Vorige week publiceerde de Volkskrant een artikel over de absurde hoeveelheid data die we met z’n allen opslaan. Journaliste Floor Doppen stak de hand in eigen boezem en kwam er bij deze handeling achter dat ze bij de databeheerders van onze planeet 52.000 foto’s had gestald. Die immense hoeveelheid staat een beetje in de cloud te hangen en in negentig procent van de gevallen wordt alle prut nooit meer geraadpleegd. Dat was ook Floor’s zelfdiagnose nadat de hand weer uit de boezem kwam. Misschien is Floor slechts een gemiddelde data-bewaarder, maar als je kijkt naar de omvang van al die rotzooi, de opslagcapaciteit en de energie die het kost om de harde schijven te vervaardigen en te bewaren in kostbare dataservers, dan kun je slechts één conclusie trekken: we zijn knettergek geworden met z’n allen.
Tijdens mijn Informatica-opleiding, pakweg honderd jaar geleden, hadden we het in het lesmateriaal nog over het begrip bytes, 8 bits die een 0 of een 1 voorstelden. Daarna kwamen de kilobytes, de megabytes, de gigabytes…en nu rekenen we in Zettabytes, een hoeveelheid data die gelijk staat aan 174 kranten voor de totale wereldbevolking van 8 miljoen mensen, had merkwaardigerwijs iemand uitgerekend, waarbij de vraag resteert of het ook nog de weekend-editie was. Zijn we er nog? Straks volgen de Yottabytes, andermaal het duizendvoudige van de actuele meuk aan Zetta-data.
De gedachten dwaalden via dit item weer eens af naar toen, naar vroeger. Met een Agfa Click II en een rolletje van 36 opnames kon je ruimschoots alle hoogtepunten van de vakantie vastleggen. Iets van in de tent, voor de tent, op een terras, op een berg en in ’t water en dat maal vier, minus de vier mislukte en een paar te vage afdrukjes, klaar was het album. Hooguit kwam daar toen vanuit een zeer tijdelijke en irritante presentatiebehoefte nog het fenomeen dia’s achteraan, waarbij zichzelf overschattende hobby-fotograven tot vervelens toe de gekke bekken van Henk en Ingrid op het bloemetjesbehang moesten projecteren. Tja, zesendertig opnamen, anno 2023 fabriceert menigeen deze hoeveelheid per uur, om ze daarna vooral per direct te delen met de 852 vrienden op Facebook of aanverwante media, waardoor Google, Apple en Microsoft zich te barsten beheren, koelen en backuppen. Vrijwel nooit denken we als consument na over zaken als opslagformaten, de term ‘wissen’, laat staan het werkwoord opschonen.
De grote jongens zouden best een strategie kunnen doorvoeren die uitgaat van duizend foto’s per gebruiker, vooruit, per jaar. Kom je daarboven, jammer, eerst ouwe rommel wissen, maar ben je gek, voor een paar euro per maand kopen we er weer tien gigabytes bij en kunnen we door, met de flauwekul, met de vervuiling. Floor Doppen is na haar inzichten gestart met een opschoning van de bestanden en daar had ik vorig jaar al een start mee gemaakt via het deleten van bijvoorbeeld oude mails met veel bijlagen. Intussen heb ik al vijf jaar oude mail in de prullenbak zitten en bevat mijn Google-drive nog pakweg duizend digitale prentjes, die gedeeltelijk ook nog in digitale foto-albums zitten verpakt. Toch krijg ik van de Google-meneer dagelijks mail met de melding dat mijn limiet is bereikt, dat tien extra gigabytes in de aanbieding zijn, waarop de retourmail een verzoek bevat om te stoppen met die onzin.
Ach, ik snap best dat ik flink in de kerk aan het vloeken ben, want de markt is slechts gebaat bij meer en groter en daarom stampen we zo weer ergens een datacenter uit de grond, bij voorbeeld in de Flevo-polder.
Trekken aan dooie paarden, zo lijkt het, best jammer.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie