De hetze jegens de fiscus, ontstaan door de vermeende fraude met belastingtoeslagen en het daarop volgende mediacircus rond de slachtoffers vormt een nieuw dramatisch hoofdstuk binnen de toch al zo geplaagde overheid. Het is een tranendal voor de gedupeerden, het is een tragedie voor de geloofwaardigheid van ‘het systeem’, maar we moeten toch echt proberen er iets van te begrijpen, ook vanuit de invalshoek van de – vaak terecht – verguisde tollenaars in dit land. Vooropgesteld, er moet een beste bult belasting worden geïnd om al onze uitgaven te kunnen betalen, we moeten dat zo eerlijk mogelijk doen en we moeten vooral proberen falsificaties en frauduleus gesjoemel te voorkomen, dat is ‘t uitgangspunt, geen discussie mogelijk. Er zit dus een hele club mensen, gewone burgers bij die dienst met als taakstelling om zoveel mogelijk muntjes binnen te harken en misschien, of waarschijnlijk zelfs, maken die er onderling wel een sport van welke afdeling of welke medewerker in een bepaalde week de meeste poen binnen schraapt, en voor een weekje de felbegeerde taks-trofee mag bezitten. Het principe van zo’n competitie-element is niet verkeerd, want fraude is diefstal en dat is verboden. Uiteraard hebben ze vanuit die inhalige gedachte, zich blind starend op de weekklassering, elk gevoel voor realiteit verloren vanuit de invalshoek dat de meeste mensen niet deugen en iedereen in beginsel fraudeert. Er zitten echter ongetwijfeld ook goed bedoelende ambtenaren tussen die hun stinkende best hebben gedaan en naar eer en geweten de juiste verzoeken om terugbetaling hebben verstuurd. Ons collectieve en financieel gezien toch al hardnekkig argwanende gevoel jegens de belastingdienst heeft nu echter een extra knauw gekregen. De oplossing is simpel: het inhalige karakter van de noodzakelijke onderzoeken moet worden verschoven van de nu zwaar, en deels ten onrechte veroordeelde particulier, waaronder arme sloebers en volledig te goeder trouw opererende schlemielen, naar de zwendelaars onder de hogere inkomens en de ladelichters binnen het bedrijfsleven. Als ze de aangiften van de inkomsten- vennootschaps- en dividendbelasting wat scherper controleren op onrechtmatigheden en pure belastingontduiking geven we die vermaledijde fiscus weer een zet in de juiste richting. Probleem is uiteraard dat juist in die kringen de beter betaalde adviseurs rondlopen, die alle mazen in de wet uit het bollebozige hoofdje hebben geleerd, maar feit blijft dat daar de grote brokken voor het oprapen liggen en alleen een simpele veroordeling van een paar fiscale lieden van het niveau commies B gaat voorbij aan de werkelijkheid van het probleem van het belastingsysteem, nu eenmaal het noodzakelijke kwaad binnen onze samenleving. Een paar forse klappers bij de grote jongens en de imagoschade is weer hersteld. Laten we verder de uit het verband gerukte term belastingcowboys direct schrappen, al was het maar omdat elke overeenkomst tussen een saai fiscaal ambtenaartje en de vertrouwde koedrijver op de prairie complete avontuurlijke nonsens is. Mocht ik echter op korte termijn ook worden verrast met een onverwachte blauwe brief, dan zal mijn hier geventileerde milde en begripvolle standpunt zo maar kunnen transformeren naar een variant met een een forse dosis gezonde agressie.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie