Het is zogezegd een medisch weekje, met gebeurtenissen die, naarmate we ouder worden, steeds vaker de revue passeren en soms net iets teveel bepalend zijn voor de stemming van dat moment. In het normale sociale leven wordt in gesprekken steeds meer plek ingeruimd voor de uitwisseling en vergelijking van de wederzijdse bloedwaarden in het kader van de jaarlijkse APK, met een trotse weergave van de actuele cholesterol- de glucose-en de schildklierscores, en verder heb ik nu last van een zere poot, die deels al bestaat uit hoogwaardige kunststof, maar niettemin vol zit met pezen, banden, zenuwen en spieren, waarvan het vaak toch een simpel wonder is dat ‘t allemaal nog grotendeels probleemloos functioneert en waardoor je eigenlijk niet of nauwelijks beseft wat voor dagelijkse vreugde dat teweeg zou moeten brengen. Toch zie je vreemd genoeg vrijwel nooit iemand juichend over straat lopen, simpelweg omdat ie nergens last van heeft.
Afgelopen donderdag was ik weer even een paar uur in het hospitaal, ingreepje van niks, maar net genoeg voor wat onrust en een korte anekdotische terugblik. Mijn neuroloog dacht via de pijnpoli een oplossing voor m’n probleempje te kunnen genereren en aangezien zenuwen een soort van elektrische bedradingen zijn die beter niet in de knel kunnen zitten, stemde ik met mannelijke tegenzin in met haar voorstel. Zenuwen zijn in principe overbodige dingen, alleen maar bedoeld om pijnsignalen te registreren, dus wat mij betreft spuiten ze, kort door de bocht, die hele handel dood.
Goed, veel te vroege aankomst in het ziekenhuis uiteraard, want stel je voor: files. Op de kamer trof ik vier lotgenoten, een soort van lopende-band-opname eigenlijk. Vier pijnpolipartners dus, alleen boeiend vanwege de alliteratie en om beurten weggereden door Jan, de vriendelijke ouwe baas die een paar dagen later met pensioen zou gaan en daar eigenlijk geen ene kloot zin in heeft. ‘Wat ga ik die contacten missen’, mompelde hij zwaarmoedig, ‘ik ken wel driehonderd mensen hier’. ‘Ik weet het, ik weet het, ik ook’, herkende ik zijn gepeins maar al te duidelijk. Ik probeerde de kamermaatjes te peilen, want dat is wat je doet op zo’n moment. De leeftijd schatten bijvoorbeeld, waarbij mijn buurman tegen alle verwachtingen in acht jaar jonger bleek dan hij eruit zag op basis van gezichtskenmerken en gedrag. Mooi is dat, sommigen zijn in een ziekenhuisbed een open boek, anders kruipen het liefst direct onder het kussen en Ilse, onze charmante dagzuster, coördineerde het dagprogramma met strakke hand. ‘U moet een uur op bed blijven liggen’, klonk het richting overbuurvrouw-met-paardenstaart, die net door de chirurg was ingespoten, met een naald dus. Na tien minuten stond ze op en begon ze zich uitgebreid aan te kleden, tot verontwaardiging van haar op het oog niet al te slimme vriend, die daar duidelijk geen enkele vat op kreeg. ‘Ik kan niet zo lang liggen, ik wil hier weg’, luidde de nogal stompzinnige toelichting. ‘Wat ben je aan het doen, je moest toch een uur blijven liggen?’ Ilse was boos en liep hoofdschuddend de kamer uit, nadat overbuuf toch maar weer, onder licht protest, plat was gegaan. De behandeling zelf viel mee en de twee assistentes van de chirurg waren respectievelijk vriendelijk en sociaal tot knap chagrijnig en humeurig, net gewone mensen eigenlijk. Corticosteroïden zijn mooie dingen, ze kunnen veel pijntjes verzachten, maar vooralsnog moet ik waarschijnlijk op herhaling, althans volgens heer dokter, die opvallend lang, warm en klef mijn handen stond te strelen tijdens zijn wat broeierige, verklarende toelichting. We wachten het af. Het is alleen een vervelend toeval dat juist vandaag een artikel in de krant melding maakt van het feit dat de helft van alle handelingen in het ziekenhuis niets uithaalt.
Straks, over een uur, wacht nog de plastisch chirurg in Deventer, die ik al uitvoerig op succesvolle behandelingen en reviews heb gegoogled. Zij gaat de pees naar mijn middelvinger klieven, een nogal dramatische beschrijving van een simpele triggerfinger-behandeling dus. Handje in ‘t verbandje, een week lang typen met slechts één vinger, dus lezers, het worden korte blogs worden deze week.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie