De wachtruimte van Radiologie, locatie Zutphen, bevat een schilderij van een kudde schapen op een heideveld, de Posbank denk ik, redelijk goed en secuur weergegeven door een lokale amateur, die zijn naam desondanks niet heeft prijsgegeven. Ik tel er 97, maar waarschijnlijk waren er op de voorbeeldfoto nog een paar aan het zicht onttrokken door wat struikgewas. Daardoor dwalen mijn gedachten af naar Toon Hermans, waarbij ik constateer dat ik er een vrij turbulente denkwereld op nahoud. Gek is dat met gedachten, je zou ze af en toe moeten kunnen uitschakelen, zoals nu, op dat bankje in wachtruimte B.
De mens in het algemeen en ik in het bijzonder zijn aan slijtage onderhevig en daarom heb ik nogal wat afspraakjes staan deze week, bij specialisten, met de huisarts, en vandaag met een alleraardigste radiologe die mij vertelt over het hoe en wat van haar echo. Tijdens het uitsmeren van het koude smeersel op de blote buik kan ik de vraag: ‘kun je al zien wat ’t wordt?’ maar net onderdrukken en gaat ze onverstoorbaar verder met het aanschouwen van de echo-beelden, waarbij het scherm, ik neem aan bewust, aan mijn zicht is onttrokken, heel verstandig ook, want elk vlekje of stipje groeit in mijn soms wat fatalistische denkwereld al snel uit tot iets bedenkelijks.
Toevallig is ook mijn trouwe diesel deze week toe aan onderhoud. De motor, het hart van mijn Golfje klopt, net als die van ‘t baasje, nog geweldig regelmatig, maar ook daar zijn vitale en minder vitale zaken zoals het bewegingsapparaat aan slijtage onderhevig, resulterend in wat nieuwe onderdelen, een zeer opmerkelijke en toevallige parallel deze week. In beide gevallen is bovendien sprake van een enorm kilometrage en berust een samenvallende gebeurtenis als deze nooit op louter toeval, stel ik vast, via een nog niet exact gedefinieerde combinatie van zweverige en complotterige prakkiseermomentjes.
De parallel is vrij eenvoudig door te trekken naar onze samenleving. Het hart daarvan zit, leuk of niet, nog steeds in Den Haag en is eveneens aan groot onderhoud toe. Wij vormen als burgers slechts de radertjes, waardoor en waarvoor het geheel moet blijven draaien en de afspraken rond alle immens grote probleemgebieden vormen de smeerolie die straks gaat bepalen of en in welke mate we in staat zijn om met z’n allen het nieuwe tijdperk binnen te treden.
De metaforen groeien de pan uit inmiddels, een gevolg van al die dagelijkse bespiegelingen over het wel en wee van ons allen, mens, machine en maatschappij.
’t Is dus een week van onderzoek en met een beetje goeie wil heb ik in een dag of wat mijn jaarlijkse ziektekostenpremie terugverdiend, inclusief eigen risico. Dat zou je dus, positief denkend, een opsteker kunnen noemen, ware het niet dat de twijfels nog even overheersen. Ik speur de einder af naar meer positieve signalen en ik probeer m’n altijd wat te hoge stressniveau om te buigen naar een gezondere denkwijze en positivisme. De vorige week ingezette Zen-oefentherapie begint z’n vruchten af te werpen, want tijdens een dagelijks autorit kon ik mezelf op een schouderklopje trakteren door niet op elk kruispunt een trage verkeersdeelnemer van het wegdek te vloeken. Ook dat is onderhoud, van de geest in dit geval.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie