Het geleuter in Den Haag over transparantie neemt ridicule proporties aan. Binnenkort muteert de WOB – Wet Openbaarheid Bestuur – naar de WOO – Wet Open Overheid – een papieren schijnvertoning die suggereert dat straks alle besluitvormende informatie per direct en via een geautomatiseerd proces inzichtelijk wordt voor de buitenstaander, de burger. Transparantie willen we immers, inzage in alle stukken, en helaas denken velen dat er iets gaat veranderen door deze wetmatige aanpassing. Velen denken ook dat het straks afgelopen is met de achterkamertjespolitiek, met de stiekeme bilateraaltjes, de onderonsjes en de tête-a-têtes in de krochten van de landelijke politiek, de catacomben van het Binnenhof, waar de praktijk van de bureaucratie overigens niet veel anders functioneert dan binnen de gemeentelijke politiek, of binnen die van de provincies en waterschappen. Controlerende organen, zoals de Tweede Kamer of een gemeenteraad, krijgen immers al sinds jaar en dag louter de informatie die het ambtelijk apparaat bereid is aan te leveren en juist die groepering blijft steeds buiten schot als het gaat om de verantwoording van de grote blunders binnen ons staatsbestel, zoals dat bij de toeslagenaffaire zo verdomd helder is geworden. Het actuele proces daarover, uiteraard ingegeven door de recente schandalen, slaat, zoals vrijwel alles in dit land, geweldig door. Iedereen tettert en twittert dat het een lieve lust is, links en rechts buitelen over elkaar heen en de eindverantwoordelijken, lees kabinet, lijden gezamenlijk aan een collectieve vorm van Oostindische amnesie of zoeken vertwijfeld naar een passend excuus door een inmiddels toch op onwaarheid berustend verblijf in Niger, waardoor andermaal een vleugje hoop op een paar ontkiemende zaadjes nieuw leiderschap vrijwel is verdwenen. Ministers en andere bewindslui trekken voortdurend nieuwe excuuslaatjes open van wat in dit geval vanuit meerdere invalshoeken een rariteitenkabinet kan worden genoemd, en waarbij verbazing en ergernis voortdurend duelleren met vage beloften en toezeggingen van Rutte en z’n trawanten, die met een ondoordringbare plaat voor de kop dagelijks de vermeende onschuld spelen en zich verschuilen achter een masker van zelfingenomenheid en arrogantie. De afstand tussen politiek en burger bedraagt inmiddels lichtjaren en niemand lijkt zich daar nog werkelijk om te bekommeren. Het is een cultuur van ambtenarij, vaak gevoed door de CEO’s van de multinationals die op basis van hun gezamenlijke takenpakket de dagen vullen met het uitdenken van constructies om de belastingcentjes a. te innen en b. te verdelen. Binnen die gremia bestaat het controleapparaat slechts uit interne en elkaar dekkende organisatie-onderdelen, waarna alleen de hoofdlijnen nog even door de Tweede Kamer moeten worden geloodst, zoals dat ook bij gemeenteraden gebeurt. Het is een farce en dat is het al eeuwen. Daar gaan nieuwe voorstellen, nieuwe constructies, ingediend aan aangedragen door geweldige politieke belhamels als Leijten en Omtzigt niets aan veranderen, omdat de allesbepalende randvoorwaarden keihard en ogenschijnlijk voor de eeuwigheid zitten verankerd in de betonnen fundamenten van de ambtelijke molens. De met trompetgeschal opgeëiste en toegezegde transparantie wordt dus nooit een transgarantie en die stelling durf ik wel neer te zetten, ondanks alle vernieuwende en inmiddels al weer afzwakkende politieke leiders. Gezapigheid, gelatenheid en acceptatie worden hun deel en we hebben een denktank van nationale omvang nodig om deze impasse te doorbreken.
Zo lezers, dit moest ik even kwijt en over gezapig gesproken, na deze column ga ik aan de oranje tompouce, want die laat ik ondanks mijn enorme arsenaal aan Oranje-bezwaren toch niet aan m’n vandaag zwaar gesensibiliseerde neus voorbij gaan.
Mooie dag.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie