Thuis, aan de keukentafel, of met vrienden op een terras heb ik nogal eens een discussie over hetgeen zich in de actuele mallemolen van de samenleving voordoet, met daarbij vaak de vraag: waarom zie ik dingen nu vaak eerder, sneller dan anderen. Is dat pure arrogantie of observeer ik anders, zie ik beter, neem ik vanuit een soort drive eerder en scherper waar dan anderen of komt het misschien omdat ik nadrukkelijk op zoek ben naar items om weer eens een mening over te ventileren. Via een boeiend boek over de menselijke geest kwam ik er vandaag achter dat dit fenomeen een naam heeft, en wel het ‘actieve genotype omgevingseffect’, zijnde het vermogen om snel te observeren, waar te nemen, te ontdekken en dan vooral de dingen die passen bij jouw dna, die je leuk vindt. Als je dan ook nog eens ontzettend veel dingen leuk vind, of interessant, of boeiend, of strontvervelend, dan heb je te maken met een continue-stroom van prikkels. Daar kun je dan vervolgens iets van vinden, een standpunt over innemen, of domweg een stukje over schrijven. Ik hoor wel eens dat mij altijd zoveel dingen moeten overkomen, dat ik weer iets bijzonders meemaak die aan een andere deur voorbij gaan, maar het zit dus volkomen anders in elkaar. Het is domweg de schuld van m’n ouders, in dit geval waarschijnlijk m’n mams, die ook altijd veel oog had voor hetgeen zich buiten de voordeur manifesteerde, en daar ook altijd wel een mening over had. Nu we deze wat ongebruikelijke intro hebben gehad kunnen we eenvoudig overstappen naar de actuele omgevingseffecten. Het wemelt ervan en nooit eerder waaiden er zoveel prikkels over de aardkorst als anno 2022, prikkels die leiden tot zorg, maar ook prikkels die aanleiding zijn om voorzichtig wat optimisme te inhaleren. Zo las ik een prachtig verhaal in ons regionale dagblad over een boerenfamilie uit Brummen die een volledig ander geluid laat horen dan de actiehufters op de snelweg. Deze familie – opa Gerrit, vader Harrie en kleinzoon Gert Jan – is overtuigd van de noodzaak tot verandering en ze bevestigen dus de onmogelijkheid van de huidige schaalgrootte van de veeteelt. Ze hebben het allemaal meegemaakt, het kappen van houtwallen, het falikant foute maaibeleid van de loonwerkers en daarmee de vernietiging van de biodiversiteit, gestimuleerd door de overheid en de zuivelindustrie. De optie emigratie komt daar vanuit de probleemerkenning aan de keukentafel dagelijks voorbij, maar gek genoeg horen we van deze betrekkelijk positieve meedenkers in de regel weinig via de media, omdat de meesten bang zijn voor de terreur van andere cowboys. Als die verdomde vlaggen volgend week allemaal zijn verwijderd kan Remkes dus het best starten met een snee krentenwegge in Brummen en daarna aanschuiven bij de opstellers van het groenboerenplan, dat eveneens laat zien waar de kansen liggen. Het tuig dat vorige week verantwoordelijk was voor de extra porties luchtvervuiling rond de A1, met name de melkveehouders, ontkennen nog steeds het stikstofprobleem, doorgemuteerd vanuit de zure regen via de tussenstop ammoniak, en ze halen dus wat zaken door elkaar, simpelweg omdat ze niet luisteren en niet snappen dat het hier te vol staat met koeien, zo’n twee miljoen teveel. Vanochtend betrapte ik mezelf op een paar keer hardop ‘boeh’ roepen bij het passeren van een vol weiland, en dat kun je dus, weet ik nu, heel goed als een genetisch bepaald omgevingseffect classificeren, een onschuldige en geringe afwijking van vrijwel elke blogger of columnist.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie