Je hebt soms van die weken, waarin het lijkt alsof de tijd even stil staat, een periode, niet toevallig aan het begin van de herfst, dat zaken als bespiegelingen, reflectie en beschouwing van je eigen vergankelijkheid je dwingen afstand te nemen van de hectiek, van alle aardse idioterie.
Afgelopen week is ons een vriend ontvallen, prachtig en welluidend synoniem voor overleden. Deze vriend had zo z’n eigen wereld, z’n nukken, z’n persoonlijke invulling van het antwoord op de vraag waarom we bestaan en hoewel ik mijlenver afsta van zijn levensinstelling en zijn vulling van de dagen ga je tijdens de crematieplechtigheid weer even terug naar ooit, naar vroeger, toen we nog samen op de lagere school zaten, een periode waarin al die later ontstane verschillen nog totaal niet aan de orde waren.
Al reflecterend kwamen wij op de weg terug via de Taalstaat op Radio1 uit bij een anekdote over de kluitenruif, subliem en vooral regionaal synoniem voor hark, dat stuk gereedschap waarmee m’n vader vroeger op zaterdagmiddag de kiezels van het grindpad op een rijtje legde, een in mijn ogen volkomen zinloze activiteit die desondanks met grote nauwkeurigheid werd uitgevoerd, waarna het eerst binnenkomende fietsende gezinslid de resultaten van zijn noeste arbeid aan diggelen reed, hetgeen hem soms verdriet bezorgde, tevens een reden waarom de al ingezette herinneringen aan vroeger nog eens een extra dimensie kregen.
In de VS overleed afgelopen week Ruth Bader Ginsberg, de fabelachtig goeie opperrechter, wiens overlijden een periode gaat inluiden van dramatisch politiek gekonkel om toch vooral voor 3 november a.s. een opvolger uit Republikeinse kringen te kunnen aanstellen. In de VS kan slechts een mega kluitenruif zorgen voor wat rust en orde, in een land waar een burgeroorlog op punt van beginnen staat, waarvan de leider een hork is en alleen zijn hoofdhaartjes op een rijtje heeft geharkt, waar elk kluitenruifgevoel verder ontbreekt en waarbij wij vanuit de westerse beschaving slechts kunnen hopen op een tikkeltje gezond verstand bij 51% van de grotendeels gestoorde Amerikaanse kiezers. Tot zover het buitenlands nieuwsbulletin.
Terug bij onze binnenlandse problemen kunnen we alleen maar hopen dat die beperkt blijven tot de gevolgen van de virus-oplevingen en ook daar kunnen we slechts met een paar forse halen met de hark orde op zaken stellen. Even met de kluitenruif door de studentikoze samenlevingen, even die denkbeelden over het gedrag wat aanharken, dan keert de rust in het najaar vast wel weer terug.
De kluitenruif, ook in overdrachtelijke zin een bruikbaar instrument dus.
See you.
Wil je gratis en automatisch de columns en blogs van Roelsrules ontvangen?: stuur je mailadres naar aanmelding lezersservice
Geef een reactie