, zal een studie van kabinet Jetten in 2028 gaan uitwijzen dat we het best kunnen volstaan met het opheffen van de Randstad, inclusief het advies de nieuwe grenzen met de Noordzee bij te stellen via de lijn Groningen-Amersfoort-Breda, pakweg een halvering van onze huidige landoppervlakte, met als voordeel dat de vraagprijs van mijn huis tegen die tijd stijgt tot onwaarschijnlijke hoogten en ik flink mijn best moet doen om daar nog de financiële vruchten van te kunnen plukken.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie