Op m’n tiende ging ik met mama naar de Boerenleenbank in mijn woonplaats en daar schreef de toenmalige directeur, ‘ome’ Anton genaamd, zelfstandig mijn storting van tien gulden bij in het spaarbankboekje, met de hand en een stempeltje. Met dat boekje moest je dan éénmaal per jaar nog even terug om de rente handmatig te laten noteren.
Binnen het bankwezen heerste toen nog iets van huiselijkheid, klantvriendelijkheid en dienstbaarheid, al was deze anekdote wel heel erg jaren jaren zestig.
Daarna ging het dramatisch mis met ons stelsel van graaiende en hebzuchtige geldbewaarders. Banken vormen door de jaren heen één van de rode draden in mijn schrijfsels, en doorgaans komt dat niet omdat ik ze een warm hart toedraag, omdat ik de schrijnende schraap-strategie koester of omdat ik me wel iets kan voorstellen bij de megabonussen van toplieden, die zonder enig gevoel voor verhoudingen de miljoenen wegklokken alsof het Oerbiertjes zijn.
Banken zijn ook deze week weer een dankbaar onderwerp om even bij stil te staan. Alle handelsbanken hebben nu de halfjaarcijfers bekend gemaakt. Daaruit blijkt dat de rentestijging van het afgelopen jaar heeft geleid tot megawinsten, vooral omdat de rente op spaarrekeningen als gebruikelijk ver achter blijft bij de rente op kredieten en hypotheken. Goh, niks nieuws onder de zon eigenlijk en vrijwel zonder nieuwswaarde, zou je zeggen. Des te opmerkelijker is het voornemen van nota bene mens Meloni uit Italië om de megawinsten van de banken aldaar te gaan gebruiken om de belastingen voor de Italiaanse burger te verlagen. Afromen dus die joekels van winsten en hergebruiken voor degenen die het zwaar hebben, de modale burger, de minima. Plotseling is Meloni in mijn achting gestegen. De dame was tot dusver alleen zichtbaar via de schandalige Tunesiëdeal, maar nu is blijkbaar een snufje heilige geest in haar gevaren via een maatregel die we Europees zouden moeten doorvoeren. De Raiffeisen-Boerenleenbank, de Internationale Nederlanden Groep en de Algemene Bank Nederland Amsterdam-Rotterdam-Bank – de absurde naam is tijdens het fusieproces van 1990 tot stand gekomen omdat beide banken hun merkwaardige identiteit wilden behouden en niet in staat waren iets innoverends tussen de oren te krijgen – kortom dat bankengilde dus, kan de borst wel natmaken. Dat ben je in elk geval geneigd te denken, dat hoop je, dat wil, je, dat wil iedereen.
Beperkende probleem is dat we met een demissionaire politieke club zitten, die zich ongetwijfeld gaat verschuilen achter haar huidige status. Misschien kan de nieuwe politiek zich straks buigen over de vraag of genoemde handelsbanken überhaupt nog wel commercieel bestaansrecht hebben. Na de overweging van Wouter Bos in 2010 om het hele destijds bijna failliete boedeltje over te nemen en te nationaliseren is het weer stil geworden, zijn de farizeëeers van de samenleving met ons belastinggeld weer zo sterk gemaakt dat ze het zich kunnen veroorloven arrogantie tot moraal te verheffen, zonder een greintje klantgevoel, met een strategie van uitsluitend winstbejag, ondanks de individuele vrijheid om bijvoorbeeld de spaarrente op te schroeven. Dat die verhoging achterwege blijft is ronduit schandalig. Dat vinden alle economen, dat vind menig links politicus, dat vinden zelfs deelnemers uit het midden, maar intussen gebeurt er niets en gaan we met de armen over elkaar zitten wachten tot de volgende kwartaalcijfers worden gepresenteerd.
We hebben nog drie maanden om na te denken over de nieuwe politiek, over een nieuwe koers, over leiders die het aan durven om de megawinsten aan te pakken, niet alleen van banken, maar van alle internationals. Hoewel de nieuwe partijprogramma’s nog even op zich laten wachten, zet ik vast in op de linkerkant van het politieke firmament. ‘t Is tijd voor echte verandering!
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie