‘t Is weer zover, een dagopname bij de regionale pijnpoli, even wat laten doen aan dat verdomde kraakbeen, dat stiekem, maar met stellige zekerheid en onvermijdelijk aan het reduceren is, all over the body. Ach, je went eraan en als ‘t daarbij blijft ben ik blij en kunnen we vanaf morgen weer van alles ondernemen, tot de volgende tussenstop.
Ik ben uiteraard ruim op tijd, veel te vroeg blijkt even later, maar word al snel opgehaald door Coby, die eigenlijk Marga heet, maar dat verzwijg ik hier om voor de hand liggende pricacy-redenen. Coby is een zestigjarige en wat te bruin gezonde dame, die zelf wat mank loopt, maar daar zeg ik niets over. Coby legt in veel teveel woorden uit dat ‘t druk is, waardoor ik naar een andere kamer moet, die straks ook weer vol ligt, maar dat dat nog even duurt en dat ze nog twee boterhammen voor me klaarmaakt – met kaas, en een glas melk graag – en dat ik sokken en de onderbroek mag aanhouden, en dat ze nog eens heel druk is en of ik nog allergisch ben – nee, nog niet – omdat ze zo veel aan ’t hoofd heeft, waarna ze toch echt wel licht hinkend haar weg vervolgt, nog weer terug komt voor de procedure, en of ik toch misschien nog koffie wil.
Ik ga liggen met m’n krantje en doe een poging om tijdens een licht dutje wat te mijmeren over de opvang van Oekraïnse vluchtelingen, waar op dit moment veel vrije tijd in gaat zitten, waarbij je niet weet hoe tijdelijk het is, maar die wel erg veel energie vergt. Even relaxen is dus wel nodig, ook al omdat ik vanochtend nog gauw de belastingaangifte heb ingevuld, waarvan de eindsom wat tegen valt, met als extra uitdaging het vinden van aftrekposten, waarvan ik weet dat ze er niet meer zijn vandaag de dag. Ik lees intussen in de VK over de excuses van ABNAMRO over de rol van haar voorgangers tijdens het slavernijverleden en de rol die banken in het algemeen en de voorlopers van deze bank in het bijzonder daarin hebben gespeeld. Die rol was fors en daar hebben ze nu spijt van. Spijt? Waarom nu? Heel eenvoudig. De bank gaat een forse vestiging in de Bijlmer bouwen en nou wil het geval dat in die omgeving de mensen er doorgaans nog veel donkerder uitzien dan mijn dagzuster. De bank is zelfs met de zwarte gemeenschap in gesprek gegaan en komt dus nu, na deze blamerende verkenning en excuses, parmantig uit bij haar echte roots, die van geldverdieners, doorgaans over de rug van de gewone man, in dit geval de zwarte gewone man. Je prikt er dus zo weer doorheen.
Intussen lig ik nog wat te piekeren over de plakjes kaas op mijn door Coby geserveerde bruine boterhammen. De plakjes kaas zjjn te klein om een boterham te bedekken, een mening die gedeeld word door de lokale keukenmeester, waardoor ik voor twee sneetjes bruin drie plakjes heb ontvangen, waarbij de vraag rijst waarom in godsnaam de plakjes niet wat groter zijn ingekocht. Dat scheelt niet alleen plakjes, dat scheelt tussenliggend folie, dat scheelt verpakking en op die manier denk je er wat af op zo’n opnamedag.
Intussen heb ik een buschauffeur als kamergenoot gekregen, die op de controle-vraag van Coby naar allergieën z’n schoonmoeder opgeeft, waarna ik me weer snel verdiep in krant en telefoon omdat je dan al weer genoeg weet over het gelukkig kortdurende contact, een standpunt dat daarna nog eens keihard wordt onderbouwd via nog meer koddige kwinkslagen op het niveau van ‘busje komt zo’. De volgens de arts geslaagde poging om met corticosteroïden een zenuwbaan vrij te maken doet inmiddels z’n heilzame werk en morgen loop ik weer als een kievit negen holes op de golfbaan, ondanks m’n nieuw ontwikkelde en vrij heftige allergie voor buschauffeurs.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Ik zag het helemaal voor me!