De oude meesters Herman van Veen en Freek de Jonge waren afgelopen weekend nog even nadrukkelijk in beeld en ondanks het feit dat Herman af en toe de hagelslag in de vaatwasser terug vindt zit er nog verdomd weinig sleet op zowel lichaam als geest van de ouwe rotten.
Misschien is Opzij, opzij, opzij van van Veen ongemerkt en onbewust wel een aansprekende actuele verkiezingsleus, die menig politieke partij in de dagbladadvertenties had kunnen gebruiken, niet in het minst door de ernstige problemen met moeder Aarde. Opzij opzij opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast… met het redden van de aarde, met groene energie, met de CO2-reductie, en we moeten dus inderdaad rennen, springen (niet meer)vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan, we kunnen niet langer blijven staan, en nog langer wachten met die verdomd noodzakelijke maatregelen. Het roer moet om en het praten over koetjes moet ook vooral gelinkt worden aan de grondige herziening van het agrarisch bestand, dat het meest wordt aangehangen door de Partij voor de Dieren, waarvan de naam beter kan worden gemigreerd naar de Partij voor Sommige Dieren of de Partij voor Minder Dieren. Het zou nog veel beter zijn voor de groei van de partij als de titel werd veranderd in Red de Aarde, om de zaak in een wat breder perspectief te trekken.
We moeten eerst nog dealen met de zieltogende versnippering van de parlementaire democratie, simpel tegen te gaan door een verhoging van de kiesdrempel, dus waarom nog wachten met die wetswijziging? Afgelopen week lag ik alweer een paar nachten wakker van de oeverloze standaarddebatten tussen steeds weer Rutte en Wilders, met steeds diezelfde issues, over links, over rechts, over Zwarte Piet en de Islam. Nederland is er klaar mee en hoewel je bij alle partijen wel wat vraagtekens kunt zetten heb ik dat op dit moment het minst bij Kaag, die niet is te verlokken is tot al teveel extreem links gedachtegoed, pro-Europees is, pro-Onderwijs ook en pro-klimaatverandering, inclusief een eerlijker verdeling van de centen.
Bij alle recente bespiegelingen deed Freek de Jonge er afgelopen zaterdag nog een schepje bovenop. Hij was andermaal briljant, hij blijft geniaal en het sprookje van Mondkapje en de wolf in het bos, inclusief de sneer naar Schorum voor Democratie was simpelweg geweldig. Freek sterft ooit als Tommy Cooper in het harnas, hapert af en toe een fractie van een seconde, maar herpakt zich steeds weer als de oude meester, de clown, de gymnast ook. Als je een kop zou moeten boetseren van een ouwe linkse dwarspoot, die inschurkt tegen sociale misstanden, die vloekt en tiert op de macht van het kapitaal of als je beeld zou moeten kleien van iemand die nurks, maar recht door zee misstanden aan de kaak stelt en daarbij actief partij kiest voor misdeeld Nederland, dan kom je altijd precies uit bij het doorleefde knarrenhoofd van Freek, mooi oud door groeven en rimpels, de jampotbril, het wilde grijze haar en de verwrongen doch priemende blik van de meester. Freek wordt soms verguisd door z’n tegenstanders, nog steeds bejubeld door z’n fans, maar z’n grootste wens – de oproep aan Rutte om in godesnaam te stoppen – zal niet worden verhoord, tenzij er nog een wondertje gebeurt. Wat dat betreft zou opzij opzij opzij dus toch het best passen bij de verkiezingsslogans van D66.
See you.
Nog even het eerste couplet:
Opzij, opzij, opzij
Maak plaats, maak plaats, maak plaats
We hebben ongelofelijke haast
Opzij, opzij, opzij
Want wij zijn haast te laat
We hebben maar een paar minuten tijd
We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen
Opstaan En weer doorgaan
We kunnen nu niet blijven
We kunnen nu niet langer blijven staan
Een andere keer misschien
Dan blijven we wel slapen
En kunnen dan misschien als het echt moet
Wat over koetjes, voetbal
En de lotto praten
Nou dag tot ziens, adieu, het ga je goed
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie