Het was mei 1965. Mijn helden waren al een tijdje John, George, Paul en Ringo en The Beatles stonden 9 weken op nummer 1 van de Top40 met Ticket to ride, één van mijn eerste singles ooit. De tijd van fuiven en feesten was in volle gang en de ontdekking van gerstenat leidde regelmatig tot wazige tafereeltjes in spaarzaam verlichte vertrekken in de regio. De tanende belangstelling voor een mooi schoolrapport resulteerde op de HBS in Aalten in een eindlijst met vijf drieën, drie vieren en twee vijven, waardoor het lerarenkorps geen lange discussie behoefde te voeren over het antwoord op de vraag: gaat ie over of blijft ie zitten?
Het was een jaar van pierewaaien en ontdekken, waardoor er tijdens het uitdelen van de gecorrigeerde proefwerken regelmatig met veel leedvermaak wat gebulder over mijn hoofd werd uitgestort, als er weer woedend een dikke 1 bovenaan het proefwerkblaadje was getatoeëerd, waarbij de rode correctiestrepen door mijn Franse koeterwaals allengs driftiger waren geplaatst, herinner ik me nog goed, begeleid door de afkeurende blikken van Nico Berkelaar, de markante, eigenzinnige leraar Frans. De zevens voor gym, geschiedenis, aardrijkskunde en tekenen staken fel af bij de rest van de lijst en 1965 was de opmaat voor een opmerkelijke tijd, door de hormonen, de drang naar ontdekken, de dorst, de geweldige muziek en de eerste meiden, waarvan het magere acceptabele gehalte leidde tot een run op de mooie Ineke’s, de Neeltje’s en de Anita’s, althans binnen mijn jaargang en vooral in mijn selectieve beleving.
Het haar groeide intussen tot over de oren en er ging geen dag voorbij zonder nieuwe ontdekkingen, veelal begeleid door twaalf bier en een hoop gehampel aan het thuisfront, dat zich steeds meer verbaasde over zoveel onrust en hectiek, zeker toen de zondeval compleet werd bij mijn melding dat ik de Hervormde Kerk geen warm hart meer zou toedragen.
Door het ontbreken van digitale communicatiemiddelen krabbelden we onze emoties nog wel eens op stukjes papier, beantwoorde liefdes wedijverden met niet-beantwoorde varianten, en ik heb me – in mijn herinnering – één keer bezondigd aan het schrijven van een echte, korte liefdesverklaring op schrift, dat misschien nog ergens in een poëziealbum is blijven steken.
De eerste gitaar kwam een paar maanden daarna over de vloer en de onvergetelijke oude muziek is vanaf mijn jeugdige periode altijd een rode draad gebleven voor de rest van het leven, van Beatles tot Stones, van Earring(s) tot Led Zeppelin, van The Kinks tot The Who.
Melancholisch word je er wel eens van. Wegmijmeren met de herinnering van toen is misschien een veeg teken van ouderdom, maar het zoet van al dat moois in de bovenkamer zorgt er toch vaak voor dat ik met een brede grijns door de Achterhoekse dreven sukkel, ook vanuit de vaststelling dat je gelukkig toen nog niet wist wat je nu weet, van het leven, van de mens, van social media en de politiek. Die jaren vormden de basis voor meer, maar de schooltijd aan de Slingelaan in Aalten, hoe strontvervelend ook soms, legde toch de basis voor alles wat daarna op m’n pad kwam, ondanks directeur De Vries, ondanks wis- en scheikundigen van Os en Mandemakers, maar ook door dat merkwaardig driftige mannetje Wijbrands, de leraar biologie. In 1965 begon het, en vanaf 1966 werd het alleen maar mooier.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie