In de aanloop naar het begin van de nieuwe wereldorde, aanvang vrijdag 20 januari om 09.00 uur VS-tijd, kunnen we mooi even wat andere items de revue laten passeren. We zitten in de winter, althans in mijn regio. Hiemstra zit nog steeds in zijn dubieuze twijfelperiode maar ‘t vriest hier dat ‘t kraakt. We slaan in dit land tijdens bijzondere weerssituaties nog wel eens door als het gaat om waarschuwingen, de codes geel en oranje, verkeerswaarschuwingen en andere zaken maar de adviezen rond het meenemen van voedselpakketten in de auto heeft deze week wel de hoofdprijs getoucheerd. Er wordt van overheidswege geadviseerd om, naast water, vooral eten mee te nemen. Onze ritjes in dit land kunnen nooit langer duren dan een uur of drie, elke paar kilometer staat er wel een tot in de hoekjes uitpuilende tankshop met een voorraad waarop menig supermarkt 30 jaar geleden jaloers zou zijn geworden, maar voordat we de enorme verlaten Nederlandse ijsvlakten binnenrijden, waar we bij een vastgelopen motor wellicht dagenlang zonder voedsel ongelooflijke ontberingen moeten trotseren, te midden van wilde zwijnen, wat herten en een sporadische wolf wordt aanbevolen onze achterbak vol te stouwen met voedsel. Ach, het is vertederend soms. Daar denken volwassen mensen in Den Haag serieus over na, alvorens op ‘send’ te drukken.
Uit het raam starend en met de blik op het weerbericht over twee weken (plus 10 graden C!) mijmer ik vast over het voorjaar, het buitenleven en vooral: de racefiets, het optimale middel om het hoofd leeg te maken en zowel mentaal als fysiek nieuwe energie te snuiven. Toch was dat ooit anders, niet eens zo lang geleden.., een herinnering aan pakweg 15 jaar geleden. Het was nog net in een periode, waarin de fiets, de fietser zelf en z’n uitmonstering nog niet het niveau hadden bereikt van nu. In die periode ging je voorzichtig op pad, niet zelden nagestaard door hoofdschuddende en afkeurende medeweggebruikers, die hun mening regelmatig onderbouwden met minder positieve vingerwijzingen. Mijn huidige wielerbril is duurder dan de hele fiets van destijds, de rode Peugeot met toeclips en niet-geïntegreerde kabels stak af bij het blauwe helmpje, maar goed, ik reed in die tijd m’n rondjes, blik strak gericht op ‘t tellertje, ergens in de regio, over ’s Heren geasfalteerde wegen. Passeren van andere fietsers, vóór de E-bike nog een peulenschil, werd voorafgegaan door een voorzichtig belletje om wat ruimte te creëren en meestal ging dat zonder problemen. In die tijd was de acceptatie van vreemd gecamoufleerde mannetjes op gekke fietsjes nog niet zo’n vanzelfsprekendheid, hoewel ook nu nog wel eens ongewenste situaties voorkomen. Destijds moest je behoorlijk smeken om ergens langs te mogen fietsen, omdat je bij ‘t groeiende groepje aanstellers behoorde: ‘doe effe normaal, middelvinger, bla,bla, klojo…etc’. Zo’n tafereeltje deed zich toen ook voor. Ik kreeg op een breed fietspad met moeite ruimte om te passeren, waarna in de groep nog enige tijd hoorbaar werd nagepraat over die voorbijscheurende maf in z’n broekie. Hoe ik dat weet? In die fietsende groep reed een vijftienjarig meisje, dat mij herkende als haar vader, maar die wetenschap maar even wijselijk voor zich hield. ’s Avonds werd ik op de hoogte gesteld van de ‘groepsdiscussie’, die had plaatsgevonden waarbij ik het haar maar vergeef dat ze me verloochend heeft. We zijn die tijd ruimschoots voorbij en ik kijk uit naar de eerste buitenmeters, eind februari, schat ik, als de krukken bij de vuilnisbak staan en we zo het voorjaar binnenrijden.
Voorlopig is het nog winter, met marathons op natuurijs waardoor elke schaatsliefhebber dagelijks in de stress schiet door de wispelturigheden van de meteorologen, Erben Wennemars in het bijzonder. Onze olijfboom is van een tijdelijke jas voorzien om de omvangrijke en sprankelende zomeroogst veilig te stellen en ik zie de goudvissen in de vijver wanhopige pogingen doen een stukje vrij water te vinden met de vraag: hak een wak! Doe ik uiteraard!
See you.
Geef een reactie