Als ik vandaag de dag de zoevende bolides op de snelweg met minimaal 100 PK voorbij zie spetteren, dan dwalen de gedachten nog wel eens af, naar toen, naar de auto’s van de sixties en seventies, naar mijn eerste automobiel ook. ‘t Was begin 1971 toen de rij-examinator na 15 rijlesjes de prestaties achter het stuur net voldoende achtte en ik mijn rijbewijs in de wacht sleepte. Totale kosten, inclusief examen: 350 gulden, pakweg 150 euro. Das waren Zeiten, nicht? En ja, dan wil je een auto natuurlijk en een maand later stond ie voor de deur te pronken: een Citroen 2Cv4, type Azam, uit 1964, oftewel een Eend, 2 PK, donkerrood. Gossiemijne, wat een bezit, een auto of wat daar voor door ging, en dan een exemplaar met een waanzinnig rijgenot, vooral omdat je niet beter wist. Rijden in een lelijke eend was een experience, omdat het eigenlijk geen auto was, maar twee bankjes op wielen, een beleving. In de dakbeugel aan de voorkant zat een breuk en dat had tot gevolg dat je met een flinke bui, wind tegen en plank gas niet alleen een snelheid van maximaal 70 km per uur kon bereiken, maar ook dat je zeiknat werd, waardoor een handdoek tot de standaard accessoires van het karretje behoorde. Verder was het een godswonder dat ik dat eerste autojaar heb overleefd. In de eerste drie maanden overkwamen me al drie ongelukken, met louter materiële schade en toen een half jaar later m’n complete voorbumper er door wat ernstige dronkemansakkefietjes af was gesodemieterd, een merkwaardige en achteraf gedenkwaardige rit door een donkere nacht met drie beschonken vrouwen vrolijk en uitbundig op de achterbank, had dat tochtje zomaar in een apocalyptische catastrofe kunnen eindigen. Mijn tijd was blijkbaar nog niet gekomen en die wijsheid koester ik tot op de dag van vandaag. Verder staat ook paradise by the very global dashboardlight nog vers in de herinnering, een memory die steeds meer het karakter krijgt van een zwaarzoete fluwelen verpakking met een roze strikje er omheen, want zo gaat dat nu eenmaal met herinneringen. Of ze zijn zoet en eeuwigdurend of er is sprake van trauma-achtige verschijnselen die je het best uit je brein kunt deleten. Verder deed het vehikel uiteraard alles wat Franse en Italiaanse rijtuigen in die gedenkwaardige tijd deden: wegroesten, veel olie verbruiken en om de haverklap dienst weigeren, en ondanks alle beperkingen is het rijgenot en de charme van de Franse auto nooit meer geëvenaard, al is ook dat wellicht weer meer nostalgie dan realiteit. Ik rij nu al weer jarenlang in mijn zestiende auto, in dit geval van Duitse makelij, maar ik ga toch eens op Marktplaats kijken wat er nog aan oude Eenden te koop is.
<<Nog geen tien minuten na het schrijven van deze concept-column kom ik tussen Delden en Lochem twee Citroens tegen, twee eenden, beide blauw, misschien wel uit 1964…. Geweldig, spectaculair toeval>>
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie