De belangrijkste vraag die zich aan me opdrong bij het kijken naar Dries van Agt, tijdens het mooie interview uit 2015 met Jeroen Pauw, had betrekking op Wilders. Zou hij ook gekeken hebben, zou hij bepaalde elementen uit dat gesprek als plichtsbesef, normen en waarden hebben gesignaleerd via de manier waarop van Agt, deels ook later pas wijs geworden, zijn woorden koos en met een zorgvuldigheid waaraan vrijwel elke politicus anno 2024 een puntje kan zuigen? Trekken de christen-democraten van nu, als ze nog bestaan, zich de haren uit het hoofd bij alle dubieuze zaakjes die de politiek van nu grotendeels aan de populistische laars lapt en zouden de bestuurlijke lui van nu überhaupt weet hebben van het feit dat politiek altijd een schaakspel is, met geven en nemen, zonder elkaar af te maken, maar zuiver en alleen via een proces van schikking en menselijke waardigheid?
Van Agts grootste zorg, in 2015 dus, ging uit naar de leefbaarheid op planeet aarde met vooral de zorg voor onze kinders en de navolgende generaties. Hij kan dat de huidige boerenbullenbakken – mooie term van columniste Merel van Vroonhoven trouwens – niet meer leren, maar de grote vraag luidt: hoe krijgen we die normen en waarden weer terug in de samenleving, welke weg moeten we bewandelen om zaken als fatsoen, eerbied, waardering en wat medemenselijkheid weer op ons collectieve netvlies te verankeren.
Het lijkt een onmogelijke opgave te worden en misschien is toch die grote catastrofe nodig om ons wegwijs te maken, al zou ik het best prettig vinden als die dan nog een paar decennia op zich laat wachten.
Misschien ook kan de huidige generatie politici nog even terug naar de schoolbanken om het vak historisch perspectief wat beter in de discussie te leren betrekken onder het motto ’tel je zegeningen’, en stel daarbij ook vast dat we het nooit iedereen naar de zin kunnen maken in een wereld waarin verongelijktheid voortdurend triomfeert in ons aller individuele strijd om aandacht. Da’s best een complexe zin en een wat moeilijke stelling, die waarschijnlijk lastig indaalt bij het groeiend aantal dyslectische landgenoten, dus daarom een toevoeging in een wat meer gebruikelijk jargon: narcisme en egoïsme zijn de drijfveren voor populisme, vormgegeven door oproerkraaiers en haatzaaiers, die massaal bijdragen aan de teloorgang van de beschaving.
Het gesprek met van Agt vond plaats vóór Trump I, op het moment dat wij allen nog dachten dat het wel zou meevallen, met de VS, met Europa. Het vervolg laat zich raden straks, na november 2024.
Inkeermomenten waren ook een terugkerend item in het gesprek met van Agt, vormgegeven door zijn bereidheid om toe te geven. Het geheel was een prachtige en waardevolle constructie, die ik zelf ook maar eens ga overwegen. Opnames maken, gesprekken voeren, brieven schrijven, die pas later naar buiten mogen, met alle risico’s van dien voor je naaste omgeving.
Van Agt vond zichzelf aan het eind van z’n leven terug in de middelmaat en hoewel dat vanuit de politieke invalshoek wel aardig klopt, verdient de man postuum een medaille voor z’n analytisch vermogen, z’n taalgebruik, z’n fatsoen en verdraagzaamheid, een woord dat misschien veelzeggend net niet op het hedendaagse scrabblebord past.
Ik had in de jaren zeventig, de periode dat hij nogal eens overhoop lag met Joop den Uyl, nooit gedacht dat ik deze complimenteuze woorden op zo’n manier aan Dries zou richten. Ook dat heet voortschrijdend inzicht, en bovendien komt het verstand vaak pas met het verstrijken der jaren, bij de meesten. Er is dus nog hoop!
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie