Na m’n laatste column, alweer twee weken geleden, was ik als een razende aan de slag gegaan met het nieuwe, andere ritme, een opmaat naar een mooiere, melodieuzer manier om het leven van alledag te tackelen, zonder dat die alledag wordt beheerst door alleen maar onoplosbare neuzelproblemen binnen ’t beheersgebied van mannetje Rutte en consorten. Plannen dus, veel plannen, al was het maar vanuit de zeer belegen invalshoek dat ledigheid des duivels oorkussen is. Daarna kwam het element niet te beïnvloeden factoren voorbij met de vraag: is ledigheid ook ledigheid als je wel wilt, maar niet kunt? Er brak een periode aan, waarin ik me puffend, knorrend, hoestend en zuchtend naar het eind van de dag worstelde, richting de nacht, die eigenlijk nog veel meer ellende in petto bleek te hebben. Ik was ziek, en flink ook. Na ruim twee weken was alle energie opgebruikt, zat ik als een hoopje ellende op de keukenstoel, waarbij begrippen als gene zijde op de gekste momenten van het etmaal op hallucinerende wijze op het netvlies verschenen. Een merkwaardig virus had me te pakken, liet me niet meer los en dat dus allemaal op het moment dat ik had besloten de waanzin over de mondiale dialoog de rug toe te keren.
De virale ziekmaker was een aardig eind op weg om de destructieve klus tot een vermaledijd einde te brengen, toen ik een week geleden naar het plafond keek van de resoluut door mijn kordate huisarts ingeroepen ambulance, waarna alle procedures en protocollen in werking werden gesteld en ik in amper twee uur tijd kennis maakte met een forse club betrokken, lieve en gemotiveerde zorgmedewerkers in ’t ziekenhuis te Zutphen. Volgens de dienstdoende arts had een merkwaardige combinatie van drie virussen kans gezien ervoor te zorgen dat ik op een bepaald moment in het tweeduuster van hemel en aarde de contouren van wat engelen aan de horizon zag opdoemen, al was dat meer mijn beleving dan die van hem. Hoe loop je zoiets op, hoe had ik het kunnen voorkomen, en nog een handvol aanvullende vragen vulden mijn dagen, zonder dat ik een bevredigend antwoord ontving. Schikken in het lot bleek onderdeel te zijn van een hersteloperatie, waarbij de zorg en toewijding van fantastische verpleegkundigen andermaal net zo indrukwekkend was als de machteloosheid waarmee je je eigen kwetsbaarheid moet accepteren.
Ik heb mazzel gehad, besef ik. Ook aan een minder complexe longontsteking ging men vroeger immers geregeld de pijp uit.
Het was een week om nooit meer te vergeten, één om voor altijd te herinneren, leidend tot het vaste voornemen om nou eens een tijdje te stoppen met medische perikelen. Het was een periode waarin hoestprikkels de dagen beheersten, ten koste van de schrijfprikkels die vanaf deze week vast wel weer een inhaalslag gaan maken, zeker als ooit de zon gaat schijnen in dit door luchtvochtigheid gekenmerkte land. De stappenteller vraagt zich nog een paar weken af waarom het oude gemiddelde nog zo lastig haalbaar is, maar daar gaan we samen hard aan werken.
See you in better times.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie