Ik heb intussen een paar afleveringen gezien van ‘Het geheim van de meester‘ en mijn conclusie is: de AVRO/TROS is knettergek. Het is de eerste en laatste keer dat ik een term van Wilders hergebruik en dat is omdat er iets helemaal niet deugt bij die combi-omroepclub. Tuurlijk, er zijn vast en zeker talloze kijkers en bewonderaars die het imiteren van kunst ook kunst vinden, maar laten we de dingen even op een rijtje zetten, vanuit de veronderstelling dat het de zendclub alleen maar te doen is om de kijkcijfers. In een paar afleveringen heb ik kunnen vaststellen wat er gebeurt, wat er wordt gebracht, wat je moet zien voordat je kunt weten waar het over gaat, voordat de grote ergernis begint vooral.
De AVRO beoogt een serie neer te zetten waarin Rembrandt’s schildergeheimen worden ontsluierd door een replica van zijn meesterwerk De Nachtwacht te boetseren en vrijwel alles wordt in het werk gezet om dit vermeende kunststukje op het geprefabriceerde linnen te prutsen. Alles wordt uit de kast gehaald, qua technieken, qua camerawerk, qua vooronderzoek en geschiedkundige details om een kopie te maken van het werk uit 1642, dat dus niet, zoals ze ‘t noemen een reconstructie is, maar een duplicaat van van Rhijn’s weergave van Frans Banninck Cocq – met c-o-c-q – en zijn mannen. Rembrandt zou zich omdraaien in z’n graf als hij het gefriemel kon aanschouwen, want niemand van het vaste kwartet imitators heeft ook maar een procent van het talent van de grootmeester.
Kunstenares Lisa Wiersma, vast wel een prettige tante in de omgang, doet in deze serie weinig anders dan gewichtig langs de camera kijken bij het inkleuren van de vele voorgeprojecteerde vlakjes en vakjes, daarin bijgestaan door wat ingehuurde familieleden. Niets wordt aan het toeval overgelaten en we zien Lisa met behulp van drones en talloze handcamera’s door Amsterdam fietsen, kijken naar de echte Nachtwacht, studerend en filosoferend over haar eigen werk en met een meer dan gezonde bewondering praten over hetgeen onze schilderheld uit de Gouden Eeuw heeft voortgebracht. De talloze close-ups van alle betrokkenen tonen aan dat er veel denk- en theaterwerk is verricht, gelet de sterk uitvergrote rimpels en gefronste wenkbrauwen van de acteurs, waarbij gemakshalve wordt voorbij gegaan aan de riante vergoeding die allen voor dit kunstje in de wacht slepen.
We zien materiaaldeskundige Thijs Hagendijk met regelmaat ergens in het buitenland een emmertje aarde opgraven om daarmee het juiste pigment te fabriceren voor de schaduwpartij van de laarzen van luitenant Willem van Ruitenburgh. Om de zwaar overdreven benadering nog eens extra cachet te geven worden zelfs de beschadigingen, onder meer aangebracht door een aanval met een mes in 1975, geïmiteerd. Dus je maakt iets na, je pakt een willekeurig slagersmes – pontificaal en met trompetgeschal in beeld gebracht – en je kerft een paar ferme halen in het nog verse linnen om dat daarna weer zodanig te herstellen dat ook dat historisch momentje is toegevoegd aan het volledig doorgeslagen en treurige AVRO-verhaal.
Waarom en waarvoor, behalve voor de ordinaire kijkcijfers, zou je zoiets willen neerzetten? Wat willen ze aantonen? Dat een Nachtwacht schilderen niet zo moeilijk is als we vaak denken? Dat Rembrandt weliswaar redelijk goed was met olieverf, maar ook weer niet zo heel bijzonder? Dat de AVRO met wat goeie wil zomaar een historisch meesterwerk tevoorschijn kan hertoveren? Tot-tok-tok, rare jongens die programmamakers! Zelfs de inkorting van het doek uit 1671 wordt geïmiteerd en niemand weet waarom. Straks, aan het einde van deze veel bekeken serie worden een paar dingen uiteindelijk helder en concluderen waarschijnlijk de jongelui van de omroep: Rembrandt was een talentvol schilder!
Het voordeel van dit project is dat er geen vervolg meer kan komen van ‘het geheim’. Je gaat immers na de Nachtwacht niet nog eens een simpele Mondriaan of een Picasso imiteren. Einde verhaal dus binnenkort en dan kunnen we nog een tijdje in het Rijksmuseum kijken naar beide exemplaren, om dan nog eenmaal aan elkaar toe te vertrouwen dat het origineel toch veel beter is. Taco Dibbets, directeur van het Rijks heeft weer extra publiciteit gekregen en daar geilt deze man enorm op, zoals we dat al zagen bij de aankoop van Rembrandt’s zelfportret De Vaandeldrager van de familie Rothschild. Alles wat het mondiale Rembrandt-gevoel kan vergroten is in zijn ogen gerechtvaardigd. Met de aanschaf van de Vaandeldrager gingen bedragen gemoeid waar we in het kader van de nationale armoedebestrijding een flinke stap hadden kunnen zetten, of richting Groningse gedupeerden en ons overspannen zorgpersoneel een mooi gebaar hadden kunnen maken. Tja, knettergek dus!
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie