Het komt steeds vaker voor dat ik de kriebels krijg, dat ik word bevangen door het gevoel dat er een loopje wordt genomen met de normaal denkende, mentaal nog gezonde Nederlander. Het woord betutteling ligt op de lippen, maar het woord zelf is al van een zodanig paternalistisch niveau dat ik er regelmatig spontane okseljeuk van krijg. Waar gaat ’t om? Een paar voorbeelden in deze blog.
Om te beginnen de insectenwereld, die sinds de schepping miljoenen keren is gemuteerd naar de huidige verschijningsvormen van de appelbladvlo, de bananenvlieg, de bastaardrups, de berkensteker de cylinderhaak, de dambordvlieg, de flikvlooi, dennenboktor, de doornvlinder, de dwergspektor, de goudoogbrems en, niet te vergeten, de ziftmug. Het wemelt ervan in ons land. Het is een gekrioel van nuttig en minder nuttig rondfladderend, kruipend, schuivend, priegelend, glijdend en scharrelend beestenspul, allemaal op de wereld gezet vanuit een bepaalde gedachte, met een zeker nut, zij het dat we de breed-maatschappelijke functie van de teek en de eikenprocessierups nog niet helder op het netvlies hebben. Andere, belangrijker soorten als de bij, verdwijnen in alarmerend tempo en afgelopen week heb ik heldhaftige pogingen gedaan een bijdrage te leveren aan de nationale bijentelling, zij het dat ik niet verder kwam dan drie bij-achtigen, soort van bijna-bij dus, en van een niet nader te preciseren soort, waarschijnlijk op doortocht want ik heb nog geen bloesem in de tuin. Grote vraag is: wat nu, wat doen we ermee? Er schijnen 360 bijensoorten te zijn en die moeten we gaan aanleren dat ze de teek lekker vinden, net zoals we de agrariërs moeten bijbrengen dat het raps afgelopen moet zijn die vuilspuiterij op de akkers. Op het moment van schrijven verschijnt er een alarmerend bericht uit Duitsland over de boomschorskever, die desastreus gedrag vertoont als gaat om de grove den, hoewel ik bij Duitse kevers nog steeds wat andere associaties heb. In Amsterdam vond vorige week een internationale bijeenkomst van wetenschappers plaats, waarin driftig werd gewaarschuwd voor de opkomst van allerlei soorten muggen en teken en men wil dat nu in kaart gaan brengen. Na twee dagen van pretoverleg vertrok men huiswaarts zonder concreet plan, zonder ideeën, maar met een tas vol souvenirs. Kortom, we doen van alles, bedenken van alles, vinden van alles, waarschuwen dat het een lieve lust is en dat was het dan. Verder dan wat gezamenlijke tuttel-conclusies komen we niet, dus een voorzetje vanuit Roelsrules kan geen kwaad. De landbouwhogeschool in Wageningen zou met een bijentrainingsprogramma wat culinair-genetisch materiaal kunnen implementeren, zodat diezelfde bij, naast de teek, ook alle mugvarianten in de dagschotel opneemt,waardoor we a. minder overlast van vervelend prik- en steekgedrag en b. de bij binnen de kortste keren weer als vanouds gaat gedijen. Maatregelen dus, en niet langer alleen maar massaal en vooral passief geneuzel in dure vergadercentra.
Maar de èchte, professioneel opgezette betutteling viel waar te nemen tijdens een MAX-programma van afgelopen week. Binnen de redactie had het onzalige idee postgevat dat de combinatie ouderen-en-kleuters verfrissend zou kunnen uitwerken, zeker als gaat om de kijkcijfers. Die ouderen worden in de meeste gevallen tegen hun wil opgesloten in treurige opvangcentra, zitten de tijd uit en vragen zich dagelijks af waarom de discussie over het voltooide leven niet weer wordt opgepakt. Dan komt plotseling de MAX-bus met Jan Slagter binnenrijden met de briljante, inspirerende ingeving dat tekenende kleuters, in de meeste gevallen achterkleinkinderen, vast wel een positieve impuls zouden kunnen hebben op het welzijn van de doorgaans demente of anderszins beperkte oudjes, waarvan het leven bestaat uit het driemaal per dag met de rollator afleggen van de 69 meter naar de eetzaal vice versa. Zo’n bezoekje van het kleine grut zou dus vast wel verfrissend werken op het volkomen vertroebelde en nog maar zeer beperkt werkende brein van de doelgroep, een initiatief dat juridische consequenties zou moeten hebben omdat het achterkleinzoontje van mevrouw van Balveren uit deze regio oervervelend zat rond te toeteren en het kleindochtertje van de zoon van Hermien Terink haar uiterste best deed om daar in decibellen fors bovenuit te komen. Je zag het chagrijn van de oudjes afdruipen, nog het best verwoord door ouwe baas Henk (schatting 89), die openlijk onthulde: ‘ik vin ‘er geen zak meer an’. Nee hoor, er moest en er zou getekend worden, dus toen na anderhalf uur de laatste schreeuwende etterbakjes weer waren vertrokken, telde het slagveld drie spontane bloedingen, vijf gevallen van acute hartproblemen, en een fors aantal opzeggingen van het MAX-lidmaatschap. Na het optrekken van de kruitdampen konden de overlevenden nog net het potje Rummikub voltooien, alvorens massaal in een oorverdovend diepe middagslaap te vallen.
Desondanks heel fijne paasdagen gewenst.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie