Afgelopen week kwamen ze weer eens in beeld, werden ze andermaal voor het voetlicht geplaatst en werden er pogingen gedaan om inzicht te krijgen in de ondoorgrondelijke constructie van de meest besproken instanties van de afgelopen jaren: de pensioenfondsen. Van oorsprong heb ik een aangeboren argwaan jegens alles dat zich bezig houdt met het behartigen van de financiële belangen van de burger. Daarnaast weet ik uit eigen ervaring hoe financiële bedrijven en instellingen in elkaar steken en werken en dat een voortdurend toezicht op die constructies van het allergrootste belang is. Die wetenschap heeft niet kunnen voorkomen dat we een bankencrisis hadden en nog steeds hebben, want de lekken zijn niet echt boven en in mondiaal verband worden nog steeds extreme gaten gedicht met geld dat er niet is, zie Italië en Griekenland.
De actuele discussie gaat echter over de pensioenen, onze pensioenen, de betaalbaarheid, de constructie an sich, de toekomstvastheid, de indexering, de plafonds, kortom het hele systeem. Daarbij moet worden gestreefd naar een conjunctuurneutrale indexambitie met macrostabiele discontovoet, en ik geef toe: deze heb ik niet zelf verzonnen, maar ik vind ‘m wel mooi.
Het lijkt zo simpel. Als werknemer draag je een premie af, die gaat in een potje, daar wordt voor gezorgd en wel op een zodanige manier dat het potje wat groeit en als de tijd rijp is krijg je de inhoud van dat potje terugbetaald, tot voor kort vanaf 65 jaar, nu vanaf 65,5 en straks vanaf 67 jaar. Dat kun je uitleggen, dat is te verklaren. Steeds meer mensen worden steeds ouder, moeten langer worden doorbetaald, zijn ook langer in staat om wat langer te werken, dus tot zover geen probleem.
Het punt is echter dat we voor de gek worden gehouden en Cees Grimbergen deed afgelopen maandag in Zwarte Zwanen nog eens een poging de onderste steen boven te krijgen. Uiteraard mislukte dat omdat naast de schrijnende verhalen van slachtoffers tevens duidelijk werd dat de hele constructie van de pensioenen is opgebouwd door een scala aan omringende belanghebbenden die allemaal hun portefeuille vullen met geld dat daar helemaal niet voor bedoeld is, namelijk onze premies. Dat pensioenfondsen degelijke administraties moeten bijhouden is helder. Dat er zorgvuldig over gecommuniceerd moet worden is zo klaar als een klontje, maar dat de werkelijkheid van de beleggingen, de waarheid over de inhoud van de potjes en de zuiverheid over de gehanteerde terminologie zo’n geweld wordt aangedaan als ook nu weer duidelijk werd, is andermaal een droevige, deerniswekkende en godgeklaagde ontwikkeling. Dure advocaten met hun eigen belangen, politici, financiële adviseurs, en het reguliere personeel van de fondsen krijgen allemaal rechtstreeks betaald uit het door ons allen opgerichte potje dat als label heeft: ‘uit te betalen pensioeninleg’. Het is de taak van die fondsen om zodanig kundig en bekwaam te beleggen dat extra kosten betaald kunnen worden en dat er bovendien rendement wordt geboekt, maar wanbeleid, extreme salarissen en bonussen, extravagante declaraties van adviseurs en advocaten zorgen ervoor, dat de fondsen zich in allerlei bochten zijn gaan wringen bij het antwoord op de vraag, waarom de indexering weer niet kon plaatsvinden, waarom er wellicht gekort moet gaan worden – rekenrente, dekkingsgraad – en waarom de pensioenleeftijd nog veel verder omhoog moet. De modale pensionada snapt er niets meer van en kan de verhalen over franchises, UPO’s allang niet meer volgen. Het meest beroerde van dit alles is de afwezige overheid, de overheid die ervoor is om onze belangen te verdedigen en die geen maatregelen treft om die zorgbehoefte in te vullen. De schrijnende verhalen van de slachtoffers bij Cees Grimbergen spraken voor zich. De tijd is weer rijp voor een verdere verdiepingsslag en die slag wil ik nog eens proberen te maken, misschien wel vooral omdat ook de vakbonden, onze belangenvertegenwoordigers bij uitstek, het hebben laten afweten. Na deze beschouwing kun je Henk Krol wel een klein beetje gelijk geven met z’n pensioenitem. Niet dat de betaalbaarheid met 65 jaar overeind kan bliiven, dat gaat nooit lukken, maar wel als het gaat om een herziening van het hele systeem, want dat is simpelweg rot.
Ik had hier een item van 300 woorden van willen maken, maar nu zit ik verdorie alweer aan het dubbele, excuus lezers.
Deze week overvalt me plotseling een oorverdovende en allesomvattende moeheid. Voorjaar? Zongebrek? Vitamines? Misschien, maar ik bespeur ook een enorme debatmoeheid, een peilingentrauma en een soort ongesteldheid bij het zien of horen van alweer dat spotje met ‘een land dat we door willen geven’ met dat vrome stemmetje van Buma. Een Rutte, die beseft dat ie toch nog even de (Groningse) boer op moet, Wilders die zichzelf nu voldoende heeft weggeserveerd en een toch wel wat zielige en in mijn optiek te hard veroordeelde Asscher die het leed van de aflopende coalitie niet meer kan goedmaken. Ik ben er klaar mee en ik weet waar het kruisje wordt gezet. Gauw afronden die laatste week en we kunnen over tot de orde van de dag, namelijk een maandenlange poging om een kabinet te vormen.
Morgen schijnt de zon te gaan schijnen….wel even tijdig in de gaten houden.
See you.
Geef een reactie